FYI.

This story is over 5 years old.

Vice Blog

Van elektrische schokken in een Chinees werkkamp naar de bureaucratie van de gemeente Amsterdam

Zhuqiang werd als aanhanger van de Falun Gong twee jaar lang gemarteld in een werkkamp. Vermomd als vrouw wist hij te vluchten en kwam hij in Amsterdam terecht.

Een paar weken geleden kwam ik Zhuqiang (41) voor het eerst tegen in het Westerpark. Hij was bezig spandoeken op te hangen met afbeeldingen van mediterende mensen erop. Ik vroeg waarom hij dat deed en hij maakte in een combinatie van gebrekkig Engels en nog gebrekkiger Nederlands duidelijk dat hij oefeningen ging doen. In een grijs verleden heb ik ooit Chinees geleerd, en al is het verre van vloeiend, is het genoeg voor een gesprek. We raakten daarom aan de praat en hij vertelde me dat hij ruim vijf jaar geleden gevlucht was naar Nederland omdat hij de Falun Gong aanhing: een spirituele leer die in 1992 in China geïntroduceerd werd door Li Hongzhi. De Falun Gong is geen gewelddadige organisatie, maar omdat het centraal geleid werd en al snel miljoenen aanhangers had, zag de Chinese regering het als een bedreiging. Aanhangers van Falun Gong worden daarom sinds 1999 zonder proces vervolgd en opgesloten.

Advertentie

Zhuqiang wilde graag zijn verhaal doen, dus sprak ik een paar dagen later met hem af op dezelfde plek als waar ik hem had ontmoet. Vrijwel direct toen ik hem zag, trok hij zijn kraag naar beneden en liet hij de littekens in zijn nek zien. Overblijfselen van de martelingen in het werkkamp waar hij terechtkwam. “Ik werd in 2002 gepakt toen de politie mij qigong zag doen – dat zijn oefeningen die bij Falun Gong horen. Ik geloof in de leer van de Falun Gong en deed de oefeningen omdat ik ziek was. Door qigong kun je weer gezond worden, daar deed ik het vooral voor, maar de politie nam me mee en sloot me op, zonder verder iets te vragen,” legde hij uit.

Zhuqiang wil niet op de foto omdat hij weet dat de Chinese ambassade in Den Haag hem in de gaten houdt. Hij heeft daarom ook zijn naam veranderd. Dit zijn de folders die hij me gaf. 

Tijdens zijn gevangenschap raakte hij door vermoeidheid en gebrek aan een gezond ritme langzaam het besef van tijd kwijt, maar hij schat dat hij ruim twee jaar opgesloten zat in het werkkamp. Bij binnenkomst dwongen de bewakers Zhuqiang om een contract te ondertekenen waarin stond dat hij nooit iets meer met de Falun Gong te maken mocht hebben, en dus ook de oefeningen niet meer mocht doen. Dat weigerde hij in eerste instantie. “Omdat ik niet wilde tekenen kreeg ik bijna geen eten en drinken en geen slaap. Als ik in slaap viel schopten ze me wakker. Contact met anderen had ik niet. Na een maand was ik heel ziek geworden en zat mijn hele lichaam onder de uitslag. Toen heb ik het contract getekend.”

Advertentie

Vrijwel direct na het contract getekend te hebben moest Zhuqiang aan het werk. Hij schat dat hij werkdagen maakte van twintig uur, maar zeker weten doet hij het niet. Samen met andere Falun Gong-aanhangers fabriceerde hij kunstbloemen. “De andere gevangenen en ik moesten hard werken. Als ik met ze praatte dan werd ik in elkaar geslagen. Soms viel ik om omdat ik te moe was om op mijn benen te staan. Dan werd ik ook in elkaar getrapt of gaven ze me elektrische schokken in mijn nek.” Na een werkdag van twintig uur moesten de gevangen vaak hardlopen. “Ik weet niet goed meer hoe lang dat duurde, maar als je niet hard genoeg rende werd je geslagen. Na het hardlopen kregen we mantou te eten – Chinese gestoomde broodjes. Maar die waren altijd oud en beschimmeld. Daarna mochten we slapen. We lagen met twaalf gevangenen in een cel.” De volgende ochtend begon alles weer van voor af aan, en dat ruim twee jaar lang.

Gao Rongrong, een andere aanhanger van de Falun Gong, overleed in 2005 aan haar verwondingen nadat ze eerder zeven uur lang elektrische schokken toegediend had gekregen. In een onbewaakt moment wist ze uit het raam te springen van het politiebureau waar ze werd vastgehouden. Bron: Falun Dafa Information Centre. 

Na die twee jaar werd Zhuqiang door het slaaptekort, de martelingen en het slechte eten ziek en kon hij niet meer lopen. In het werkkamp hadden ze niets meer aan hem, dus gaven ze hem de mogelijkheid om zijn straf thuis uit te zitten. “Mijn moeder heeft in die jaren iedere dag voor de deur van de gevangenis gestaan om te vragen of ik vrij mocht komen. Ze heeft bijna al haar geld gegeven om ervoor te zorgen dat ik mijn straf in haar huis mocht uitzitten.” Bij zijn moeder thuis werd Zhuqiang scherp in de gaten gehouden. “Er stond 24 uur per dag een auto voor de deur met twee mensen erin. Ik mocht het huis nooit uit en de gordijnen mochten nooit dicht.”

