FYI.

This story is over 5 years old.

Tech

Hoe groot is het internet ondertussen geworden?

Het grootste probleem van het internet is de ontzettend inefficiënte inrichting.

Het web is een gigantische, opgeblazen ruimte, en dat is een serieus probleem. Het is vet. Obees. Log. Denk er maar eens over na: tegenwoordig is de gemiddelde website grofweg 2.3MB – de grootte van de oorspronkelijke Doom, zo blijkt uit een onderzoek van software-ontwikkelaar Ronan Cremi, technisch directeur van DeviceAtlas. En de totale paginagrootte "neemt onverbiddelijk toe," stelt Cremin in zijn verslag. Er zijn inmiddels meer dan 1 miljard websites, een toename van meer dan 1,000 procent in het afgelopen decennium.

Advertentie

Met andere woorden, de websites worden groter en groter, en tegelijkertijd groeit het aantal websites exponentieel. Als je al deze websites, de teksten, foto's, geanimeerde advertenties, video's, en wat er in hemelsnaam nog meer op staat, bij elkaar optelt: hoe groot is het internet dan als geheel? En maakt dat eigenlijk iets uit?

De eerste vraag is lastig te beantwoorden. Een manier om de grootte van het internet te achterhalen is door te kijken naar de hoeveelheid informatie die het webverkeer consumeert. Volgens het laatste Visual Networking Index verslag van Cisco, een jaarprognose van de schaal van internetverkeer, gaat het jaarlijkse wereldwijde webverkeer dit jaar over de zettabyte (ZB) heen. Voor de geïnteresseerden: een zettabyte is 1,000 exabytes, een exabyte is 1.000.000.000.000.000.000 bytes of een miljard gigabytes. Laten we dit vertalen naar de realiteit – op een Blu-ray disc kan slechts 50GB aan data worden opgeslagen, wat betekent dat een zettabyte aan webverkeer het equivalent is van genoeg data downloaden om 20 miljard Blu-ray discs te vullen.

Cisco schat dat het wereldwijde IP verkeer in 2020 zal stijgen naar de 2.3ZB. Dit komt omdat er dan meer dan een miljard nieuwe internetgebruikers online zijn gegaan. Dit zorgt ervoor dat de wereldwijde online gemeenschap naar de 4,1 miljard mensen groeit. Daarnaast is de verwachting dat online video's en virtual reality voor de grootste toenames in het verkeer zullen zorgen.

Advertentie

Dat klinkt op het eerste gezicht allemaal erg goed. Hoe meer informatie en content beschikbaar is, hoe beter, toch?

Niet per se. Het web is tegenwoordig ontzettend inefficiënt. Dankzij onze veel snellere internetverbindingen hebben ontwikkelaars de neiging om minder aandacht te besteden aan het creëren van efficiënte websites en de online ervaring. In plaats daarvan richten zij zich meer op het aanbieden van bijvoorbeeld 4K video, foto's met een hoge resolutie en dergelijke.

En daar zit het probleem: toegang tot deze content kost meer data. We leven in een tijd waar de meeste draadloze providers allang zijn gestopt met het aanbieden van onbeperkte data. Het gaat zelfs zo ver dat er internetproviders zijn die datalimieten proberen in te stellen om mensen zonder kabel te straffen en de inkomsten te vergroten. Je kunt dus wel zeggen dat een opgeblazen internet duurder uitvalt voor internetgebruikers.

Maar het dataverbruik is niet het enige potentiële probleem van het opgeblazen web. Gigantische, inefficiënte websites zorgen voor een slechte gebruikservaring omdat het langer duurt voordat ze geladen zijn, ze niet goed functioneren op bepaalde apparaten, en zelfs een slechte invloed op de telefoonbatterij kunnen hebben.

Cremin vertelt aan Motherboard: "De onvermijdelijke realiteit is dat het langer duurt om grotere websites te laden. Als je geen perfecte verbinding hebt, is het wachten tijdens het laden van een website ontzettend frustrerend. Websites groeien sneller dan dat de verbindingen vooruit gaan."

Tijd voor het goede nieuws. Het probleem van het opgeblazen web blijft niet onopgemerkt. Veel technologische bedrijven werken namelijk aan een lichter en efficiënter web.

Google heeft meerdere tactieken ingezet om de snelheid van het internet te vergroten. Allereerst straft het bedrijf de eigenaren van langzame, opgeblazen websites op een gevoelige plek, namelijk door ze omlaag te halen in de zoekresultaten. Daarnaast heeft Google Accelerated Mobile Pages (AMP) geïntroduceerd. Dit "open source initiatief" is ontworpen om ervoor te zorgen dat websites "bijna direct" laden op telefoons. Hiermee hoopt het bedrijf voor een snelle, gestroomlijnde online ervaring te zorgen. AMP doet dit door "strikte beperkingen op te leggen voor wat er op een pagina mag staan," aldus Cremin.

En Google is niet de enige die het web sneller wil maken. Van WordPress, die nu responsieve beelden steunt om de laadtijd op verschillende apparaten te verbeteren, tot Netflix, waar een nieuwe codeertechnologie, die 20 procent minder bandbreedte verbruikt, voor de streaming-service werd uitgebracht. En op deze manier proberen veel bedrijven het tij van het alsmaar groeiende web te keren.

De vraag is, zal iedereen het voorbeeld volgen?