FYI.

This story is over 5 years old.

Tech

Sousveillance, een wapen tegen de controlestaat

Sousveillance, constante gedemocratiseerde controle door middel van telefoons en Google Glass, zou wel eens een antwoord kunnen zijn op de surveillance van de dystopische controlestaat.

Okay. Dus het is zover. We staan aan het randje van de afgrond, met op de bodem van de put een controlestaat. Want als Rob Wijnberg dat zegt, dan is het zo. "De dictatuur is niet ver meer," schrijft hij in een opgewonden opiniestuk in de Correspondent. De burger, de melkkoe van overheid en bedrijfsleven, wordt onder het mom van betere service en verhoogde veiligheid in steeds verregaandere mate gekneed, gemanipuleerd en in de richting geduwd van een grijsbruine dystopische samenleving zonder verscheidenheid en zonder burgerlijke ongehoorzaamheid. Met andere woorden: WE ZIJN ALLEMAAL GEDOEMD!

Advertentie

De voorbeelden waar Wijnberg mee komt wijzen allemaal op een cultureel diepgelegen angst voor surveillance. Ons leven wordt in toenemende mate vastgelegd en opgeslagen. De overheid en bedrijven houden ons op allerlei manieren nauwlettend in de gaten, maar ook onderling zijn we elkaar steeds meer aan het opnemen en vastleggen. Met de komst van smartphones heeft bijna iedereen 24 uur per dag een camera op zak. Elke vorm van afwijkend gedrag loopt de kans om opgenomen en op YouTube gezet te worden. Voor sommigen begint dit te lijken op de nachtmerrie van de ultieme surveillancestaat in wording. Maar deze democratisering van controle zou juist wel eens een antwoord kunnen zijn op een schijnbaar onstuitbaar opkomende onderdrukkende controlestaat. Surveillance, controle van bovenaf, wordt steeds meer omgeklapt naar zijn natuurlijke tegenpool: sousveillance, vanuit onder in de gaten houden. De burger is niet meer alleen het passieve object van toezicht, maar wordt zelf een actieve toezichthouder.

Het woord 'controle' in de controlestaat heeft een dubbelzijdige betekenis. Het heeft in eerste instantie betrekking op het verzamelen van informatie over burgers. Dit is met de komst van de digitale revolutie radicaal makkelijker geworden naarmate opslagcapaciteit steeds minder een issue werd. Toen vroeger, bijvoorbeeld in de tijd van de Watergate-affaire, de opslag van tapes, documenten en foto´s een fysieke grens aanbracht in hoeveel informatie bewaard kon worden, was het economisch efficiënter om selectief een paar gevallen met grote mankracht nauwkeurig te analyseren. Maar nu honderd gigabyte aan data op een flashdrive ter grootte van een duimnagel past, is deze economische formule omgeklapt. Nu is het logischer om álles op te slaan en het later uit te pluizen. Met de komst van Big Data ligt er een gigantische, groeiende berg van informatie over iedereen. Het is je digitale afval, waar je zelf niet veel om geeft maar waaruit de analist je aankopen, voorkeuren, gezondheid en karakter kan afleiden.

Advertentie

Anderzijds wijst het woord 'controle' erop dat er door middel van dit stelselmatig in de gaten houden van burgers ook controle op hen wordt uitgeoefend. Dat de verzamelde informatie wordt gebruikt om het gedrag van individuele burgers, maar ook van 'de massa', te beïnvloeden.

Deze tweetrapsraket van surveillance en beïnvloeding boezemt velen angst in. Wijnberg hamert erop dat de infrastructuur, dus met name de surveillancekant van de controlestaat, voor onze neus wordt opgetuigd. En niet alleen vanuit de overheid, maar op allerlei plekken tegelijk: winkelketens, sociale netwerksites, politieke partijen en zelfs het strand. Méér partijen, dus méér controlestaat, dus méér gevaarlijk! Ook Bas Heijne, die door Wijnberg applaudiserend aangehaald wordt, lijkt tot deze conclusie te komen: "vele kleine broers maken een grote."

Maar juist die pluraliteit van surveillance gooit het concept ook enigszins overhoop. Surveillance is letterlijk bewaking van bovenaf ('veiller' betekent zien of in de gaten houden, en 'sur' is boven of op). Dus de autoriteit die de massa in de gaten houdt. Big Brother die altijd op je neerkijkt. Wijnberg ziet de toekomst van "de Googlebril" als de ultieme verwezenlijking van deze surveillance. Daar zou hij gelijk in kunnen hebben – misschien kunnen veiligheidsdiensten dan echt wel door je bril meekijken en bedrijven reclames voor babyvoeding voor je ogen projecteren als je langer dan tien seconden naar een pak pampers kijkt. Maar het feit dat iedereen een camera draagt, geeft het volk de macht van sousveillance (toezicht van onderaf), de tegenhanger van surveillance en mogelijk een krachtig wapen tegen de oppressie van de toekijkende machten.

Sousveillance, een concept van professor Steve Mann van de Universiteit van Toronto, geeft het volk een controlerende functie als tegenbalans voor staatssurveillance. Nu iedereen een cameraatje op zak heeft en beeldmateriaal eenvoudig op YouTube of Geenstijl gezet kan worden, verandert mogelijk de machtsverhouding. Als een politieagent op point-blank afstand pepperspray in de ogen van zittende demonstranten spuit, verschijnen er massaal beelden van op het internet.

Onze maatschappij wordt niet gedomineerd door het alziende oog van Sauron die het hele rijk in de gaten houdt zonder zelf gezien te worden. De machthebber houdt toezicht, maar wordt zelf ook in gaten gehouden. Wie bewaakt de bewakers? Iedereen dus.

Ik wil niet beweren dat de steeds verder gaande sousveillance alleen maar iets goeds is. Het is ook, zoals Wijnberg en Heijne terecht opmerken, een vertrek van een maatschappij waar je nog uit de band kan springen zonder dat er een haan naar kraait. Als je nu een keer per ongeluk seks hebt in de grachten van Delft, kan direct het hele land het zien in plaats van alleen die smerige vent die er een half uur naar staat te kijken. Een maatschappij met sousveillance is een maatschappij waar afwijkend gedrag wordt afgestraft. En dat is zuur, maar misschien ook onvermijdelijk. Het hoort schijnbaar bij het ´opgroeien´ van een moderne technologische staat.

Onze technologische maatschappij maakt een ingewikkelde puberteit door. Mochten we die ooit ontgroeien, dan is het door een gebalanceerde aanpak. Een toekomst waar surveillance en sousveillance elkaar in balans houden. Waar de overheid over de veiligheid waakt, maar de burger het gereedschap heeft om machtsmisbruik in bedwang te houden. Waar we onze technologie gebruiken om onrecht aan te kaarten, maar we ook het ethisch besef hebben om elkaar ermee in de waarde te laten. Wie weet zouden we dan inderdaad kunnen leven in een maatschappij waar het "veilig, gezond, welvarend en gezellig" is. Wat een utopie. Of leven we al in zo'n staat?