FYI.

This story is over 5 years old.

Tech

Artsen gaan dankzij AI pas echt zien hoeveel pijn een patiënt heeft

Geen doembeelden, kunstmatige intelligentie gaat mensen juist een stuk empathischer maken.
djile/Shutterstock

Praktisch het enige positieve aan hoe de samenleving op de opiatencrisis in de Verenigde Staten reageert, is dat we er nu wel over praten. Maar dat we erover praten en het probleem erkennen, betekent nog niet automatisch dat we het goed doen. Dat doen we namelijk niet. Dat komt omdat we amper over pijn praten. Meestal gaan gesprekken over de opiatencrisis over de gewetenloze farmaceutische industrie en hoe mensen er in geluisd zijn.

Advertentie

Maar toch praten we niet echt genoeg over pijn. Dat komt gedeeltelijk doordat we gewoon niet weten hoe we erover moeten praten. En dat komt weer doordat het heel moeilijk is om het op een empathische manier over pijn te hebben. Het is moeilijk om de pijn die iemand anders heeft echt te zien. In de geneeskunde is pijn een symptoom dat patiënten zelf moeten aangeven. Het belangrijkste hulpmiddel daarvoor is een simpele schaal van 1 tot 10, vaak met stripfiguurtjes erbij in verschillende staten van angst en pijn.

Pijn en lijden is een wat onverwacht onderwerp op de Re-Work AI Assistant Summit in San Francisco, maar Alonso Martinez is zowaar een nog onwaarschijnlijkere spreker. Martinez is technisch directeur bij Pixar Animation Studios en in zijn vrije tijd robotwetenschapper, maar zijn presentatie was helemaal niet technisch. In plaats daarvan hield hij een verhaal over lijden. (De opiaten-invalshoek is van mijzelf, maar het leek een goede manier om dit onderwerp in 2018 aan te snijden.) Martinez wil een nieuwe en betere definitie van lijden, eentje die minder afhangt van de subjectiviteit van mensen en in plaats daarvan werkt met kunstmatige intelligentie.

Martinez wijst erop dat pijn met MRI-scans extreem accuraat te meten is, maar dat dit duur en niet heel chill voor patiënten is. Het is ook goed voor te stellen dat dit soort scans eigenlijk overbodig is. Machines kunnen tegenwoordig hele goede modellen maken – als er maar genoeg data is – dus misschien is het wel mogelijk om iets onkwantifieerbaars als lijden te meten met bijvoorbeeld micro-expressies in het gezicht van een patiënt.

Advertentie

Martinez maakte zich niet echt druk over hoe deze nieuwe inzichten over lijden toegepast gaan worden. Het zou juist meer iets wat we zouden moeten doen zijn, of zelfs al kunnen doen. Dit inzicht is heel interessant voor de manier waarop we de wereld via kunstmatige intelligentie kunnen bekijken. “Door data krijgen we een betere kijk op onszelf,” meent hij.

Martinez put veel hoop uit dat AI nu al de stijl van het ene kunstwerk op het andere kan plakken en nou eindelijk een keer goed in Go is geworden. Dit is bewijs dat computers écht creatief kunnen zijn. Echte creativiteit is natuurlijk eigenlijk ook gewoon een vorm van leren, of van leren door ontdekken. Als computers dit kunnen, kunnen ze ook nog moeilijkere menselijke ervaringen begrijpen, zoals onze emoties.

Dit vertelde Martinez allemaal in een presentatie van een kwartiertje, maar hij had er makkelijk nog dagen over door kunnen gaan. Dit onderzoeksveld heeft meer mensen als Martinez nodig. Mensen die AI juist niet willen gebruiken om ons verder weg te brengen van een menselijke ervaring, maar er ons juist dichterbij brengen.

Dit artikel verscheen eerder op Motherboard US.