FYI.

This story is over 5 years old.

Eten

Ik kan geen eten doorslikken in het openbaar

Als freelance journalist kan ik over de meest bizarre dingen schrijven, maar bij eten trek ik de grens. Niet omdat ik er niet van hou, maar omdat ik dysfagie heb en daardoor moeite heb met slikken.

Ik zal je nooit een vijfsterrenbeoordeling op Yelp geven. Om eerlijk te zijn zal ik waarschijnlijk nooit je restaurant beoordelen. Dat is niet omdat ik je niet aardig vind, of omdat ik het niet wil. Ik ben een freelance journalist, dus er is heel wat voor nodig om mij een opdracht te laten weigeren. Het is gewoon het 'ik kan geen eten doorslikken in het openbaar'-ding dat echt in de weg zit.

Toen een van de redacteuren van City Paper in Baltimore me vroeg of ik over eten wilde schrijven, heb ik helaas moeten uitleggen dat ik dat niet kon. Op dit punt in mijn carrière zijn er weinig dingen waar ik niet over wil schrijven. Ik heb undercover in een onfrisse stripclub gewerkt, ik ben bedreigd om aangeklaagd te worden (door niemand minder dan een pastoor), en ik heb zelfs tot in detail verslag gedaan van een orgie.

Advertentie

Maar bij eten trek ik echt de grens.

Het begon allemaal toen ik een keer stikte. Twee keer, eigenlijk. Beide keren was ik in het openbaar met collega's. Beide keren deed niemand iets terwijl ik de dood steeds dichterbij zag komen. Beide keren vond het eten gelukkig een weg naar beneden.

Maar er is wel iets anders blijven hangen: dysfagie. Dat betekent dat ik moeite heb met slikken.

De eerste keer verslikte ik me in een tosti. Ik zat aan het hoofd van drie aan elkaar geschoven tafels in een bar in Baltimore. De andere elf mensen aan tafel waren oude, grijze, belangrijke mannen – mijn bazen. Op dat moment werkte ik al negen jaar op de verkoop- en marketingafdeling van een brouwerij.

Dat ik aan het hoofd van de tafel zat was niet zo opmerkelijk. Ik knikte en lachte af en toe, en dat zou mijn enige concrete bijdrage zijn aan deze lunch. Maar omdat ik zo stil was, had niemand in de gaten dat ik stikte in mijn tosti.

Niemand ziet er mooi uit als ze stikt. Iedereen was in shock, maar niemand deed iets.

Er bleef gewoon iets hangen. Een stukje kaas of brood of iets anders. Het bleef hangen midden in mijn keel terwijl ik probeerde te slikken. Ik had me nog nooit verslikt, dus het was vooral heel erg verwarrend. Stikken gebeurt vrij rustig, maar zo voelt het absoluut niet. Het gaat best wel snel, dat wil zeggen: voordat je het weet ben je er geweest.

Ik sloeg mijn vuist zo hard op tafel dat de bierflesjes begonnen te dansen. Ik zag eruit als een holbewoner toen ik mezelf als een idioot op mijn borst sloeg. Ik kreeg het uiteindelijk voor elkaar om een collega aan te stoten. Hij wees naar mijn wilde optreden en begon nog harder te lachen. Wat een zak.

Advertentie

Maar zijn gezicht werd helemaal wit toen hij in de gaten kreeg wat er aan de hand was. Niemand ziet er mooi uit als ze stikt. Iedereen was in shock, maar niemand deed iets. Geen van hen was een held en dat wist nu iedereen.

Toen ik opstond, ging mijn keel opeens open en werd het spul weggevoerd.

Ik stond op en wankelde van links naar rechts als een zwangere gorilla met een probleem, in de hoop het eten los te schudden. Uiteindelijk ging het naar beneden, maar het kostte nogal wat moeite

Een jaar later, een paar dagen nadat mijn vader overleed, besloot ik mijn leven te herzien. In een impuls verliet ik de brouwerij met die idiote werkuren en oude mannen, om bij een uitgeverij te gaan werken.

Toen ik op mijn tweede werkdag met mijn nieuwe collega's ging lunchen, gebeurde het weer.

Deze keer verslikte ik me in een zacht ham-en-ei mengsel. Wederom had niemand in de gaten wat er gebeurde. Ik stond op en wankelde van links naar rechts als een zwangere gorilla met een probleem, in de hoop het eten los te schudden. Uiteindelijk ging het naar beneden, maar het kostte nogal wat moeite.

In de drie maanden die volgde at ik alleen maar soep, havermout en dingen die ik goed kon kauwen, zoals rozijnen. Ik ging niet uit eten. Ik besefte me dat het vooral psychisch was, maar mijn keel heeft wel de neiging om eten vast te houden. Vooral als ik nerveus ben, en vooral als ik in het openbaar ben.

Ik kwam vroeg aan in de hoop me te kunnen verstoppen in een hoekje, voor het interview begon, zonder te worden ontdekt. Net als een belangrijke voedselcriticus, maar dan om alle verkeerde redenen.

Advertentie

Na een tijdje begon ik weer vast voedsel te eten, maar ik kauw nog steeds erg veel. Ik ben altijd de laatste aan de tafel, met een bord vol eten dat ik heel graag weg wil werken.

Zoals meer mensen met dysfagie, help ik mezelf met slikken door mijn hand tegen mijn nek te leggen. Deze handeling is deels symbolisch, maar voor een deel helpt het ook echt lichamelijk. Een ander trucje dat ik heb geleerd, is om altijd te eten met iets te drinken erbij. Ik draai het helemaal rond in mijn mond en krijg het zo makkelijker weg, een beetje zoals glijmiddel. Vooral alcohol helpt goed.

Ik haat het om deze rare eigenschap uit te leggen aan mensen die ik niet ken, want erover praten maakt het alleen maar erger. Ik haat het wanneer vrienden een overheerlijke maaltijd voor me koken en ik ontzettend veel moeite moet doen om het weg te krijgen, met een soundtrack vol excuses tussen de hapjes door. Ik haat het dat ik niet uit eten kan gaan.

Het dichtste wat ik tot nu toe in de buurt ben gekomen wat betreft schrijven over eten, is een stuk over een Nepalese restauranteigenaar in Baltimore die toevallig ook een internationale musicalster is. Ik kwam vroeg aan in de hoop me te kunnen verstoppen in een hoekje voor het interview begon, zonder te worden ontdekt. Net als een belangrijk culinair journalist, maar dan om de verkeerde redenen.

Een beetje undercover vulde ik mijn bord met een kleine porties van alles wat het eindeloze buffet te bieden had. Diep van binnen hoopte ik dat het zo'n plek was waar je nauwelijks een halve portie kreeg.

Gedurende een uur nam ik van elk gerecht kleine hapjes, tenminste één van elk. Ik kauwde nauwkeurig en gooide er een flinke slok water achteraan. Haastig krabbelde ik een paar notities in het boekje dat naast me op de bank lag. Het was een wonder, ik ging niet dood.

Mijn relatie met eten is sterk. Ik ontdek elk klein detail van elk hapje dat ik neem. De relatie is misschien zelfs intiemer dan die van de meest bekende recensenten.

Misschien kan ik toch wel over eten schrijven.