FYI.

This story is over 5 years old.

nieuws

Interview met een Thaise mensensmokkelaar

Noi is een oud besje uit Baan Bang Khi. Ze is de spil van de mensensmokkelindustrie aan de westkust van Thailand.

Noi de 'ethische' smokkelaar op een boot.

Net iets ten noorden van het overbevolkte Thaise vakantieparadijs Phuket ligt het stadje Baan Bang Khi. Daar woont een klein oud vrouwtje met de naam Noi in een simpel houten huisje, en zij is verantwoordelijk voor het overgrote deel van de mensensmokkel aan de westkust van Thailand.

Ik was verrast dat Noi bereid was mee te werken aan een interview over haar handeltje, maar toen ze me vertelde dat ze de Thaise politie in haar zak had, werd het me ineens allemaal een stuk duidelijker – waarom zou ze iets te vrezen hebben van de pers? Noi claimt dat ze de politie niet alleen flink betaalt om de andere kant op te kijken, maar ook om actief deel te nemen aan de smokkel uit buurlanden als Myanmar en Laos.

Advertentie

“De autoriteiten in Bangladesh, Myanmar, Maleisië en Thailand werken met ons samen,” zegt ze. “Ik krijg eerst een telefoontje van de handelaren of de waterpolitie, die me vertellen waar de vluchtelingen zijn.” De meeste vluchtelingen komen met de boot en worden voor de kust verzameld. Daar pikt Noi ze op, waarna ze hen in hutten in de jungle onderbrengt.

Ze claimt trots dat alle smokkelaars die voor haar werken ethisch handelen, omdat ze hun gevangenen niet slaan. Mishandeling is bij andere Thaise mensensmokkelaars blijkbaar niet ongewoon. “Ze martelen om sneller hun geld te krijgen,” zegt Noi over haar concurrenten. “Ze bellen de familie van de ontvoerden om te zeggen dat hun dierbaren gemarteld worden. Soms worden deze mensen geëlektrocuteerd terwijl ze hun ouders aan de telefoon hebben. Als de familie het losgeld kan betalen, wordt die persoon doorgesmokkeld. Als de familie dat niet kan, wordt hij of zij als slaaf verkocht. Bij vrouwen is dat vooral in de seksindustrie.”

Een boot met vluchtelingen omsingeld door waterpolitie.

Ik vroeg Noi hoe ze denkt over de smokkelaars die hun vluchtelingen mishandelen. “Ik zou ze graag in stukken hakken en aan de honden voeren,” reageert ze lachend. En waarschijnlijk overdrijft ze niet, aangezien ze negen en een half jaar in de gevangenis heeft gezeten voor het vermoorden van een hele familie – een vader, een moeder en hun zoon. Toen ik haar vroeg waarom ze dat gedaan heeft, wilde ze alleen kwijt dat het criminelen waren, en dat ze hen met een mes om het leven heeft gebracht. “Hak, hak, hak,” gebaart ze. “De stukken gooide ik in het water, voor de vissen.”

Advertentie

Om in de gevangenis de tijd door te komen, schreef ze elke dag naar de Thaise koning. De koning heeft nooit gereageerd, maar dat weerhield haar er niet van om hem elke dag een vriendelijke brief te sturen waarin ze het verloop van haar dag voor hem uit de doeken deed: wat ze voor haar ontbijt had gegeten bijvoorbeeld, en met wie ze daarbij aan tafel had gezeten. Ze sloot elke brief af met een verzoek om gratie. Op een dag, veertien jaar geleden, kreeg ze haar zin en werd ze vrijgelaten wegens goed gedrag. Ze zegt dat ze, vergeleken met andere gevangenen, een goed leven had in de gevangenis. Nu, in haar nederige – maar bedrieglijk ruime – onderkomen, lijkt ze op je zoete, onschuldige omaatje.

Noi claimt dat wat ze doet liefdadigheidswerk is – dat ze de vluchtelingen helpt. De meeste van hen zijn islamitische Rohingya, die de etnische zuivering in Myanmar willen ontvluchten. Ze proberen de islamitische staat Maleisië te bereiken, maar daarvoor moeten ze eerst door Thailand. Aangezien ze illegaal grenzen oversteken en landen doorkruisen, is niemand anders bereid ze te helpen.

Volgens Noi is dat wat mensensmokkel niet alleen ethisch, maar ook noodzakelijk maakt. Wie haar kan betalen, wordt behoed voor ongerechtvaardigde opsluiting, seksueel misbruik of de dood in hun eigen land, en krijgt een veiliger leven. Het is een dienst die overheden, ngo’s of de VN niet aanbieden.

Noi komt een vissersboot tegen. 

Advertentie

“Er zijn er die geloven dat mensensmokkel ethisch is. Maar het wordt onethisch wanneer mensen gemarteld of verkocht worden,” legt Chutima Sidasathian uit, een lokale journalist die al jaren verhalen over mensensmokkel in Thailand verslaat. Noi beweert dat dit soort praktijken zich niet voordoen zolang zij het voor het zeggen heeft, maar aangezien ze me ook vertelde dat ze haar vluchtelingen zo min mogelijk te eten geeft, en door de manier waarop ze me met veel smaak sprak over hoe sommige vluchtelingen gemarteld werden, is het moeilijk te geloven dat ze puur ethisch handelt.

