geefeconomie
Beeld door Djanlissa Pringels
kapitalisme

Deze mensen hebben al bijna tien jaar niet gewerkt voor geld

Volgens Petra en Robbert kan de “geefeconomie” het kapitalisme vervangen. "Wie geeft, ontvangt. Dat is een reeële wet."
Tim Fraanje
Amsterdam, NL

Vice kreeg recent twee mails van ene Robbert Vesseur (35), waarin hij stelt de “oplossing voor alle shit” te hebben. Met zijn vrouw Petra Smolders (40) en hun twee kinderen leeft hij “in de geefeconomie”. Sinds hij in 2011 zijn baan als bankier bij Triodos Bank opzegde, heeft hij niet meer gewerkt voor geld. Petra haakte een jaar later aan, en ze hebben twee kinderen. Het stel probeert zelf gul te zijn en vertrouwt erop dat andere mensen dat ook zijn. Met succes, want ze leven nog steeds. Op dit moment bivakkeren ze met een camper in Portugal. Ze zien hun levensstijl als een alternatief voor het bestaande kapitalisme, en willen uitgaan van “overvloed” in plaats van de “schaarste” die de motor is achter het kapitalisme. Het idee van “voor wat hoort wat” willen ze laten varen, zodat mensen alleen nog maar aan de wereld geven wat ze écht willen geven. 

Advertentie

Mijn interesse was gewekt. Ik houd erg van overvloed, en vind dat het kapitalisme in haar huidige vorm inderdaad behoorlijk aan vervanging toe is. Het produceren van goedkope, milieuvervuilende rotzooi is een geijkt businessmodel, technologie wordt gebruikt om mensen harder te laten werken in plaats van om hen te bevrijden en banken investeren nog altijd in fossiele brandstoffen en wapens omdat ze op korte termijn willen cashen. Alles draait om oersaaie dingen als efficiëntie, winstmaximalisatie en nut. Maar hoe steekt een geefeconomie precies in elkaar, en is het een reeël alternatief, of op zijn minst een nieuwe droom? Ik belde met Petra om het uit te zoeken. 

“Dit is hoe een leven in overvloed eruit ziet,” wordt er beloofd aan het begin van het filmpje dat Petra en Robbert me sturen in voorbereiding op ons gesprek (kijk hier de trailer). Er lijkt vooral een overvloed aan goede bedoelingen te zijn in de geefeconomie. Zinsneden als “ambities zijn er niet, maar we gunnen dit de hele wereld” en “we besteden veel tijd aan afstemmen” worden afgewisseld met minutenlange kampeer- en natuurshots. Op het eerste gezicht verschilt het niet heel erg van het anti-kapitalisme van de hippies. Margaret Thatcher zei ooit over marktwerking: “there is no alternative”, maar elke keer als mensen wél een alternatief proberen te bedenken voor het kapitalisme lijkt daar per se een camper en zweverige praat bij te horen. 

Advertentie

Hoe sympathiek het idee van de geefeconomie ook klinkt, ik voel daardoor al meteen enige weerstand. En ik ben niet de enige. De meest cynische reacties op de media-optredens van Petra en Robbert zijn van de strekking: “een geefeconomie, dit lijkt meer op een krijgeconomie”, omdat ze in de praktijk onder andere leven van donaties en mensen die hun huis ter beschikking stellen. Het lijkt inderdaad erg moeilijk te bepalen wat dit stel nu precies “geeft”.

Het is ook een vraag die, volgens hun blog, niet relevant is in de geefeconomie. Hun belangrijkste gift aan de wereld is juist hun positieve mensbeeld en dat ze hun leven leven zoals ze het leven. Petra verrijkt de wereld bovendien met inspirational instagram-quotes als “Van geld boven alles ging ik naar mijn Zijn boven alles”. In veel interviews die het stel heeft gegeven is de muur van onbegrip waarop ze stuiten echter een belangrijk onderwerp van gesprek, en dat is ergens zonde. “Veel mensen willen nu eenmaal niet ontvangen,” zegt Petra over de mensen die hen niet begrijpen. 

Volgens Petra komt de ergernis van de meeste mensen die kritiek op hen hebben vooral voort uit een weigering om te erkennen dat het überhaupt anders kan. “Of het zijn mensen die hoog staan op de maatschappelijke ladder, en dikke carrière hebben gemaakt, en mega veel geld. Of het zijn mensen die slachtoffer zijn van het systeem. Die echt het idee hebben dat ze aan het overleven zijn. Dan is het niet leuk om te horen: het kan ook anders. Je kan er ook uitstappen.” 

Advertentie

Voor mensen die, bijvoorbeeld, onderbetaald werk doen in een fabriek is de boodschap “je kan er ook uitstappen,” in potentie juist hoopvol. Volgens mij is het vooral pijnlijk dat Petra en Robbert de suggestie lijken te wekken dat deze “slachtoffers van het systeem” hen nodig hebben om te fantaseren over een beter leven. 