Advertentie

Een paar maanden later was Zhuqiang iets aangesterkt. Omdat hij geen zin had om zo verder te leven of om weer naar een werkkamp te gaan bedacht hij een plan. Inmiddels had hij het ritme van de twee mensen in de auto bestudeerd en wist hij wanneer ze moe werden. “Toen ik op een dag zag dat ze in slaap vielen in de auto heb ik mijn kans gepakt. Ik had eerder gevraagd of mijn moeder vrouwenkleding, lippenstift en een pruik voor me wilde kopen. Die trok ik snel aan en toen ben ik het huis uitgelopen, naar een vriend die me zou helpen vluchten,” vertelt hij. Zijn moeder heeft hij sindsdien niet meer gezien. Zhuqiang belt een keer per maand met haar, maar ze moeten oppassen met wat ze zeggen, want waarschijnlijk worden ze afgeluisterd. Ze wordt tot nu toe met rust gelaten door de politie.

Via een sluiproute kwam hij aan in Hong Kong. Nadat hij daar een paar weken in een schuilplaats had doorgebracht kreeg hij van andere Falun Gong-leden hulp bij een reis naar Bangkok in Thailand, waar hij terecht kwam in een ander opvangcentrum. Daar woonde hij drie jaar. “Toen kreeg ik van de Nederlandse regering een ticket om naar Nederland te gaan. Ik was zo dankbaar dat jullie regering dat voor mij wilde doen.”

Inmiddels is het bijna vijf jaar geleden dat Zhuqiang op Schiphol landde en terecht kwam in een asielzoekerscentrum in Amersfoort. Na ongeveer een jaar kreeg hij een huis in Amsterdam, vlakbij het Westerpark, waar ik hem een paar weken geleden ontmoette. Zhuqiang benadrukt vaak dat hij de Nederlandse regering zo dankbaar is, maar het gaat ver om te zeggen dat hij nu lang en gelukkig aan het leven is. Hij kan geen werk vinden omdat hij de taal niet goed spreekt en hij is ziek. Als ik met hem praat moeten we soms even stoppen omdat hij steken in zijn hoofd krijgt. “Door de elektrische schokken in het werkkamp heb ik veel hoofdpijn en slaap ik slecht. Ik ben altijd moe,” vertelde hij. Jammer genoeg is dat nog niet het ergste waar Zhuqiang mee te kampen heeft. Soms zit er ook bloed bij zijn ontlasting, of zit zijn bed onder het bloed als hij wakker wordt. Hij moet naar een dokter, maar daar heeft hij geen geld voor. Ook moet hij zich inschrijven bij de gemeente Amsterdam, en dat heeft hij nog niet gedaan – niet omdat hij dat niet wil, maar omdat het hem bijna onmogelijk wordt gemaakt.

Toen hij met kopieën van zijn Chinese identiteitsbewijzen en andere benodigde papieren naar het gemeentehuis ging, zei de ambtenaar die hem hielp dat de papieren vertaald moesten worden door een vertaalbureau. Zonder stempel van een officieel vertaalbureau is de vertaling niet geldig en kan Zhuqiang zich niet inschrijven bij de gemeente, is hem verteld. "Ze gaven me de telefoonnummers van drie bureaus. Ik heb ze alle drie gebeld, maar één daarvan is al gesloten, de andere doet alleen vertalingen van Engels naar Nederlands en de derde kan ik niet betalen.” Namens Zhuqiang belde ik een ander vertaalbureau om naar de kosten te informeren, maar ook daar lag de prijs op vijftig cent per Chinees karakter, wat zou betekenen dat hij honderden euro’s moet neerleggen voor de vertalingen. Hij probeert nu al weken een bureau te vinden dat het gratis of voor minder geld wil doen, maar dat is tot nu toe niet gelukt.

Als ik voor hem naar de gemeente Amsterdam bel om te vragen wat hij het beste kan doen, krijg ik een vrouw aan de lijn die zegt dat hij misschien vrijstelling van de gestempelde vertalingen kan krijgen, als hij bepaalde documenten van de IND aanvraagt, zoals kopieën van de interviews die hij heeft gegeven bij zijn aankomst in Nederland en een kopie van het paspoort van de hoofdhuurder van het pand waarin hij woont. Die documenten moet hij dan laten zien bij de gemeente. Dit klinkt al als een hoop rompslomp voor iemand die Nederland en de Nederlandse taal wel goed kent, dus ik vraag me af hoe een vluchteling die hier woont maar de taal niet spreekt daar ooit zelf achter zou moeten komen. Ik stelde Zhuqiang daarom voor om samen langs de gemeente te gaan, maar dat wil hij niet. “De man die ik sprak heeft gezegd dat ik pas terug mag komen als ik de stempels heb, en die heb ik niet. Ik wil niet dat iemand kwaad op me wordt. Straks moet ik weg uit Nederland.” Ik krijg het niet voor elkaar om hem duidelijk te maken dat een geërgerde gemeenteambtenaar er niet voor kan zorgen dat hij het land uit wordt gezet. Zhuqiang wil pas terug naar de gemeente als hij de stempels heeft. Aan de telefoon zegt de vrouw van de gemeente tegen me dat het "handiger was geweest als hij zijn papieren al had laten stempelen bij de Nederlandse ambassade in China." Ik antwoordde dat hij daar niet echt tijd voor had toen hij in vrouwenkleding zijn huis uit vluchtte, terwijl de twee bewakers voor zijn deur een dutje deden.

Wie denkt iets voor Zhuqiang te kunnen betekenen, bijvoorbeeld met een tip om de benodigde vertalingen en stempels (bijna) gratis te krijgen, mail me op sander.roks@vice.com. Ook ben ik bezig om uit te zoeken welke dokters gratis medische zorg zouden kunnen geven, en daarover zijn ook alle tips welkom.

Update: Zhuqiang wordt inmiddels door een heel, heel erg goed mens geholpen aan gratis vertalingen van zijn documenten.