Terwijl ik met Noi sprak, wachtte mijn tolk Abu – een Rohingya die in Thailand woont – in onze auto, verderop in de straat. Hij wilde alleen meerijden naar Noi’s huis omdat de auto geblindeerde ramen heeft, waar hij zich achter kan verstoppen. Hij probeert de politie al maanden over te halen om de kampen waar de vluchtelingen verborgen worden te sluiten. Hij vertelde me dat hij de politie ooit zelfs naar een kamp in de jungle heeft geleid. “Jullie politiebureau is maar twee kilometer van het kamp bij de rubberplantage vandaan,” had hij tegen de agenten gezegd. “Het is groot, en jullie weten niet dat het bestaat. Ik zit duizenden kilometers hiervandaan [in Bangkok] en ik weet het wel.”

Door de ruchtbaarheid die hij aan de mensensmokkel heeft gegeven, heeft Abu doodsbedreigingen ontvangen en staat er een prijs op zijn hoofd . Hij is zo min mogelijk thuis bij zijn familie, voor het geval hij aangevallen wordt.

Advertentie

Ik ontmoete Ismair – een andere Rohingya die eerder dit jaar Myanmar ontvluchte – in zijn kleine houten huisje op het feesteiland Phuket. “Na een boottocht van twaalf dagen legden we aan voor de Thaise kust. Daar werden we vastgehouden door de Thaise marine en verkocht aan mensensmokkelaars,” vertelde hij.

Noi’s huis.

“Er zijn de afgelopen jaren duizenden Rohingya met de boot uit Myanmar gekomen, die vervolgens opgepikt werden door de Thaise marine of een andere tak van het leger. Mensensmokkel is een normaal onderdeel geworden in de aanpak van het probleem,” legt Chutima uit. “Er is onontkoombaar bewijs dat het leger mensen oppakt en aan smokkelaars overhandigt.”

Recente berichten suggereren dat de corruptie daar niet eindigt: volgens een lokale nieuwsbron lokte een politieman een vrouwelijke Rohingya en haar kinderen weg van een vluchtelingenopvangcentrum met de belofte hen naar Maleisië te sturen. In plaats daarvan verkrachtte hij hen meerdere keren. Chutima vertelde dat de politie in eerste instantie weigerde ook maar enige actie te ondernemen, omdat de vermeende dader in deze zaak één van hen was. Chutima stond lange tijd elke ochtend om vijf uur op om vervolgens twee uur naar het noorden te rijden en er de rest van de dag op het bureau in Phang Na bij de politie op aan te dringen actie tegen de verkrachter te ondernemen. Soms haalde ze de commandant erbij en deed ze zich voor als een journalist voor de BBC of CNN, in een poging hen verder onder druk te zetten.

Advertentie

Uiteindelijk bleek die moeite niet voor niks, en werd de agent gearresteerd. Het nieuws haalde kranten door heel Zuidoost-Azië – iets dat nooit was gelukt zonder Chutima’s doorzettingsvermogen. Helaas vertelde ze dat de aanklacht tegen de agent inmiddels is ingetrokken, omdat het slachtoffer is verdwenen.

Ismair's littekens.

Ismair liet me in zijn hut op Phuket zijn littekens zien. Hij zat wekenlang vast in een kamp, waar smokkelaars hem martelden in afwachting van het losgeld dat ze van zijn familie hadden geëist. De littekens in zijn gezicht zullen niet verdwijnen, maar hij is nu tenminste vrij en leeft tussen andere Rohingya in Phuket.

En terwijl duizenden Rohingya het geluk hebben in vrijheid te leven in Phuket of Maleisië, zijn vele anderen verkocht in slavernij – veelal aan vissers voor de kust van Thailand, Maleisië en Indonesië. Honderden andere Rohingya zien überhaupt nooit de kust. De boottocht vanuit Myanmar kan voor de honderden wanhopige vluchtelingen weken duren, weken waarin ze op gammele bootjes dicht op elkaar gepakt zitten. Door gebrek aan eten en drinken sterven velen op zee, boten kapseizen soms of er wordt aan boord gemoord. Als alles te veel wordt, verkiezen sommige vluchtelingen een snelle dood boven een pijnlijk langzame, en springen van boord.

“Een jongen vertelde me over een man die zichzelf van het leven beroofde om de anderen op de boot te redden,” zei Noi. “Hij sneed zijn keel door omdat hij wilde dat de rest zich zou voeden met zijn vlees. Toen die jongen me dit verhaal vertelde, moest hij huilen. Later lachte hij erom.”

Johnny heeft een kleine documentaire over de Rohingya gemaakt, inclusief zijn interview met Noi, die je hier kunt bekijken.

Meer over de Rohingya:

Zitten boeddhistische neonazi’s achter het anti-moslimgeweld in Birma?

Spoken in de rimboe