camouflage

We spraken mensen die supergoed zijn in camoufleren

"Voor toiletteren gebruiken we petflessen of het plastic zakje waar eerst het eten in zat. Een onderdeel van camouflage is ook dat je geen sporen achterlaat. Ook geen uitwerpselen dus."
camouflage verbergen
Foto links door Patrick Lewis. Foto rechts: met dank aan Arne Moons .

Gefascineerd staar ik naar een youtubevideo over een vlinder die, als ze haar vleugels dichtslaat, niet te onderscheiden is van een eikenblad. Het beestje laat zich meevoeren door de wind, net als de andere bladeren op de bosgrond. Zo verdwijnt ze onopgemerkt in haar omgeving. “Vet,” denk ik nog terwijl het volgende filmpje al begint te spelen.

Advertentie

Het is bijzonder om te zien hoe dieren camouflage gebruiken om zich tegen vijanden te beschermen – maar als ik in de volgende video een vrouw zie transformeren in een boom, vind ik dat nog vetter. Net als dieren zijn er in Nederland tal van mensen die hun uiterste best doen om met behulp van de juiste kleding, schmink en schuilplek ongezien te blijven voor de rest van de wereld. Ze verstillen en zijn voor even één met de omgeving.

VICE sprak met drie van hen over de kunst van het verdwijnen. Hoe blijf je ongezien, hoe voelt het om voor even ‘niet te bestaan’ en blijf je buiten je beroep ook liever onopgemerkt?

ArneMoons_1.jpg

Arne in zijn camouflagepak. Foto met dank aan de geïnterviewde.

Arne Moons (24), natuurfotograaf

VICE: Hi Arne, als natuurfotograaf ga je op in de natuur. Hoe doe je dat?Arne Moons: Met mijn camouflagepak trek ik de bossen in om vogels, reeën en andere dieren te spotten. Ik zoek een plek tussen de takken en zorg dat ik stil zit. Zo maak ik op een speciale manier deel uit van de natuur. Als mens kan ik transformeren in een boom. Ik word de natuur eigenlijk. Het is adembenemend hoe dicht dieren op die manier bij mij in de buurt komen.

Geur is ook heel belangrijk, dieren hebben een heel goede reuk. Ik draag daarom geen parfum en als mijn camouflagepak in de was is geweest, moet het een paar dagen buiten hangen. Zo verdwijnt de geur van wasmiddel. Als het hard waait, ruiken dieren mij al van ver. Daarom loop ik tegen de wind in, dan heb ik kans dat ze me niet opmerken.

Advertentie

Afgelopen jaar maakte ik mijn eigen vogelvoederkijkbril. Een bril met een bakje vogelvoer eraan. Mijn hart bonkt altijd als er een koolmeesje of een mus op mijn bril landt. Op nog geen tien centimeter afstand zie ik ze bewegen. Op zo’n moment ben ik even geen mens.

Blijf je buiten je werk als natuurfotograaf ook liever ongezien?
Ik zou mezelf niet omschrijven als een sociaal persoon. Als ik bij mensen in de buurt kom maak ik wel eens een babbeltje, maar ik weet nooit wat de ander over mij denkt, snap je. Daar kan ik best onzeker van worden. De manier waarop ik dieren observeer, gebruik ik eigenlijk ook om mensen te screenen. Zo schat ik in of iemand te vertrouwen is, maar wie is er tegenwoordig nog te vertrouwen?

Waarom zou je mensen niet kunnen vertrouwen?
Goh, ik ben een aantal keer goed opgelicht door mensen. Ze zeggen dat ze je vriend zijn, maar dat blijkt achteraf helemaal niet waar.

Ik vind dat mensen te weinig om de natuur geven. Ze gooien rotzooi in de bossen en ze klagen te veel. Daarom ga ik liever om met dieren. Als ik stil zit in mijn camouflagepak, komen ze vanzelf naar me toe. Dieren doen me geen kwaad.

HermaKluin_©PatrickLewis.jpg

Herma achter haar camera. Foto door Patrick Lewis

Herma Kluin (59), privédetective

VICE: Hoi Herma, lig jij als privédetective ook met een camouflagepak in de bosjes?
Herma Kluin: Nee [lacht]. Voor mijn werk doe ik veel observaties. Daarbij is het belangrijk dat ik zo min mogelijk vreemde vermommingen gebruik. Met een camouflagepak of een pruik van de feestwinkel val ik in een stad juist op. Soms zit ik gewoon met een jurkje en hoge hakken in een sterrenrestaurant. Je kleden als een normale burger is de beste manier om ongezien te blijven.

Ik heb wel pruiken hoor. Van heel goede kwaliteit. Daar zie je de uitgroei gewoon zitten, net echt. Elke situatie vraagt om een andere aanpak. Vorige week zat ik in een Rotterdams koffietentje, vermomd met een hoofddoek. Zelfs mijn eigen collega’s herkenden me niet. In sommige gevallen achtervolg ik een subject. Tijdens zo’n observatie wissel ik van kleding. Ik draag jassen over elkaar. Het ene moment passeer in een lange winterjas, even later als jogger in een sportjack. De winterjas gooi ik dan snel de bosjes in.

Advertentie

Mensen letten bijzonder slecht op. Toen ik zeven jaar geleden begon met dit werk, deed ik nauwelijks observaties. Ik geef veel lezingen, en sta met mijn gezicht in de krant. Ik dacht: ik heb gekozen voor zichtbaarheid, dan kan ik niet onzichtbaar een subject bespioneren. Inmiddels weet ik dat een observatie perfect kan verlopen met een goede vermomming. Het geeft een kick als ik met een jurkje en een zonnebril uit een observatiebus fiets en een crimineel fotografeer die al vijf jaar onvindbaar is.

