FYI.

This story is over 5 years old.

Tech

We namen een kijkje bij de eerste racebaan voor drones

Onze verslaggever komt erachter dat racen met drones best wel lastig is.
Rachel Pick
New York, US

Waarom racen met drones zo leuk is? "Het is net als Star Wars," zegt Ryan Gury met een kinderlijke glinstering in zijn ogen.

Dit zei Gury enkele maanden geleden, toen we hem ontmoetten tijdens een dronerace in New York. Nu, maanden later, gaan we met hem naar Ontario in Canada waar hij op het eerste dronecircuit ooit gaat proberen om de snelste te zijn.

Tijdens deze wedstrijd gebruiken alle coureurs vitual-realitybrillen waarmee ze, via een camera op de drone, vanuit first personperspectief kunnen racen. Deze ervaring is spectaculair, maar tegelijkertijd ook duizelingwekkend en misselijkmakend. Daarom zit iedere racer stevig op zijn stoeltje.

Gury legt uit dat een dronecircuit anders is dan de gewone racebaan. De drones moeten onder poortjes door en om verschillende obstakels heen vliegen. De piloot moet goede controle hebben over zijn quadcopter, want ook maar de kleinste aanraking met een obstakel zal de drone doen crashen.

En die crashes komen heel veel voor. Zelfs Gury, die het huidige record voor de snelste ronde in handen heeft, geeft toe dat hij nog geen enkele race heeft uitgevlogen. Eén missertje en je ligt eruit. Althans, tot de volgende race dan.

De coureurs zijn goed voorbereid op de zeer waarschijnlijke ongelukken. Met een goedgevulde gereedschapskist en genoeg lijm en reserveonderdelen kunnen ze hun drone tussen de races door repareren. Coureur Daniel Pollit zegt dat het repareren soms wel wat improvisatie vergt. Hij geeft aan dat verschillende onderdelen van zijn drone gemaakt zijn van tupperware, een golfclub en een handdoekenrekje.

Onze verslaggever Patrick McGuire mag zelf ook even met een drone vliegen. Hij komt er vrij snel achter dat het racen met drones, ondanks dat het een soort volwassen versie van Mario Kart is, een hele hoop behendigheid vereist.