Want een praktische praktische handleiding om je aan het kapitalistische juk te ontworstelen geven ze dan weer niet. “Het is moeilijk om het echt concreet te maken, want je gebruikt andere woorden, in de geefeconomie. Het begint met geloven dat we in verbinding met elkaar leven en dat je er helemaal mag zijn als mens, daar hoef je niks voor te doen. Je houdt op met dat nuttig zijn en gaat nadenken over de vraag: wat heb ik te geven? En dan heb je misschien geen baan meer, en dat is in het begin spannend of doodeng. Maar dan ga je vertrouwen: ik geloof dat dit voor elk mens de weg is. Vertrouwen, dat is het in de kern. En dan ga je ook ontvangen, want dat is een reële wet, wie geeft, die ontvangt. Maar het kan een tijdje duren.”

Voor Petra en Robbert leek deze “wet” in ieder geval te werken, want na vier jaar volharden in hun geefeconomie, kregen ze bijvoorbeeld een hele grote donatie. En hoewel geld niet per se belangrijk is in de geefeconomie, hielp dat toch wel om hun visie uit te bouwen. “De grootste gift die we ooit hebben gekregen is 250.000 euro. Dat is wel eens serieus bedrag. Daar kun je wat mee.” Ze gaven het gedeeltelijk weg. “Aan mensen waarvan we dachten, die hebben een goed project, of een gaaf verhaal. Die zijn lekker bezig en voegen waarde toe aan de wereld.” Ook begonnen ze een plek waar mensen met hen mee konden leven. “Ze hoefden zich nergens zorgen over te maken, en alleen maar te voelen: wat heb ik te geven? Maar mensen konden daar niet in mee.” Petra zegt het niet jammer te vinden dat in al die jaren nog nooit iemand zich ook definitief aan hun visie heeft verbonden. “Het is vooral jammer voor die mensen zelf.” Ze zegt dat ze wel het gevoel heeft dat steeds meer mensen inmiddels wat meer klaar zijn voor dit idee.

Anders dan hun tijdelijke geefeconomie-collega’s vervelen ze zich nooit. “Robbert en ik kunnen nog jaren praten over geefeconomie en over kapitalisme.” Toch merkt Petra dat het soms wel héél harmonieus is in de geefeconomie. “Er is geen enkel drama. Ergens is het heel saai. Er is nergens weerstand, er is nergens manipulatie. Dat wat gevoeld wordt, wordt gevoeld.” Ze haalt haar externe prikkels nu uit de reacties op hun project. “Nu zijn we weer even in de media. Daar kan ik dan wel weer even op teren.”   

Het idee van een “geefeconomie” doet denken aan de “gift economy” zoals Charles Eisenstein die beschreef in zijn boek Sacred Economics (2011). Ook hij gaat uit van overvloed in plaats van schaarste. Eisenstein beschrijft een mogelijke economie gebaseerd op geven als een manier om (onder andere) de verbinding tussen mensen te herstellen. Want waar een geldtransactie het contact tussen koper en verkoper in principe afsluit, opent een gift juist een relatie, omdat er niet direct wat tegenover staat en er dus een bepaalde verwachting vanuit gaat. Petra benadrukt dat een “gift economy” iets anders is dan een geefeconomie. “Een gift moet daadwerkelijk onvoorwaardelijk zijn, en dan komt de verbinding vanzelf.” 

Ironisch genoeg heeft die principiële houding ervoor gezorgd dat bepaalde vriendschappen gesneuveld zijn. “Je moet je altijd afvragen of het een waardevolle vriendschap is of alleen maar contact.” Ook met hun gulste weldoener spreken ze niet meer. “Wij zijn niet lief geweest tegen haar, maar wel liefdevol. Wij nodigden haar uit in de geefeconomie, maar dat lukte niet, want ze had allerlei voorwaarden. Ze wilde zich ware inkopen in de geefeconomie,” zegt Petra lachend. “Het is grappig, want dat is zo'n ultiem kapitalistische gedachte. ‘Ik wil er zo graag bijhoren, ik geef jullie een hele grote gift.’ Je kunt niet door een bak met geld in de geefeconomie komen, er is geen shortcut, je moet springen en gaan vertrouwen. Wij hebben die gift wel onvoorwaardelijk geaccepteerd, maar haar verwachtingen hebben we er niet bij geaccepteerd. Die voelden we wel, maar we hebben ze aan de kant gezet, waardoor ze verdwijnen. Zo hebben we dat geld getransformeerd naar een onvoorwaardelijk bedrag, waardoor wij het vrij konden gebruiken. Het was écht die geefeconomie, het was niet het geld van een ander, want zij had dit gewoon aan ons gegeven.”

Het is interessant hoe hard Robbert en Petra breken met de regels van het kapitalisme. Hun weigering om compromissen te doen roept allerlei belangrijke vragen op over de waarde van geld, de rol van werk, en sociale verhoudingen in het algemeen. Antwoorden lijken ze dan weer niet te hebben, of te willen geven. De compromisloosheid en de volledig nieuwe set van regels (die er blijkbaar wel degelijk zijn) zijn daardoor wat mij betreft ook meteen de zwakte van hun idee. Vooralsnog voelt de “geefeconomie” daardoor voor mij als een erg particulier experiment dat toevallig goed voor heeft uitgepakt voor Petra en Robbert, maar ik gun ze alle geluk.