FYI.

This story is over 5 years old.

Drugs

Een gesprek met de arts die mensen behandelt voor wietverslaving

Blijkbaar bestaat er toch zoiets als te veel van het goede.

Blijkbaar bestaat er toch zoiets als te veel van het goede. Foto via flickrgebruiker Katherine Hitt

Met uitzondering van een paar nuchtere weken hier en daar, is het eerste dat Jeffrey de afgelopen zes jaar elke ochtend heeft gedaan een joint opsteken.

Jeffrey, die 24 jaar is en als scriptsupervisor werkt, groeide op in een klein dorpje buiten Seattle. Hij begon te blowen toen hij achttien was, vertelt hij. Een vriend bood hem een joint aan toen ze een keertje bij een kampvuur zaten.

Binnen zes maanden, zegt hij, ging hij door een paar gram per dag heen.

Advertentie

"Voor mij voelde het als een klassiek geval van verslaving. Het veranderde en nam eigenlijk alle aspecten van mijn leven over. Elke ochtend stond ik op en was wiet het eerste waar ik aan dacht."

Wiet is de populairste drug ter wereld, en nu het op steeds meer plekken gelegaliseerd wordt, waarschuwen artsen als dr. Jonathan Bertram van het Centre for Addiction and Mental Health in Toronto dat dit ervoor zal zorgen dat ook steeds meer mensen erdoor in de problemen komen. Voorstanders wijzen erop dat wiet een stuk minder schadelijk is dan legale middelen als tabak en alcohol. Maar volgens Bertram betekent dat niet dat er geen gevaren zitten aan marihuana.

Hoewel het idee van een wietverslaving vaak betwist wordt – veel mensen geloven niet dat het mogelijk is – is er wel een officiële term voor mensen die meer wiet gebruiken dan goed voor ze is: "cannabis use disorder". Deze diagnose bestaat pas drie jaar – de term werd voor het eerst gebruikt in de editie uit 2013 van het naslagwerk DSM. Het Amerikaanse National Institute on Drug Abuse beweert dat er bij negen procent van de wietgebruikers sprake is van wietmisbruik.

Volgens Bertram zeggen veel van zijn patiënten dat ze wiet begonnen te gebruiken voor recreatieve redenen of omdat het hen hielp met fysieke klachten – zoals slapeloosheid – maar dat na een tijdje de voordelen die ze ondervonden van wiet begonnen te verminderen, en in sommige gevallen het wietgebruik een negatieve impact op hun leven begon te hebben.

Advertentie

"Hun gebruik gaat een groot deel van hun levensstijl en hun dag beheersen. Door hun wietgebruik kunnen ze niet meer de dingen doen die ze normaal zouden doen," zegt hij, zoals naar school gaan, werken, en hun huiswerk doen. Tieners lopen een grotere kans om een probleem te ontwikkelen, aldus Bertram.

"Ze hebben moeite om hun persoonlijke relaties in stand te houden, behalve de relaties die om wietgebruik draaien."

Jeffrey zegt dat zijn veelvuldige wietgebruik hem depressiever en emotioneler maakte.

"Ik werd heel erg kritisch op mezelf. Ik voelde me behoorlijk onzeker en dat werd steeds erger."

Hij zegt ook dat hij vaker alleen thuis bleef, minder omging met vrienden die niet blowden, ongezond begon te eten, en zijn interesse verloor in muziek. Drie jaar geleden postte hij een thread op Reddit met de titel "How heavy marijuana smoking ruined my life" waarin hij beschrijft dat hij "het tapijt afzocht naar wietkruimels, kleine beetjes stal van m'n vrienden als ze niet keken, tegen mijn ouders loog dat ik meer geld nodig had, en paniekaanvallen kreeg als ik geen wiet kon vinden."

Bertram zegt dat hij meerdere patiënten heeft die wiet gebruiken om hun angsten onder controle te houden. Dat werkt in het begin, maar als ze na een tijdje een tolerantie opbouwen en meer en meer nodig hebben om hetzelfde effect te bereiken, dan ervaren sommigen "reboundangst", waarbij hun symptomen juist erger worden door de marihuana. En hoewel het zeldzaam is, zegt hij dat mensen ook lichamelijke ontwenningsverschijnselen kunnen hebben, zoals overmatig zweten en kotsen.

Advertentie

De voornaamste behandeling, zegt hij, is cognitieve gedragstherapie – een vorm van psychotherapie die mensen helpt om specifieke technieken te ontwikkelen om met hun alledaagse gedachten en problemen om te gaan. Een tweede optie is een middel dat nabilone heet, dat wel de therapeutische effecten van cannabidiol (CBD) nabootst, maar niet de psychoactieve werking.

Maar Bertram zegt dat er veel minder bewijs is voor de effectiviteit van zulke behandelingen dan er is voor andere verslavingsbehandelingen, zoals methadon.

Toen Jeffrey het gevoel kreeg dat zijn wietgebruik uit de hand liep, vroeg hij zijn familie om hulp. Hij zegt dat zijn ouders om de beurt een paar weken bij hem introkken.

"Ik was soms angstig, maar dan was ik met mijn moeder en kon ik dus niet blowen. Dus moest ik er gewoon zelf mee dealen en erover praten."

Het lukte Jeffrey om anderhalve maand te stoppen. Maar nu, meer dan drie jaar later, zegt hij dat hij nog steeds elke dag blowt.

"Ik deed het eerst vooral om m'n emoties te normaliseren en m'n angsten te onderdrukken. Maar nu blow ik meer voor de lol."

Bertram zegt dat het mogelijk is om mensen met cannabis use disorder te behandelen door ze meer gematigd te laten blowen – maar alleen als hun impulsiviteit en vermogen om hun emoties in bedwang te houden niet beïnvloed zijn door de drug.

Over het algemeen zegt Bertram dat hij veel minder patiënten heeft met cannabis use disorder dan met andere verslavingen, zoals aan alcohol of opiaten. Toch vindt hij dat er meer onderzoek moet worden gedaan naar wietverslaving.

"Het moet zeker meer bestudeerd worden, want mensen gebruiken het en mensen hebben er allemaal een andere mening over," zegt hij.