FYI.

This story is over 5 years old.

Tech

Vrouwen verdienen nog steeds fors minder in de mannenwereld van de wetenschap

Elke mogelijke verklaring voor de grote loonkloof tussen mannen en vrouwen wordt door deze studie onderuitgeschopt. Het blijft oneerlijk.

Het is bekend dat de wetenschappelijke wereld wordt gedomineerd door mannen. Maar uit een nieuwe studie in opdracht van het Landelijk Netwerk van Vrouwelijke Hoogleraren blijkt nu hoe erg vrouwen in de wetenschap nog steeds worden achtergesteld.

Voor de studie zijn precieze loongegevens voor mannen en vrouwen opgevraagd bij alle veertien universiteiten in Nederland. Daaruit blijkt het bruto maandsalaris van vrouwen gemiddeld 390 euro lager te liggen. 390 euro! Dat is bijna 5000 euro op jaarbasis. Het rapport onderzoekt een aantal mogelijke verklaringen voor de loonkloof, maar keer op keer blijkt dat vrouwen gewoon zonder duidelijke reden worden achtergesteld.

Advertentie

Ten eerste zou een verklaring zijn dat vrouwen gemiddeld minder hoge functies bekleden dan mannen. Van alle functies binnen de Universiteit, die verdeeld kunnen worden in de drie categorieën Universitair Docent (UD), Universitair Hoofddocent (UHD) en Hoogleraar (HL) , wordt slechts 29.5 procent vervuld door een vrouw. Hoe hoger de functie, hoe lager het percentage vrouw. Van de hoogleraren is maar 17 procent vrouw. Ook is bekend dat vrouwen minder snel promotie maken. Hoewel dit de loonkloof deels zou kunnen verklaren, bleek dat vrouwen zelfs binnen de functiecategorie nog 173 euro minder bruto salaris per maand verdienen. Het argument dat mannen meer zouden verdienen dan vrouwen omdat ze hogere functies bekleden gaat dus helemaal niet op.

Een andere mogelijke verklaring kan te maken hebben met de niveaus binnen de functiecategorie. Binnen de functie Hoogleraar heb je bijvoorbeeld nog verschillende niveaus. Vrouwen bleken dan wel vaker in een lagere schaal te zitten, maar zelfs binnen dezelfde schaalniveaus bleek echter dat vrouwen nog steeds per maand 53 euro minder verdienen dan mannen. Het is niet heel veel, maar desalniettemin oneerlijk.

Uit de studie bleek ook dat vrouwen in de wetenschap gemiddeld 4,5 jaar jonger zijn, wat ook een deel van de loonkloof zou kunnen verklaren. Vooral in de categorie van wetenschappelijk personeel boven de 51 jaar is het leeftijdsverschil het meest zichtbaar. Waarschijnlijk komt dit doordat meer vrouwen op een latere leeftijd hun wetenschappelijke baan inruilen voor iets in een ander werkgebied. Maar wanneer je het salaris van mannen en vrouwen van precies dezelfde leeftijd vergelijkt, bleek dat vrouwen alsnog 6,8 procent minder verdienen dan mannen. Ook het leeftijdsverschil kan dus niet als argument gebruikt worden.

Wat eerder als verklaring werd gegeven voor de loonkloof, is dat vrouwen vaker parttime werken en zo minder werkervaring zouden hebben. Volgens deze studie is dat onzin. Zo bleek dat de werkweek van vrouwen in 2014 gemiddeld maar een uur per week korter was. Dit zou nooit genoeg kunnen zijn om significant bij te dragen aan de loonkloof.

Nog steeds is er dus geen sluitende verklaring voor de slechtere financiële positie van vrouwen ten opzichte van mannen. Zelfs met alle correcties van functiecategorie, functieniveau en leeftijd blijken vrouwen nog steeds minder te verdienen dan mannen. We weten dat dit oneerlijk is, maar wat kunnen we eraan doen?

Volgens het advies uit het rapport moeten we in eerste instantie de loonkloof goed blijven documenteren. Wanneer universiteiten namelijk niet op de hoogte zijn van ongelijkheden, kan er weinig aan gedaan worden. Verder wordt aangehaald hoe belangrijk het is om te begrijpen wat de onderliggende redenen zijn voor de loonkloof. Zijn vrouwen misschien minder goed in het onderhandelen over hun salaris? Of zijn ze misschien gewoon minder ambitieus? Wordt hun werk misschien minder gewaardeerd? Dit is wat in een volgende studie onderzocht gaat worden. Ook kunnen we nog onderzoeken of al die mannen in hogere functies niet gewoon de andere mannen voortrekken. Misschien krijgen we zo meer inzicht in waar die ongelijkheid vandaan komt, want tot nu toe lijkt het nergens op te slaan.