FYI.

This story is over 5 years old.

Tech

In gesprek met de Zweedse Minister van de Toekomst, want die hebben ze namelijk

“Politiek moet zijn aanpak veranderen om relevant en bruikbaar te blijven voor burgers,” zegt Kristina Persson.

De baan van Kristina Persson is best bijzonder. Een jaar geleden besloot Stefan Löfven, de huidige premier van Zweden, dat de 70-jarige vrouw uit Österstund de perfecte kandidaat was om de nieuwe minister van Toekomstige Zaken, Strategie en Coöperatie te worden.

Het idee achter het opzetten van zo'n ministerie was simpel. Om mee te blijven doen met de wereld van morgen moet Zweden soms in het heden minder populaire besluiten nemen. En aangezien politici, vanwege verkiezingen en agenda's, de neiging hebben om zich op de korte termijn te richten, was er iemand nodig die de langetermijnvisie bewaakt.

Advertentie

Dat is makkelijker gezegd dan gedaan en dat bewijst de politiek ons elke dag. Kun jij een politicus bedenken die het risico nam om niet herkozen te worden vanwege een betere toekomst waar zij zelf niet de vruchten van plukken? Waarschijnlijk niet. Kijk bijvoorbeeld naar de reactie van Amerikaanse politici – of beter gezegd het gebrek daaraan – op klimaatverandering.

We spraken met Persson om iets beter te begrijpen hoe het nieuwe ministerie werkt, hoe je de toekomst vormgeeft en waarom Zweden altijd een stapje voor lijkt te lopen op de rest van de wereld.

Motherboard: Laten we beginnen bij het begin. Wat betekent lange termijn voor jou en het ministerie?

Kristina Persson: Nou, dat ligt echt aan het onderwerp waar we over spreken. Het kan 5, 10 of zelfs 50 jaar zijn. Klimaatverandering is een probleem dat moet worden opgelost met regelgeving gericht op een tijdspanne van 50 jaar of meer, terwijl de uitbreiding van onze internationale samenwerkingen iets is voor de kortere termijn.

"Politiek moet zijn aanpak veranderen om relevant en bruikbaar te blijven voor burgers"

Wat zijn de gebieden waar jullie je op richten?

Het ministerie is verdeeld in drie strategische groepen. De eerste groep houdt zich bezig met de toekomst van arbeid, de tweede met het milieu en de derde met wat we "globale coöperatie" noemen. Elke groep bestaat uit mensen met verschillende achtergronden. Sommigen hebben een achtergrond in het zakenleven, anderen komen uit het sociale werkveld, uit vakbonden of van academies. De diversiteit is erg belangrijk, want we houden ons bezig met complexe problemen en zoeken naar oplossing die iedereen in de maatschappij ten goede komt. Niemand kan worden uitgesloten.

Advertentie

Kun je ons een voorbeeld geven van je werk?

We kunnen bijvoorbeeld kijken naar de toekomst van arbeid. Het is nutteloos om de technologische veranderingen en de verwachte automatisering van een hoop banen in de komende jaren tegen te gaan. Zo'n houding is kortzichtig.

Dus de werkelijke vraag is niet hoe we dit proces kunnen vertragen. Integendeel, gezien de technologische veranderingen kun je je beter afvragen hoe we ons het best voorbereiden. En hoe kunnen we garanderen dat de werkloosheidcijfers laag blijven en het niveau van ons sociale welzijn behouden blijft? Dit zijn geen makkelijke vraagstukken en als we antwoorden willen, moeten we vandaag al beginnen met zoeken.

Je ministerie is enigszins vreemd. Je werkt voor verspreid over verschillende ministeries in plaats van je eigen agenda?

Ja, de taken van het ministerie van de Toekomst overlappen met die van verschillende andere ministeries. We kunnen bijvoorbeeld werken aan een vraagstuk dat betrekking heeft op het ministerie van Arbeid, het ministerie van Financiën, maar ook het ministerie van Buitenlandse Zaken. Ik denk dat je ons het beste kunt omschrijven als een denktank van de overheid, wiens taak het is om constant anderen te betrekken in onze plannen voor de lange termijn.

Dat klinkt vrij complex. Hoe is het om met anderen te werken?
Het is niet altijd makkelijk vanwege de verschillende perspectieven van de betrokken instituten. Toch begrijpen de ministeries het belang van wat wij doen en werken ze altijd goed met ons mee.

Advertentie

We leven in een wereld die op ongekende snelheid verandert, een wereld die constant onze oude manier van werken betwist. In die context geloof ik dat de politiek zijn aanpak moet veranderen om relevant en bruikbaar te blijven voor burgers. Ze moeten experimenteren met nieuwe manieren en nieuwe oplossingen. Dit is wat wij doen binnen ons ministerie en het is grensverleggend. Veel collega's uit andere landen zijn geïnteresseerd in mijn werk en ik hoop dat andere landen ons voorbeeld gaan volgen.

Persson met mede-sociaaldemocraat Henrik Fritzon. Beeld: News Øresund - Johan Wessman © News Øresund, (CC BY 3.0)

Ik heb een beetje een provocerende vraag: is jouw ministerie niet een beetje ondemocatrisch? Het is een beetje alsof je zegt dat mensen alleen naar de korte termijn kijken en niet in staat zijn om na te denken over de lange termijn, dus laten we maar een ongekozen ministerie in het leven roepen die zich daar mee bezighoudt.

Ik snap wat je bedoelt, maar ik ben het er niet mee eens. De meeste ministeries hebben een top-down structuur. Daarmee bedoel ik dat als zij een specifieke wetgeving willen, en ze hebben het geld en de politieke draagkracht, dan hebben ze de macht om dat in te voeren. Dat is een verticale structuur, het tegenovergestelde van de horizontale aanpak die wij binnen ons ministerie hanteren.

In plaats van top-down zijn we juist voor interministeriële samenwerking en dwingen we beleidsmakers om te kijken naar langetermijnproblemen, ondanks dat dat soms moeilijk is. Ons werk is om suggesties te geven, niet om dingen op te leggen en ik ben van mening dat dit democratisch is. Daarnaast moet elk wetsvoorstel van ons goed ontvangen worden door de andere ministeries voordat het realiteit wordt, aangezien wij niet het geld en de politieke draagkracht hebben om het door te drukken bij het parlement.

Wat is naast klimaatverandering de grootste uitdaging?

Ons demografische probleem. Zweden heeft net als de rest van Europa te maken met vergrijzing. Dit zorgt voor vragen rondom het huidige pensioenstelsel en de duurzaamheid hiervan. Het probleem is makkelijk: wie gaat er betalen voor de pensioensuitkering als in de rest van de Europese landen pensioenen een steeds groter deel van het BBP opeisen en er minder mensen actief zijn op de arbeidsmarkt. We moeten daar nu al mee bezig zijn.

Als je aan het werk bent, is er dan ooit iemand die zegt: o, daar heb je Kristina weer met haar lange termijn?

[Lacht] Nee, dat is nog niet gebeurd.