Juni, de maand waarin jij ofwel de limieten van je kortetermijngeheugen opzoekt in de blok of de grenzen van je horeca-uitgaven verlegt op terras. Maar juni is ook de maand waarin kunststudenten hun laatste zweet en tranen stoppen in de eindwerken waar ze een jaar van hun leven voor opgaven — of toch tenminste 10 maanden. Om al dat harde werk met de wereld te delen, organiseren zowat alle academies publieke toonmomenten, en er zijn er weinig die zoveel (pers)aandacht krijgen als het toonmoment van de studenten van de modeacademie van Antwerpen.
Advertentie
Dat de show van de Antwerpse Modeacademie zoveel aandacht krijgt is niet heel verwonderlijk. Alumni hebben België op de internationale modekaart gezet en doen dat nog steeds — al verdient La Cambre toch een even grote loftrompet met oud-studenten als Anthony Vaccarello of Marine Serre. In Antwerpen zijn de bekendste alumni Dries Van Noten, Ann Demeulemeester, de andere leden van de ‘Antwerpse Zes’, een groep van ontwerpers die in ‘86 hun collecties samen presenteerden in Londen, Raf Simons (die nu Prada’s creatief directeur is) en recenter Rushemy Botter, die met partner Lisi Herrebrugh BOTTER runt wanneer ze geen creative direction doen bij Nina Ricci. Ieder jaar springen modejournalisten op de nieuwste alumni van Antwerpen, op zoek naar het volgende talent dat een household name zal worden in de traditie van de Zes. Dit jaar zetten wij ons geld in op Mohammed El Marnissi, Giorgia Galfré, Huize You, Ingmar Patton Plusczyk, Vincent Thürstein en Angelika Öllinger. Hun afstudeercollecties vertoonden een onmiskenbare eigenheid en smaken naar meer. Maar hoe ga je van een succesvol eindwerk, naar het echte werk? VICE sprak Florentina Leitner (25), Adult Antwerp’s Raphaële Lenseigne (29), Shuting Qiu (26) en Linus Leonardsson (24), vier alumni van de Antwerpse modeacademie met een eigen merk, over de invloed van de Academie en hoe je als jonge ontwerper je eigen Huis opbouwt na je afstuderen.
Advertentie
De invloed van Antwerpen
Advertentie
Ook Linus raakt in Antwerpen geïnspireerd om gedurfdere creaties te maken. “In het begin van mijn studies, hield ik vast aan een bepaald minimalisme. Ik was helemaal van ‘zwart is ook een kleur’, en maakte abstracte ontwerpen die mode heel serieus nemen. Het was een tegenreactie op de gedachte dat de industrie maar oppervlakkig is. In België ontdekte ik echter dat je ook heel serieus kan zijn in de manier waarop je speelse onderwerpen en kleur benadert.” Ook Raphaële vond haar thuis in de Academie door de vrijheid die de studenten krijgen. “Ik heb me voor verschillende scholen aangemeld, die vaak veel minder vermaard waren dan de Academie, maar ik raakte nergens binnen. Het was een vriend die me richting Antwerpen wees, omdat de school bekendstaat om haar experimentele karakter. Toen ik er aankwam voelde het meteen als een plek waar ik mocht groeien.”
Baas in eigen Huis
Advertentie
Ook Linus probeert met hun eigen merk om mode minder gendergebonden te maken. “Ik zag een groot gat in het modelandschap op vlak van gender non-conforming kledij. Heel wat merken claimen wel genderfluïde of unisex te zijn, maar er zijn er maar weinig die dit op een modieuze en speelse manier benaderen. Het gaat veelal over oversized kledij die voornamelijk uit de traditioneel mannelijke kleerkast komt. Als je dan toch eens een cisgender man in een jurk ziet, is het vaak niet eens glamoureus, strak noch sexy. Daar wil ik met mijn merk verandering in brengen.”
De toekomst van (de) mode(industrie)
Volg VICE België en VICE Nederland ook op Instagram.