FYI.

This story is over 5 years old.

Tech

Een ‘natuurlijk’ product bestaat niet

Een 100% natuurlijk product haal je niet uit de supermarkt, maar uit het bos.

Ik ben gisteren begonnen aan een chocoladepaashaas. Ja ik weet het, Pasen is voorbij, maar hij was in de aanbieding, oke? Het is een hele gewone paashaas van een niet nader te noemen merk, waar een logo met '100% natuurlijk' op staat: een groen vlak met daarin een blaadje en een lachend gezichtje. Hier kreeg ik meteen een goed gevoel bij. Want dit was geen kwaadaardige kunstmatige chocoladepaashaas, maar een oprechte, puur natuur paashaas.

Advertentie

Maar wat betekent dat eigenlijk, een 'natuurlijke' paashaas? Chocoladepaashazen huppelen niet vrolijk rond in het gras en ze groeien ook niet aan bomen: ze worden gemaakt in een fabriek door middel van een geautomatiseerd proces waar weinig natuur aan te pas komt. Wat maakt deze paashaas dan zo anders dan een 'kunstmatig' exemplaar? Wat betekent de term 'natuurlijk' überhaupt bij voedsel?

Ik belde doctor Tiny van Boekel, hoogleraar levensmiddelentechnologie aan Universiteit van Wageningen, om hier antwoord op te krijgen. Volgens hem is de term 'natuurlijk' niet beschermd (in tegenstelling tot ecologisch en biologisch) en zijn er dus geen regels voor of je het wel of niet op een verpakking mag zetten. Iedereen mag het overal voor gebruiken.

Volgens Van Boekel zijn eigenlijk alleen producten die direct uit de natuur gehaald worden honderd procent natuurlijk. Hij is dan ook kritisch op de manier waarop het woord te pas en te onpas gebruikt wordt in marketing. "Het begrip 'natuurlijk' is heel diffuus en slecht gedefinieerd. (..) Zoiets als kaas of brood is een heel bewerkt product, dus dat kan nooit natuurlijk zijn."

In deze zin is mijn paashaas dus helemaal niet natuurlijk, aangezien het een bewerkt product is dat niet kant-en-klaar in het wild te vinden is. Dit betekent echter niet dat de paashaas dan meteen kunstmatig of synthetisch is. Het begrip 'natuurlijk' bestaat namelijk uit meer tinten grijs dan het aantal verkochte exemplaren van het gelijknamige boek.

Advertentie

Zo heb je om te beginnen de verwarring rondom E-nummers en het verschil tussen kunstmatige en natuurlijke toevoegingen. Een E-nummer in een product betekent namelijk niet per se dat het product synthetische ingrediënten bevat. Je kunt die nummers beter zien als een afkorting voor stoffen waarvan de Europese Unie zegt dat ze veilig zijn om in voedsel te gebruiken, of deze nou ook in de natuur te vinden zijn of niet. (Ja, ook omstreden synthetische stoffen als aspartaam zijn veilig).

We zijn geneigd om bij voedsel 'natuurlijk' als iets positiefs te zien en 'kunstmatig' als iets negatiefs, maar dit is eigenlijk best vreemd.

In mijn natuurlijke paashaas zag ik tussen de ingrediënten ook een E-nummer staan, namelijk E160a: een kleurstof die ook wel bètacaroteen genoemd wordt en in het lichaam fungeert als basis voor vitamine A. Bètacaroteen wordt meestal in een lab geïsoleerd uit planten zoals wortels, maar het kan ook nagemaakt worden. Dit soort chemicaliën worden ook wel natuur-identieke ingrediënten genoemd, vertelde Van Boekel me. Volgens Van Boekel zijn deze stoffen chemisch exact gelijk aan de natuurlijke variant. Het is dus hetzelfde molecuul. Dit maakt ze tegelijkertijd kunstmatig en natuurlijk: ze zijn niet anders dan de natuurlijke variant, maar wel door mensen geproduceerd. (Dit in tegenstelling tot synthetische stoffen, die niet in de natuur voorkomen.)

