Ik hou niet van elven, maar na het WK-Hearthstone in Amsterdam ben ik hooked
Alle foto's via Blizzard

FYI.

This story is over 5 years old.

Tech

Ik hou niet van elven, maar na het WK-Hearthstone in Amsterdam ben ik hooked

In de Beurs van Berlage was een miljoen dollar te winnen.

In de Beurs van Berlage in Amsterdam vond afgelopen weekend het wereldkampioenschap Hearthstone plaats. Duizenden fans reisden van heinde en verre naar onze hoofdstad om vier dagen lang te kijken naar een paar dudes die heel erg goed zijn in een virtueel kaartspel. Nog eens achthonderdduizend mensen keken online mee via een gelikte live-registratie. Zij zagen hoe de Taiwanees tom60229 na een bloedstollende finale 250.000 dollar mee naar huis mocht nemen.

Advertentie

Voor veel mensen, mezelf incluis, is het moeilijk te begrijpen dat je urenlang kunt kijken naar hoe anderen zitten te gamen. Maar esports is uitgegroeid tot een miljardenbusiness; de prijzenpot in Amsterdam bedroeg een miljoen dollar. En beter ga ik snel begrijpen waar mensen het over hebben.

“De hele business is echt geboomd,” zegt Thijs Molendijk. Twee jaar geleden stond híj op het podium, toen nog op het jaarlijkse BlizzCon-evenement in Californië. Het prijzengeld is bijna vertienvoudigd. “Op BlizzCon haalde ik de halve finale en won ik 25.000 dollar. Als ik hier even ver was gekomen had ik 150.000 gewonnen,” mijmert Molendijk. Terwijl ik hem spreek ergens in een interviewruimte barst in de grote zaal gejuich los. “Ik zit hier wel met een dubbel gevoel, ja.”

Maar hij is niet zuur. ThijsNL, zoals Hearthstone-spelers hem kennen, is een van Nederlands grootste exportproducten. Hij deed twee keer mee aan het WK, werd tweemaal Europees kampioen en op streamingplatform Twitch is hij met 438.000 volgers een van de allergrootsten. Hij verdiende alles bij elkaar zo’n 200.000 dollar aan prijzengeld. Op zijn hoogtepunt hoorde hij bij de drie beste spelers ter wereld.

Omdat hij zich dit jaar niet wist te kwalificeren voor de WK-finales, heeft Molendijk in de Beurs van Berlage tijd om rond te lopen. Hij heeft constant een stoet van tientallen mensen achter zich aan. Iedereen wil een glimp opvangen van de 23-jarige wereldster met de eeuwige glimlach. “Die mensen komen van de andere kant van de wereld,” vertelt Molendijk. “Ze komen uit Australië, Zuid-Amerika, China en Japan. Voor dit event, maar ook om mij te ontmoeten.”

Advertentie

Omdat ik zelf niks begrijp van zulk fandom besluit ik een paar bezoekers aan te spreken. Al gauw blijkt dat het een hele opgave is om Nederlanders te vinden, hier in Amsterdam. Twee Wit-Russen – jong, blond, gekluisterd aan het live-scherm in de Grote Zaal – vertellen dat ze op de bonnefooi naar Amsterdam zijn gereisd. Er waren geen passe-partouts meer, dus moesten ze voor tientallen euro’s losse tickets kopen voor alle vier de dagen.

Hoe die laatste game verliep, mijn God, dat zag niemand aankomen. Ik knik en vertel hem dat ik niks van Hearthstone weet.

In de Graanbeurszaal tref ik een jong Duits koppel. Dit tripje naar Amsterdam was zijn kerstcadeau voor haar. De stad boeit ze niet, ze zijn hier voor Hearthstone. Een Oostenrijkse dude vertelt me even later over de zinderende kwartfinale tussen Fr0zen en Sintolol, een strijd tussen Priest en Mage. Het is een van de beste wedstrijden die hij ooit heeft gezien. Hoe die laatste game verliep, mijn God, dat zag niemand aankomen. Ik knik en vertel hem dat ik niks van Hearthstone weet.

