estline cruiseship ms estonia ramp
Extremes

Waarom hebben sommige mensen een grotere kans om noodsituaties te overleven?

Toen het schip Estonia in 1994 zonk, wist slechts één op de zeven passagiers dat te overleven. En volgens psychologen was dat niet puur een kwestie van geluk.

Dit is een fragment uit een van onze afleveringen van Extremes, een podcast van VICE op Spotify. Je kunt het volledige verhaal hier beluisteren (in het Engels).

Paul Barney sliep bijna toen hij ergens onder hem een metalen dreun hoorde. Het was geen hard geluid, maar omdat hij de trillingen voelde waar hij zich bevond, aan bovenkant van het schip, was hij in één keer klaarwakker. Paul lag samen met een stel anderen in het restaurantgedeelte, dat verder helemaal afgesloten was. Je kon er een speld horen vallen. De Estonia was een groot modern schip, dus er zal wel niks aan de hand zijn, dacht hij.

Advertentie

Hij probeerde een logische verklaring te bedenken, totdat hij ineens merkte dat hij steeds schever begon te liggen. Andere mensen werden ook wakker en er ontstond paniek in de tent. “Toen begonnen bij mij de alarmbellen te rinkelen,” herinnert Paul zich.

Het was in de nacht van 28 september 1994. De Estonia voer zoals gebruikelijk over de Baltische Zee van Estland naar Zweden. Het was een veerboot met restaurants en cafés, voorzien van moderne gemakken als een zwembad, een casino en een bioscoop. Er waren die nacht 989 mensen aan boord, van wie de meesten nooit meer voet aan wal zouden zetten. Paul was wat dat betreft een uitzondering.

Hij wist op dat moment nog niet dat de buitenste boegklep – een groot hydraulisch luik waardoor mensen het autodek op en af konden rijden – was opengerukt door de hoge golven. Het geluid dat Paul had gehoord kwam waarschijnlijk van de scharnieren die van de klep waren gebroken, waardoor er zeewater naar binnen stroomde en het schip begon te kantelen. Toen er ook water in de restaurantzaal kwam, besefte hij dat het foute boel was en kwam hij in actie – al had hij geen flauw idee wat dat precies in moest houden.

“Ik deed mijn laarzen aan, maar realiseerde me meteen dat dat eigenlijk weinig zin had in het water,” zegt hij. “Dus toen deed ik ze weer uit.”

Paul klemde zich om een deurpost tussen het restaurant en het buitenterras, zodat hij niet vast zou komen te zitten in de overstroomde eetruimte. Uiteindelijk begon het schip om te slaan. Paul klom steeds steeds verder van het water af, totdat het schip uiteindelijk languit in het water lag en hij zich bovenop de romp bevond. Van daaruit wist hij in een reddingsvlot terecht te komen, waar hij de volgende ochtend werd aangetroffen door een reddingsteam. Hij was doodop en onderkoeld, maar nog wel in leven.

Advertentie

Paul was destijds een 35-jarige landschapsarchitect uit de Britse stad Reading. Hoewel hij nog nooit eerder in een noodsituatie had gezeten, nam hij precies de juiste keuzes op de juiste momenten. In totaal wisten 137 mensen de schipbreuk te overleven, en hij kwam er veel beter vanaf dan de meeste van hen. “Ik moest en zou het overleven, omdat ik nog niet klaar was met dit leven,” zegt hij.

Op het eerste gezicht leken de meeste andere overlevenden wel wat op Paul. Ze waren relatief jong en fit en wisten onder druk kalm te blijven. Maar over het algemeen is het profiel van mensen die dit soort dingen overleven toch een stuk complexer – niet alleen wat deze ramp betreft, maar ook in veel andere crisissituaties. Mensen die in het dagelijks leven sterk, ontspannen en zelfverzekerd lijken, kunnen in een crisissituatie net zo goed kopje onder gaan, terwijl mensen die eigenlijk niet zo robuust lijken ineens een ramp weten te overleven.

Zit hier iets van logica achter? Waarom houdt de een zijn of haar hoofd koel in crisissituaties, terwijl de ander totaal blokkeert en in paniek raakt? Is er een soort handboek voor het overleven van rampen?


