FYI.

This story is over 5 years old.

Tech

Nieuw onderzoek: het darknet wordt grotendeels gebruikt voor illegale diensten

De onderzoekers willen een genuanceerd beeld geven van het darknet, dus hebben ze een groot deel van de darknetsites gecategoriseerd.

Er is op makkelijk toegankelijke darkwebsites "overweldigend" veel content gerelateerd aan illegale dingen te vinden, aldus een nieuw onderzoek.

"De resultaten tonen aan dat websites op Tor meestal gebruikt worden voor criminele diensten, waaronder drugs, illegale financiële diensten en pornografie met geweld, kinderen en dieren," schrijven Daniel Moore en Thomas Rid in Cryptopolitik and the Darknet, een essay en onderzoeksproject dat de verbanden tussen beveiliging en privacy onderzoekt. Het artikel wordt gepubliceerd in het maartnummer van Survival, een journal van het International Institute for Strategic Studies (IISS).

Advertentie

Het duo trok automatisch data van Tor en analyseerde de content om een beeld te krijgen van wat voor diensten er zoals op het darkweb te vinden zijn.

"De database-analyse toonde een overweldigende hoeveelheid illegale content aan op het Tor darknet," schrijven ze.

Gedurende een periode van vijf weken, vond het duo 5,205 sites waarvan ze 2,723 konden classificeren per inhoud. Van deze sites huisden er 1,547 illegale content – rond de 57 procent dus.

Moore vertelde Motherboard in een telefonisch interview dat een van de doelen van het onderzoek was om "wat nieuwe gematigde perspectieven te brengen" in het debat rond versleuteling.

Versleuteling is een ingewikkelde kwestie. Aan de ene kant van het debat staan overheden die meer macht willen om communicatie te ontsleutelen om criminelen te vangen, ondanks de risico's voor de data van onschuldige mensen; aan de andere kant steunen activisten versleuteling van data zonder toe te geven dat die mogelijkheden ook misbruikt zouden kunnen worden.

"Wij willen een meer genuanceerde discussie introduceren, en een middenweg vinden tussen die twee extremen, omdat ze natuurlijk niet allebei gelijk kunnen hebben," voegt Rid toe.

Moore en Rid gebruikten voor hun onderzoek een Python-gebaseerde webcrawler; een script dat door bekende darknetsites surft, nieuwe links vind naar andere sites, de content verzamelt en classificeert in verschillende categorieën.

Advertentie

De crawler begon met lijsten van darknetsites op Onion City en Ahmia, twee populaire 'zoekmachines' voor het darknet. Het script bezocht sites meerdere keren, voor het geval dat ze de eerste keer offline waren – een bekend probleem op het darknet – en sloeg zo'n 100 verschillende pagina's op. Als de content niet in het Engels was, werd het automatisch vertaald door Google Translate.

De categorieën werden bepaald door een algoritme dat geleerd was om de content in meerdere thema's in te delen. Aanvankelijk categoriseerde Moore met de hand 600 documenten onder thema's als "drugs," "social," "financieel," en een aantal andere. Als een pagina geen content bevatte, of minder dan 50 woorden, werd het in de categorie "geen" geplaatst.

Toen het systeem Moore's systeem onder de knie had, kon het automatisch de rest van de dataset indelen. Na de classificatie, selecteerde Moore willekeurig 50 sites om te checken of ze correct gesorteerd werden. "Naast twee gevallen waarin sites ingedeeld werden in de social-categorie, terwijl er informatie werd uitgewisseld over het maken van drugs, werden de categorieën correct gebruikt," schrijft hij.

"De lijn tussen utopie en dystopie kan verontrustend dun zijn."

Moore beschreef de methodologie aan Motherboard als "weloverwogen en voorzichtig."

"We zeggen niets over de inhoud van heel Tor," zegt Moore. "We hebben alleen gekeken naar een redelijk aanbod van veelgebruikte diensten voor de meeste Tor-gebruikers." Hij voegde eraan toe dat het uiteraard mogelijk is dat er meer darknetdiensten zijn die ze niet zijn tegengekomen.

Advertentie

"Wij gingen voor de sites die een gebruiker daadwerkelijk kan zien en gebruiken," zei Moore.

Het paper concludeert dat "Tor's lelijke voorbeeld zou een grotere rol moeten spelen in het debat rond technologie. Simpelweg weigeren om moeilijke en onvermijdelijke politieke keuzes te confronteren is onverstandig. De lijn tussen utopie en dystopie kan verontrustend dun zijn."

Kate Krass, woordvoerder voor het Tor-project, vertelt Motherboard in een mail, "Het lijkt erop dat de onderzoekers conclusies trekken over de waarde van oniondiensten die buiten het doel van hun onderzoek vallen. Onion-diensten zijn een gereedschap met unieke beveiligingseigenschappen die gebruikt worden voor een hoop toepassingen."

Er bestaan zo'n 35,000 unieke .onion-adressen, volgens de cijfers van Tor Project. Deze getallen worden verzameld door zogenaamde hidden-service directories; speciale knooppunten in het Tor-netwerk die het gebruik van darknetdiensten in kaart kunnen brengen. Desalniettemin komen die cijfers niet per se overeen met de sites die runnen als darknetdiensten: er vallen ook dingen als XMPP-servers onder, die gebruikt worden voor chats.

The Tor Project weigerde om vragen te beantwoorden over de methodologie die gebruikt wordt door Moore en Rid.

Al met al geeft dit onderzoek een diepere, empirische basis voor discussie rond Tor-diensten, en wellicht versleuteling in het algemeen.

Rid hoopt dat het onderzoek "het moeilijker zal maken voor iedereen die grootse en teleurstellende statements wil maken over versleuteling. Daar zijn we voorbij."