FYI.

This story is over 5 years old.

nieuws

Brazilië schrikt van haar eigen opstand

De Brazilianen lijken zelf net zo verrast over hun spontane opstand als de geschrokken politici en opiniemakers van het land, zegt correspondent Marjon van Royen.

Marjon van Royen (55) was jarenlang correspondent voor de NOS in Brazilië, tot zij eind vorig jaar bruut de laan uit werd gestuurd, tot groot verdriet van haar fans. Marjon woont en werkt nog steeds in Rio de Janeiro, wat al veertien jaar haar standplaats is. Bekijk ook de showreel die Marjon maakte van haar reportages in Zuid-Amerika. Marjon staat bekend om haar persoonlijke betrokkenheid bij de verhalen die zij vertelt. We vroegen haar om voor VICE een verslag te schrijven van de protesten die momenteel door Brazilië razen.

Advertentie

“Ik ben tégen,” zegt de beroemde tv-presentator José Luiz Datena. Elke week peilt hij de meningen van de Braziliaan. Dit keer over de protestgolf die door Brazilië woedt. Zoals altijd weet hij zeker dat het volk naar hem luistert: “Die demonstraties betekenen wanorde en vandalisme,” doceert hij. Dus: “Bent u vóór dit soort protesten?” Onder in beeld verschijnt een teller met het aantal ja- en nee-stemmen.   En dan gebeurt er iets wat ik in het gezagsgetrouwe Brazilië nog nooit heb gezien. Het volk gehoorzaamt niet meer. De ja-teller in beeld schiet omhoog. De presentator raakt in de war. Hebben de mensen zijn vraag wel begrepen? “Voor de duidelijkheid,” zegt hij. “Bent u voor wanorde?” Ja, stemt de meerderheid prompt. “Ik niet. Dit zijn vandalen! Dit is geweld.” Wanhopig gooit hij zijn autoriteit in de schaal: “IK ben tégen. IK zeg ‘nee’ tegen de wanorde! En u?” De ja’s zwiepen alleen maar verder omhoog. Een verbijsterde presentator besluit dat er iets mis moet zijn met zijn stemmenteller. Hij gooit de uitzending op zwart, en verordonneert een nieuwe telling. “Bent u voor wanorde?” Ja, antwoorden de mensen. Bijna drie keer zo veel als nee.

Doodshoofd
De aanleiding voor de protesten lijkt futiel: een verhoging van 20 centavos (7 eurocent) van de prijs van een buskaartje. Hoe vaak is dat niet gebeurd? Een land van overvolle rammelbussen, bestuurd door brokkenmakers die zich Formule 1-coureurs wanen. Dit keer zei een clubje jongeren in de stad São Paulo: basta! Ze gingen de straat op, en kregen de politie in hun nek.

Advertentie

De politie in Brazilië is levensgevaarlijk. Uitgedost als militairen op missie in Afghanistan, slaan ze normaal gesproken zogenaamde ‘bandieten’ dood. Met een doodshoofd als hun embleem vallen ze met tanks de sloppenwijken binnen, op zoek naar drugsdealers. Ze moorden en schieten op alles wat beweegt. Met demonstraties hebben ze echter weinig ervaring, om de simpele reden dat Brazilië niet protesteert. De laatste grote demonstraties waren in 1985, voor de afschaffing van de militaire dictatuur. Maar de jongeren in São Paulo zijn de angst voorbij, ook al worden ze geslagen, beschoten en door traangas verstikt. Woedend trekken ze de straat op. Zonder gemeenschappelijke eisen van politieke partijen, want iedereen heeft zijn eigen persoonlijke frustraties die ze uiten op zelfgemaakte bordjes. “Het gaat om meer dan 20 centavos,” heeft een meisje in nette blokletters op haar bordje geschreven. “Strontgenoeg van de corruptie,” verzuchten de hanepoten op een ander bordje. Een jonge vader heeft zijn bordje op de rug van zijn baby vastgespeld: “Ook ik ben een relschopper.”

Vriendjespolitiek
Afgelopen zondag ging de politie opnieuw als een dolle tekeer. Dit keer tegen groepjes demonstranten die protesteerden bij de pas verbouwde voetbalstadions in de hoofdstad Brasilia en in Rio de Janeiro. Binnen worden wedstrijden van de FIFA Confederations Cup gespeeld: een soort generale repetitie voor het WK voetbal van volgend jaar in Brazilië. De overheid geeft 22 miljard euro uit aan de organisatie van het WK. Dat is meer dan de drie vorige WK’s bij elkaar, terwijl de mensen in Brazilië sterven op de stoep van ziekenhuizen omdat er geen geld is voor openbare gezondheidszorg. De door de FIFA verordoneerde bouwprojecten zijn voor de politieke elite een ware orgie van corruptie en vriendjespolitek. Naar buiten toe is Brazilië alleen maar trots en blij.    Nu staat het WK-schandaal op de kaart. In de demonstraties vindt een miraculeuze vermenigvuldiging van bordjes over het onderwerp plaats. “Als je kind ziek is, breng hem dan naar het voetbalstadion,” schampert een meisje op haar bordje. Een punker droomt: “Nu nog het land buiten de stadions aanpassen aan de FIFA-norm.” En dan zie ik het bordje met de parodie op de verbouwingen voor het WK: “Sorry voor de overlast, we zijn Brazilië aan het veranderen.”

Oud wijf
Kan deze beweging Brazilië echt veranderen? Als de voetbalkoorts toeslaat, worden de opstandige bordjes dan niet even makkelijk weer verruild voor de nationale vlag? Mijn vrienden in de sloppenwijken klinken cynischer dan erbuiten. Ik ga in elk geval naar de volgende demonstraties. Niets machtiger dan een lijflijk gevoel van solidariteit. Of vind ik dat alleen omdat ik een oud wijf ben uit het vlezige tijdperk vóór Facebook? Intussen zijn in verschillende steden de bustarieven weer teruggedraaid. Ook las ik zojuist het bericht dat de linkse regering de burgemeesters van São Paulo en Rio onder druk zet om hetzelfde te doen. “We spelen de bal gewoon terug,” zou de vrouwelijke president Dilma Rousseff in de wandelgangen hebben gezegd. “Dan zakt de zaak vanzelf in elkaar.”