Ook in de persruimte is het gaande. Journalisten van over de hele wereld kijken er naar het scherm alsof hun leven ervan af hangt. Ze zuchten, juichen, schreeuwen en kijken elkaar vol ongeloof aan wanneer er blijkbaar weer iets legendarisch gebeurt.

Iedereen die ik spreek, vertelt me dat Hearthstone zo toegankelijk is. De game is gratis, je pikt het zo op, en in feite kan iedereen met een beetje doorzettingsvermogen er goed in worden. Het is geen exclusief feestje zoals Counter-Strike, Quake of andere shooters waar je tientallen uren moet trainen om drie milliseconden van je reactietijd af te schaven – en waar je meteen verrot gescholden wordt als je A: heel slecht, B: heel goed, of C: een vrouw bent.

Advertentie

“Geloof me, je begrijpt het na drie potjes. Je gaat het sowieso leuk vinden.”

Die toegankelijkheid maakt het leuk om te kijken. De boys (want het zijn altijd boys) op het scherm zijn dan wel wereldsterren, het zijn geen superhelden in de categorie Lionel Messi of Usain Bolt. De emotie is hetzelfde als bij traditionele sporten, alleen is de afstand tussen fan en fanobject een stuk kleiner. Wat zij kunnen, kunnen de bezoekers hier ook. En ik ook, zegt de Oostenrijker: “Installeer die game nou maar. Geloof me, je begrijpt het na drie potjes. Je gaat het sowieso leuk vinden.”

Voor de journalistieke waarde van dit verhaal gehoorzaam ik en download ik Hearthstone. Ik game regelmatig, maar heb een hardnekkige allergie voor alles wat met fantasy – draken, trollen, wandelende bomen – te maken heeft. Onder het mom van ~research~ zie ik dat even door de vingers en voor ik het weet ben ik vier uur verder. En is zaterdag zondag geworden. En lig ik met een kater in bed weer verder te spelen. En had ik dit artikel al drie keer kunnen schrijven als die game niet zo… prettig was geweest.

Nu ben ik hier niet om je te vertellen over het weekend dat ik een gameverslaving kweekte. Wel wil ik je vertellen dat iedere bezoeker van de Beurs gelijk heeft: ik begrijp Hearthstone inderdaad na een kwartiertje spelen. Het is een lichtvoetige denksport waarbij het nodige geluk komt kijken – het blijft een kaartspel – en na een paar uur spelen voel ik de spanning op het podium en ga ook ik mild crazy bij de finale tussen tom60229 en Fr0zen.

Advertentie

Het is gemakkelijk om als buitenstaander lacherig te doen over de toewijding waarmee gamers naar een evenement als dit afreizen – maar ik krijg het idee dat iedereen er meer plezier uit haalt dan de gemiddelde voetbalfan uit zijn wekelijkse tocht naar het stadion. Van alle onderlinge haat en nijd, zoals in de Kuip of Arena, is hier geen spoor te bekennen. Ergens is het daarom jammer dat we in Nederland nog geen reet van esports begrijpen. We zijn een klein landje in pro-gaming. De keuze van Blizzard viel dan ook niet op Amsterdam vanwege de sterke competitieve scene, maar omdat het bedrijf de Beurs van Berlage zo’n tof gebouw vond.

Niet voor niets vliegen Nederlandse e-celebrity’s als Thijs Molendijk wekelijks de wereld over. In Amerika is esport big business, in Azië is het een even groot onderdeel van de maatschappij als traditionele sporten dat zijn. “Ik kom daar op het vliegveld en dan staan er meteen drommen mensen klaar om je een hand te geven en met je op de foto te gaan,” vertelt Molendijk. “In Europa zijn we nog zoekende.” Toch begint er ergens iets op te bloeien, zelfs in Nederland. “Het wordt meer geaccepteerd. Mensen zien hoe groot het is, hoeveel mensen er wel niet mee bezig zijn. Nederland begint ervoor open te staan.”

We kunnen in ieder geval zeggen dat we met het wereldkampioenschap Hearthstone in Amsterdam voor eventjes het coolste land ter wereld waren. Het was uitverkocht. Het had de grootste prijzenpot ooit in de op twee na populairste esport ter wereld. We staan op de kaart, of we daar nu klaar voor zijn of niet.