Was je als kind al goed in verstoppertje?
Verstoppertje vond ik het leukste wat er was. Nóg spannender was het als vrienden van mijn ouders kwamen logeren. In de avond verstopte ik mij onder het logeerbed. Zo kon ik in de nacht afluisteren wat het bezoek zei en deed. Ja, echt zo fout, ik weet het, maar het was ook heel spannend. I love it.

Verdwijnen zit echt in mijn bloed. Op mijn achtste observeerde ik al ongezien stropers in het bos om ze daarna bij de politie aan te geven. Nu observeer ik vanuit een geblindeerde auto verscholen in een hoodie. Soms dagenlang.

Wat als je tijdens zo’n observatie moet plassen?
Je kan het niet een hele dag ophouden, dus ook dat gebeurt in de auto. Ik heb ooit zo’n plastuit gekregen van een mannelijke collega, maar dat is niet te doen voor een vrouw. Een andere collega bracht een emmer mee. Hoe wil je vanachter het stuur op een emmer gaan zitten? Het was hilarisch. Nu gebruik ik gewoon een Tupperware-bakje van dertig bij dertig centimeter. Daar kan ik tenminste een deksel op doen, want het is ook wel eens gebeurt dat een bakje omviel. Dan zit je dus de hele dag in je eigen pislucht.

Advertentie

Het klinkt heel knullig, maar ook dat hoort bij de kunst van het verdwijnen. Soms verdwijn ik in een observatieauto met een Tupperware-bakje, soms ga op in de massa in een drukke winkelstraat. Ik doe gewoon alsof ik one of the guys ben.

One of the guys? Hoe bedoel je dat?
De privédetective-branche is overwegend man. Het zijn allemaal alfa-ego’s, met hier en daar een vrouw ertussen. De eerste jaren was het best lastig om in zo’n mannenwereld te blijven staan. Ik werd gewoon niet als volwaardig aangezien. Inmiddels zijn ze juist weer jaloers op mijn succes. Maar goed, ik zeg je heel eerlijk, het enige wat ik kan doen is laten zien dat ik het kan. En daar zelf in geloven.

Defensie_3.jpg

Josse, goed verborgen. Foto met dank aan de geïnterviewde.

Josse* (28), militair bij Defensie

VICE: Ha Josse, van het leger kennen we de camouflagepatronen. Hoe belangrijk is camouflage in je beroep?
Josse:
Ik ben verantwoordelijk voor het trainen van de verkenners bij Defensie. Zij moeten uiteindelijk patrouilles lopen, navigeren, maar ook vijandelijk gebied in kaart brengen. Zijn er gevaarlijke groeperingen in de omgeving, liggen er explosieven onder een brug, is de weg begaanbaar? Daarbij is camouflage heel belangrijk, want je mag op zo’n moment niet ontdekt worden.

De camouflagepatronen zijn bekend inderdaad, maar camoufleren gaat veel verder dan dat. Het is zien zonder gezien te worden. Elke omgeving heeft weer een andere aanpak nodig. Ik ben eigenlijk een kameleon op zo’n moment. Ik gebruik schmink, natuurlijk materiaal zoals bladeren en takken, maar het gaat ook over mijn beweging. Hoe verplaats ik me geruisloos door het bos?

Advertentie

Het effect van camouflage begreep ik voor het eerst tijdens mijn verkennersopleiding. We lagen ingegraven in het bos en keken door een kijkgaatje. Een van onze instructeurs liep ons gewoon voorbij, ook al wist hij dat we ergens verstopt waren.

Ingegraven? Je bedoelt echt helemaal onder de grond?
Ja klopt, ik noem dat tuinieren. Op die manier verdwijn ik echt helemaal van de aardbodem. Of, in de aardbodem eigenlijk. We trainen voor momenten waarop er vijandelijke troepen in de omgeving zijn. Elke keer dat je op zo’n moment wordt ontdekt, kan je laatste zijn, om het even hard te zeggen. We zitten soms meerdere dagen onder de grond.

Radioverkeer beperken we tot een minimum, dat kan namelijk uitgelezen worden. We proberen nauwelijks te praten. Alles gebeurt tijdens zo’n missie onder de grond. Eten, maar ook toiletteren. Het is echt improviseren. We gebruiken petflessen of het plastic zakje waar eerst het eten in zat. Een onderdeel van camouflage is ook dat je geen sporen achterlaat. Ook geen uitwerpselen dus.

Er komt meer bij kijken dan ik dacht. Is iedereen geschikt om op deze manier in de omgeving te verdwijnen?
Ik denk dat er een groot deel aan te leren is. Toch kunnen sommige persoonseigenschappen wel helpen. Je moet geduld hebben en heel nauwkeurig zijn. Een hand vergeten te camoufleren kan al verschil maken. Het vereist echt discipline om een aantal dagen muisstil te zijn. Als je jeuk krijgt, is krabben soms niet mogelijk.

Ik lieg als ik zeg dat ik me nooit verveel tijdens een observatie, maar juist dat maakt het uitdagend. Hoe blijf je in al die situaties toch scherp. Als je even niet oplet, snij je namelijk niet alleen jezelf maar ook je eenheid of je commandant in de vingers.

*De volledige naam van Josse is bekend bij de redactie.