head
screenshot uit de film 
#Films

Deze filmmaker belt aan bij willekeurige mensen en doet vervolgens niets

"Er verschijnt er een hele draaimolen aan emoties op het gezicht van de mensen in de eerste minuut nadat ik heb aangebeld. Eerst verbazing, daarna komt nieuwsgierigheid, maar dat kan heel snel omslaan in angst, paniek, boosheid en agressie."
Wouter van Dijk
Amsterdam, NL

Er is iets opmerkelijks aan de hand met de manier waarop we media consumeren. Vrijwel alles in populaire cultuur lijkt te draaien om het volgen en bekijken van mensen. We volgen bepaalde personen omdat ze iets heel goed kunnen, of omdat ze heel knap zijn, maar tegelijkertijd ook omdat we bevestiging willen dat zij ook maar mensen zijn. We willen zien dat ze zich ook bevinden in de alledaagse wereld, waar ze alledaagse dingen doen. Het is een gekke, nooit aflatende zoektocht naar het normale in het uitzonderlijke.

Advertentie

De film A man and a Camera is een zegen voor iedereen die snakt naar nog meer beelden van het alledaagse. De titel van de film, gemaakt door Guido Hendrikx, vat het concept goed samen: het gaat over een man met een camera. En wat doet deze man, dan? Nou, eigenlijk niet zoveel. Dat is het hele punt. Jarenlang is Guido dwars door het land gereden om met een draaiende camera aan te bellen bij doodnormale mensen, om vervolgens niets te doen. Hij praat niet, hij legt niet uit wat hij aan het doen is, hij communiceert op geen enkele manier. Hij richt alleen een camera op mensen. 

De mensen zitten hier niet op te wachten. Of in sommige gevallen juist wel. Maar de interne zoektocht naar de juiste manier om te reageren levert in alle gevallen fascinerende beelden op. Soms lokt de camera woede uit, vaak ook een verlammend onbegrip. Af en toe wordt Guido zelfs binnen gelaten. Zo komt hij, als totale vreemdeling van wie niemand echt weet wat hij komt doen, over de vloer bij mensen die hem ontvangen als een soort doofstomme vriend.

Ik belde Guido om te vragen naar hoe de film tot stand is gekomen. 

VICE: In het begin van de film spreek je een man, ik denk uit Vlaanderen, die de deur opendoet en heel poëtisch en een beetje boos vraagt: “wat is de diepere zin hiervan?” Weet je het antwoord op die vraag inmiddels?
Guido Hendrikx:
Maar er zijn een aantal redenen waarom ik deze film zo graag wilde maken. De belangrijkste is heel simpel: ik wilde een eigenzinnige film over het alledaagse maken. Deze film is in zekere zin een soort antwoord op wat ik zie als de hedendaagse documentaire-formule. Dat is volgens mij dat er een journalistiek relevant onderwerp wordt gepakt – de bekende zanger, een bijzondere subcultuur, een onderdrukte minderheid – en dat wordt dan geportretteerd, maar niet op een vernieuwende wijze. Ik probeer dat radicaal om te draaien. Ik film de meest alledaagse mensen, op de meest alledaagse plek: hun voordeur. 

Advertentie

Een andere reden waarom ik dit graag wilde maken is om het spanningsveld te onderzoeken dat voor en achter de camera hangt. De mensen zijn zich extreem bewust van mij als maker, terwijl dat in veel documentaires niet de bedoeling is. Ik lijk onzichtbaar, maar mijn aanwezigheid is constant voelbaar. De machtsverhouding tussen filmer en gefilmde, maar ook die tussen iemand bij een voordeur en een rare zwijgende snuiter op de stoep, vond ik interessant om te onderzoeken. 

Wat ik heel mooi vindt is de vertwijfeling die je ziet, op het moment dat de mensen voor je camera totaal niet begrijpen wat je komt doen. 
Vertwijfeling ja, maar sowieso verschijnt er een hele draaimolen aan emoties op het gezicht van de mensen in de eerste minuut nadat ik heb aangebeld. Eerst verbazing, daarna komt nieuwsgierigheid, maar dat kan heel snel omslaan in angst, dan paniek, boosheid en agressie. Je ziet de mensen die schakels in heel korte tijd maken. Maar ik vind het fijn dat je vertwijfeling zegt, want vertwijfeling zorgt eigenlijk altijd voor kwetsbaarheid, en kwetsbaarheid zorgt weer voor ongemak. Ik hoor van veel mensen dat het ongemak letterlijk voelbaar is als ze de film kijken. 