Het is niet te zeggen of het bètacaroteen in mijn paashaas uit wortels komt of uit een lab, maar dat maakt dus eigenlijk ook helemaal niets uit. De chocolade bestaat volledig uit ingrediënten die ook in de natuur gevonden kunnen worden, en is in dit opzicht natuurlijk. Maar zoals Van Boekel zei, is de paashaas wel degelijk een bewerkt product, en dus niet natuurlijk in de strikte zin van het woord. Daarnaast komt bètacaroteen – net als vrijwel alle smaak- en kleurstoffen in voedsel – sowieso uit een lab, of het nu de natuurlijke of natuur-identieke variant is.

Advertentie

Los daarvan zou je zelfs bij ogenschijnlijk volledig natuurlijke producten als eieren, groente en fruit kunnen beargumenteren dat deze niet natuurlijk zijn.

Zoals in deze YouTube-video van AsapScience uitgelegd wordt, staat het groente en fruit dat in supermarkt ligt ver af van het groente en fruit in het wild, omdat het door mensen zo geteeld is dat het zo goed mogelijk bij onze wensen aansluit. De watermeloen bijvoorbeeld was oorspronkelijk slechts vijf centimeter lang en heel bitter, maar door eeuwen van soorten kruizen in een gecontroleerde omgeving zijn ze geëvolueerd tot de enorme, zoete vruchten waar we ze van houden. Een groot deel van het groente en fruit in de supermarkt is dan ook zo veredeld dat ze in het wild niet meer zouden overleven, zei doctor René Smulders van de Universiteit van Wageningen, wat betekent dat ze in deze zin eerder kunstmatig dan natuurlijk zijn.

"Mensen weten niet meer wat er precies gebeurt tijdens de productie van voedsel. De industrie is niet open genoeg."

Eigenlijk is zo goed als niets van wat we in de supermarkt kopen écht natuurlijk. Toch maakt dit het niet meteen minder goed of gezond. We zijn geneigd om bij voedsel 'natuurlijk' als iets positiefs te zien en 'kunstmatig' als iets negatiefs, maar dit is eigenlijk best vreemd. Dingen die direct uit de natuur gehaald worden, zoals natuurlijk water uit een of andere sloot, bevatten vaak veel meer potentieel schadelijke bacteriën dan bewerkte voedingsmiddelen, zoals uitvoerig bewerkt kraanwater. Daarnaast zijn veredelde gewassen vaak stukken beter, zoals bijvoorbeeld bij de watermeloen.

Er bestaat dus een groot verschil in betekenis tussen gezond en natuurlijk, terwijl die twee in de marketing van eten constant door elkaar worden gehaald. "Mensen weten niet meer wat er precies gebeurt tijdens de productie van voedsel. De industrie is niet open genoeg. Als je laat zien dat datgene dat wat je in een lab maakt gezond is, zal de houding van mensen misschien anders worden," zegt Van Boekel.

Misschien is dat nog wel de belangrijkste conclusie die getrokken kan worden uit dit verhaal: we zijn vervreemd geraakt van ons voedsel, en hebben weinig inzicht in hoe de dingen die we eten gemaakt worden.

Kunstmatige toevoegingen zijn niet per se ongezond, zelfs als het volledig synthetische stoffen zijn die niet in de natuur voorkomen, maar veel bewerkte voeding bevat te veel van bepaalde toevoegingen als suiker en zout, waardoor dit soort kunstmatige voeding vaak niet bepaald goed voor je is.

Alles wat we eten bestaat uiteindelijk uit chemicaliën en bouwstenen die weer uit moleculen bestaan. Of iets gezond is of niet, hangt af van welke moleculen dit precies zijn, en in welke mate en context je ze binnen krijgt. Of het label 'natuurlijk' op een product geplakt kan worden of niet heeft hier niets mee te maken. Een logo met '100% natuurlijk' mag dan wel betekenen dat iets enkel in de natuur voorkomende ingrediënten bevat, het is zo goed als betekenisloos voor hoe gezond of natuurlijk een product écht is.