1584048712711-1069823_671889276202524_566928767_n

“Ik heb nog altijd geen persoonlijkheidskenmerken kunnen vinden die specifiek bij een ‘overlever’ horen, ondanks dat ik er in dit dienstverband al tweeënhalf jaar naar op zoek ben,” zegt John Leach, senior onderzoeker naar overlevingspsychologie aan de Universiteit van Portsmouth. Maar hij denkt wel dat het met je verleden te maken zou kunnen hebben.

Advertentie

Leach houdt zich al tientallen jaren bezig met de psychologie van overleven, ook vanuit zijn voormalige functie als legerpsycholoog. Hij denkt dat het niet met je genen te maken heeft, of met je kracht, behendigheid, persoonlijkheid of geslacht, maar dat het een kwestie van ervaring is. Daarmee doelt hij niet alleen op weten waar je reddingsvest precies ligt, maar ook op situaties die je simpelweg eerder hebt meegemaakt.

Wanneer je in gevaar bent, sluit je brein automatisch de delen in de prefrontale cortex af die te maken hebben met vooruitblikken in de toekomst. Daardoor kan er meer energie vloeien naar de gebieden die je onmiddellijk in actie laten komen, zoals de basale ganglia. “We hebben het vaak over de vecht-of-vluchtreactie, maar onze eerste reactie is in principe dat we helemaal bevriezen,” zegt Leach. “Daar kijken we nog weleens overheen.”

Als je tijdens een crisissituatie ineens nauwelijks een vin kunt veroeren is dat natuurlijk niet zo handig, maar als je al eerder zoiets hebt meegemaakt kun je makkelijker in beweging komen. Door eerdere ervaringen kunnen er bepaalde neurale routes in je brein ontstaan, die oplichten wanneer andere gebieden worden afgesloten. 

Mensen die in crisissituaties hun hoofd koel kunnen houden, hebben volgens Leach vaak eerder situaties meegemaakt waarbij ze op een vergelijkbare manier moesten reageren. Als voorbeeld geeft hij Britse krijgsgevangenen die hun hoofd boven water wisten te houden omdat ze vroeger naar de kostschool waren geweest, waar ze hadden geleerd om zich staande te houden in grote groepen.

Advertentie

Door eerdere ervaringen kan de prefrontale cortex al binnen een paar minuten reageren, in plaats van binnen een paar uur. Maar emotionele veerkracht en aanpassingsvermogen zijn volgens hem net zo belangrijk als je een ramp wilt overleven. Daar heeft Leach ook veel onderzoek naar gedaan. In 1991 ondervroeg hij een groep mensen die dertien dagen ergens in Noord-Canada had moeten zien te overleven nadat hun vliegtuig was neergestort. Vijf van hen overleden, terwijl slechts twee gewond waren geraakt. De andere drie hadden gewoon de handdoek in de ring gegooid.

Dit fenomeen noemt Leach “give-up-itis” (wat hij in 2018 omschreef als “een passief copingmechanisme dat tot een disbalans in je dopamine leidt, wat de hersengebieden beïnvloedt die te maken hebben met planning, emoties en besluitvorming”). Oftewel: dat je je overlevingsstand uitzet als je alle hoop hebt opgegeven. Dat verklaart ook waarom sommige mensen ondanks alles doorzetten: zij hebben iets hebben om voor te leven.

Paul Barney zei dat hij “nog niet klaar met het leven” was – en dat hielp hem ook echt. Wat dat betreft zou de vraag niet zozeer moeten zijn waarom sommige mensen het overleven en andere niet, maar zoals Leach zegt: “Waarom sterven sommige mensen, terwijl dat helemaal niet nodig is?”

Paul heeft het idee dat het ongeluk hem met beide benen op de grond heeft gezet. Hij heeft nu meer empathie heeft gekregen voor andere mensen die in een levensbedreigende situatie zitten. “Ik kan me er nu natuurlijk beter in verplaatsen,” zegt hij. Iedereen kan wel zeggen dat je de hoop nooit moet opgeven, maar uit zijn mond klinkt dat toch net wat geloofwaardiger.


Volg VICE België en VICE Nederland ook op Instagram.