De film is ook een kleine knipoog naar Man Bijt Hond. Ik vind dat een heel goed concept, maar je verliest een beetje de spanning omdat er zoveel wordt geluld. Mensen weten gewoon niet wat er gebeurt. Ik heb denk ik wel twintig keer de vraag gehad waar Gaston was, met z’n dikke cheque. Dat is iets waar mensen zich aan vasthouden. 

Advertentie

Hoe heb je het maken van de documentaire aangepakt? Heb je de wijken bijvoorbeeld lukraak uitgezocht? 
Toen ik had besloten dat ik hier een film van wilde maken, heb ik mezelf drie beperkende regels opgelegd. Dat werkt artistiek en creatief gewoon goed. Het dwingt je tot het maken van beslissingen, wat veel minder snel gebeurt als alles mogelijk is. De eerste regel is: ik communiceer niet. Ik zeg niets, maar ook non-verbaal laat ik niets merken. De tweede regel is: op het moment dat de deur opengaat, heeft degene die gefilmd wordt de regie. Zij bepalen wat we gaan doen, en wanneer we stoppen. En de derde regel is dat het zo alledaags mogelijk moest zijn. Geen bekende mensen, geen randfiguren, geen paradijsvogels. Daarom heb ik grote steden ook vermeden, in kleine dorpjes hebben mensen toch een andere relatie met camera’s. 

Het gebeurt best vaak dat mensen toch snel de deur weer dicht doen. Wat deed je daarna? Aanbellen en vertellen wat het concept is? 
Ik had briefjes bij me, voor in de brievenbus. Daarop stond dat ik terug zou komen om toestemming te vragen als ik de beelden wilde gebruiken, en als dat niet gebeurde zou ik de beelden verwijderen. Maar als mensen heel boos werden of zich gekwetst voelden, werd ik overspoeld door schaamte en ongemak. Dan had ik wel de neiging om direct aan te bellen om uitleg te geven. 

Heb je die schaamte uiteindelijk los kunnen laten? 
Toen ik zo’n vierhonderd voordeuren had gehad, kon ik het niet meer opbrengen om ermee door te gaan. Dus de schaamte werd niet minder. Ik moest elke keer over een drempel stappen. Het is een soort mengeling van schaamte en macht. Schaamte omdat je een bepaalde kwetsbaarheid opeist, je dwingt mensen haast tot een performance als je ze filmt. Maar macht omdat ik me ook letterlijk kan verschuilen achter de camera. 

Het is niet goed voor je zelfvertrouwen als mensen boos of agressief reageren op wat je doet, ook niet als je weet dat het erbij hoort. Na een tijdje kan je het goed aan zien komen als iemand echt boos aan het worden is. Als mensen eenmaal in die emotie zitten laten ze dat niet snel los. Een keer deed iemand de deur niet voor me open, maar zag ik haar vanuit het raam terugfilmen met een telefoon. Na een minuut had ik het wel gezien dus ik deed het briefje door de brievenbus, maar toen pakte ze m’n vingers om ze te breken. Het scheelde echt weinig of het was haar gelukt. 

De dingen die gebeuren in documentaires komen vaak over als spontaan, maar in werkelijkheid komt het maken van een documentaire vaak neer op eindeloos overleggen en afspraken maken met de mensen die je filmt. Denk je dat je ooit nog terug kan naar die werkwijze? 
Ik merk wel dat ik steeds meer geïnteresseerd raak in fictie. Ik zie mezelf nu geen documentaire meer maken, nee. Je bent zo afhankelijk van andere partijen en de toegang die mensen je bieden. Maar het komt ook omdat ik simpelweg geen inspiratie heb. 

A Man and a Camera is vanaf 29 juli te zien in de bioscopen. Klik hier voor meer informatie en tickets.