FYI.

This story is over 5 years old.

Tech

Tom Clancy’s The Division, amper gerecenseerd

De nieuwe game van Ubisoft is eigenlijk de grootste walkingsimulator ooit.
Sander van Dalsum
Amsterdam, NL

Welkom in onze nieuwe game-rubriek 'amper gerecenseerd' waarin we oprecht een poging doen om games te bespreken op een zo min mogelijk saaie manier.

Na in een week tijd ongeveer vijfentwintig uur met Tom Clancy's The Division doorgebracht te hebben, kwam ik erachter dat ik de nieuwste actiegame van Ubisoft eigenlijk enorm saai vind. Pijnlijk, want dat is een hele dag uit een week die ik een stuk nuttiger had kunnen besteden. Toch had ik die belachelijk lange verspilling nodig om de échte, verborgen kracht van de game te vinden. Want The Division is, als je het toelaat, de grootste en meest gedetailleerde walkingsimulator die ooit is gemaakt.

Advertentie

Ik besloot in de game niet langer aan het politiegeweld tegen rellende burgers en de boze onderklasse mee te werken, en deed wat je normaal gesproken in walkingsimulators doet: rustig rondlopen en om me heen kijken, terwijl ik mijn wapens had afgezworen en de vrede bewaarde. Op die manier kon ik mezelf met gemak compleet verliezen in de prachtige en vooral indrukwekkende wereld die de studio heeft gecreëerd. Zo had de game in de winkels moeten liggen.

Het eindeloos dwalen door een vervallen, ondergesneeuwd New York waar een allesvernietigende epidemie heeft huisgehouden, is spookachtig mooi. De schoonheid ligt vooral in de eenzame stilte — geen toeristen en getoeter van taxi's, of een overdosis kapitalisme waar je niet omheen kan. Denk aan een leeg Times Square of het in puin vervallen Hell's Kitchen, waar ingepakte auto's in alle haast zijn achtergelaten en waar zwervende honden jammerend op zoek zijn naar hun overleden baasjes. Hier zonder afleiding rondbanjeren heeft al snel een mediterende werking. Je hebt bovendien geen duur vliegticket nodig om de stad te bezoeken.

De ramptoerist uithangen in post-apocalyptisch New York – zoals het eruit zal zien als Trump president wordt – is een troost voor degenen die nooit in de stad zijn geweest, zoals ikzelf. Rustig langs geplunderde winkels en richting de rookpluimen achter de verduisterde wolkenkrabbers wandelen is misschien niet de meest waarheidsgetrouwe beleving, maar het is wel een vertolking die door de authenticiteit en het detail aanvoelt als iets dat in een parallel in universum gewoon zou kunnen. Sommige punten in de stad zijn zelfs een op een nagebootst. De ontwikkelaar ontwierp 230 nepadvertenties, en trommelde artiesten op die meer dan 300 graffitiwerken maakten om het beeld te completeren.

Advertentie

Daarbij is er genoeg in de stad te ontdekken om de game daadwerkelijk een walkingsimulator te noemen. Het lijkt op een bepaalde manier zelfs op het vorig jaar verschenen boegbeeld van dat genre, Everybody's Gone to the Rapture.

Want ook in The Division vind je op verstopte plekken schimmen van het verleden, en krijg je via documenten de verhalen te horen van mensen die de uitbraak van het virus met eigen ogen meemaakten. De zeer kundig ontworpen appartementen in het Stuyvesant-district van New York of de rauwe industriële panden in Flatiron vertellen met alleen al de levensechte interieurarchitectuur een verhaal, zonder daarvoor woorden te gebruiken. Eettafels vol vieze borden, achtergelaten kinderkamers met onopgemaakte bedden en metrotunnels vol lijkzakken geven een nare sfeer, maar je blijft er lang naar staren.

Dit voelt meer als archeologie dan als het spelen van een game. Je zou een hele game kunnen bouwen op het onderzoeken van wat ooit door velen als dé hedendaagse broedplaats van beschaving en cultuur werd beschouwd. Dat ligt nu allemaal begraven onder een pak sneeuw en lichamen, een doemscenario dat een stuk realistischer is dan wat we voorheen zagen in films met soortgelijke thema's als I Am Legend, of Escape From New York. Met een beetje aanleg voor doemdenken, wordt het verhaal al snel werkelijkheid. Tussen de talloze epidemieën die je in het nieuws voorbij ziet komen, kan er ooit zomaar een zitten die zo'n leegte veroorzaakt.

Advertentie

Er zijn daarnaast enkele gebieden waar je andere spelers tegenkomt, en waar de doodse stilte verbroken wordt door clownesk en soms extreem baldadig gedrag. In één van de opvanglocaties voor daklozen stond ik te kijken naar een vrouw die omringd door kaarslicht bij een altaar voor overledenen haar verdriet uitte, toen een speler dit het juiste moment vond om onophoudelijk applaus te gaan geven. Daar ging de emotie. Ook de uitgangen werden meerdere malen geblokkeerd door medespelers. Je kon er alleen doorheen komen door te rennen, maar dat is tegen de regels van een walkingsimulator.

Uiteindelijk bleek de eenzaamheid in The Division dus het sterkst, wat bijzonder is aangezien het hier om een multiplayergame gaat. Het toe-eigenen van het verhaal en het negeren van de bombastische klanken van de door Ubisoft ontwikkelde ervaring maakt het zelfs één van de interessantste games van dit voorjaar. Op de oppervlakte krijg je een ervaring die je snel weer vergeet, maar daaronder schuilt iets dat we hopelijk in de toekomst vaker gaan zien, maar dan minder incidenteel.

Want deze verhaalvertelling door middel van rondkijken en eigen interpretaties stond tijdens de ontwikkeling van The Division vast wel op een whiteboard, maar dat er een hele aparte game uit te halen valt, was waarschijnlijk geen onderdeel van de planning. Zoals het er nu uitziet, verdubbel ik het aantal uren dat ik al speelde en maak ik met screenshots een plakboek vol schitterende treurnis. Dat is de enige manier waarop The Division gespeeld zou moeten worden. Het in stand houden van een totalitair regime in de politiestaat New York laat ik wel aan de andere spelers over.

Tom Clancy's Walkingsimulator kan je nu spelen op de pc, PlayStation 4 en Xbox One.