FYI.

This story is over 5 years old.

nieuws

We zijn dertig seconden dichter bij Doomsday

Volgens de Doomsday Clock is het einde van de mensheid sinds 1953 niet meer zo dichtbij geweest.

In juni 1947 publiceerde een aantal van de wetenschappers die het eerste nucleaire wapen ontwikkelden een plaatje van een klok met de wijzers op zeven minuten voor twaalf. Ze waarschuwden: "Als er nu oorlog uitbreekt, zullen er atoombommen worden gebruikt die ongetwijfeld onze beschaving zullen vernietigen." Twee jaar eerder hadden de wetenschappers die betrokken waren bij het Manhattanproject het Bulletin of Atomic Scientists opgericht – een tijdschrift en een organisatie met als doel het publiek te informeren over een mogelijke catastrofe, en om nucleair beleid te beïnvloeden. Sinds 1947 verzetten zij de wijzers van de Doomsday-klok om aan te geven hoe dicht de mensheid is bij totale zelfvernietiging. Op 26 januari van dit jaar, zes dagen na de inhuldiging van Donald Trump, heeft het Bulletin de Doomsday-klok verzet naar tweeënhalve minuut voor twaalf. Dichterbij is de klok sinds 1953 niet geweest, toen-ie op 23.58 uur stond nadat zowel de VS als de Sovjet-Unie waterstofbommen testten die de mensheid konden uitroeien. De toenemende nucleaire dreiging, klimaatverandering en een president die, volgens de New York Times, "heeft beloofd de vooruitgang op deze vlakken af te remmen" waren voldoende reden voor het Bulletin om de klok dertig seconden verder te zetten dan de twee jaar daarvoor, toen de organisatie de "waarschijnlijkheid van een wereldwijde catastrofe" als "zeer hoog" inschatte. "Het is geen wetenschappelijke berekening waar op de minuut een tijdsaanduiding uit rolt," legt hoofdredacteur van Bulletin John Mecklin uit. "Maar de beslissing wordt wel zeer weloverwogen gemaakt." Elk jaar komt het Science and Security Board van het Bulletin, bestaande uit klimaat- en kernwetenschappers en internationale beleidsdeskundigen, samen om de klok te verzetten op basis van wat Mecklin "existentiële risicodreigingen" noemt die "de mensheid kunnen uitroeien of een einde kunnen maken aan de beschaafde wereld." In 2017 hangt het voortbestaan van de mensheid grotendeels af van het voorkomen van een nucleaire oorlog en het treffen van maatregelen op het gebied van klimaatverandering. Trump, die wetenschappelijk bewijs dat de gemiddelde temperatuur op aarde stijgt omschrijft als een Chinese hoax, heeft sinds hij president werd een voormalige CEO van een oliegigant benoemd tot minister van Buitenlandse Zaken en een klimaatscepticus aangesteld als hoofd van het Amerikaanse milieuagentschap. Trump is ook van plan om het klimaat- en waterbeleid van Obama terug te draaien zodat mijnbouwbedrijven hun afval in waterwegen kunnen dumpen. Zijn doel, zegt hij, is om "zinloze regelgeving af te schaffen die behalve het verzwakken van de economie geen enkel nut heeft." Vorige week maakte Trump ook nog officieel bekend dat de Verenigde Staten uit het klimaatakkoord van Parijs stapt.

Advertentie

Beeld door Adam Mignanelli

Zelfs met een bekwame president is het moeilijk om een goed beleid te ontwikkelen op nucleair gebied en op het gebied van klimaatverandering: het verrijkte uranium dat nodig is om kerncentrales te bouwen, kan een snelle wapenontwikkeling tot gevolg hebben, en een wereldwijd conflict, een mogelijk gevolg van klimaatverandering, kan uitmonden in een kernoorlog. Zoals de voormalig redacteur van Bulletin Eugene Rabinowitch schreef in 1947: "De dringende noodzaak van een feitelijke, realistische beschouwing als de basis voor politieke beslissingen, rechtvaardigt de bemoeienis van wetenschappers met nationale en internationale kwesties." Maar Trump, die handelt naar wat zijn adviseur Kellyanne Conway "alternatieve feiten" noemt, heeft al 194 "valse en misleidende beweringen" gedaan ten tijde van publicatie (zoals geteld door de Washington Post). Twijfel, niet de waarheid, is voldoende om het vertrouwen van het publiek in deskundigen te ondermijnen. De oorlog tegen de rede brengt ons dertig seconden dichter bij de ondergang. Maar kan de metafoor van de Doomsday Clock ons redden? Ja, de klok is slechts een metafoor – maar metaforen zijn krachtig. Volgens Mecklin hebben dit jaar meer dan tienduizend mediakanalen de beweging van de wijzers genoemd als een voorbode van een catastrofe. "De stand van de klok heeft zoveel impact," zegt Daniel Kevles, geschiedkundige aan Yale, "omdat het symbool is ontworpen door wetenschappers die deelnamen aan het Manhattanproject, en die na de oorlog hebben gepleit voor civiel en internationaal toezicht op nucleaire technologieën in de Atomic Scientists movement." Deze groep "nam een plaats in de Amerikaanse cultuur in die vergelijkbaar was met die van seculiere gewetenspredikers," voegt Kevles toe. "Ze genoten ook hetzelfde respect, en het door hen ontworpen symbool verwierf culturele en politieke significantie." Maar de klok, die op de omslag van de eerste editie van het tijdschrift Bulletin stond, was aanvankelijk niet zo letterlijk bedoeld. De bedenker Martyl Langsdorf – wiens man Alexander Langsdorf, een voormalig wetenschapper van het Manhattanproject en lid van het Bulletin was – zei dat ze de klok op zeven minuten had gezet omdat ze "dat er goed vond uitzien." Het moest de suggestie wekken dat de tijd dringt. Kunst, aldus Langsdorf, had een kracht die in tegenstelling tot de wetenschap het wonderlijke vermogen van de menselijke geest benut om iets in zijn geheel te begrijpen zonder de afzonderlijke onderdelen te zien. In een uitgave van het Bulletin uit 1959 met als thema 'Kunst en Wetenschap' schreef ze: "De kunstenaar creëert nieuwe manieren om emotie te ervaren, en de wetenschapper creëert nieuwe manieren om kennis te verwerven, maar ze sluiten elkaar niet uit."
"De klok bestaat al bijna mijn hele leven," zegt Kevles, "en elke keer dat de wijzers dichter bij middernacht worden gezet, krijg ik koude rillingen."