Kent Facebook je daadwerkelijk beter dan je vrienden en familie?

FYI.

This story is over 5 years old.

Tech

Kent Facebook je daadwerkelijk beter dan je vrienden en familie?

Ik liet mijn broertje, mijn vriendin en mijn beste vriend een analyse over mij invullen en vergeleek dat met de resultaten van Facebook.

"Na 150 likes kent Facebook je beter dan je beste vriend," ​kopte de Volkskrant vorige maand. En ​elke ​andere ​media, trouwens ook. Niet gek, want iedereen zit op Facebook en angstverhalen over een dystopische toekomst waarin Big Brother-Facebook alles van je weet doen het altijd goed qua clicks. Wat me echter opviel was hoe weinig kanttekeningen er bij deze bewering werden gezet. Oké, de uitspraak was gebaseerd op een wetenschappelijk onderzoek van een gerenommeerde universiteit, maar het is best raar om te stellen dat een sociaal netwerk je 'kent,' toch? Wat de fuck betekent dat sowieso? Ik wilde hier meer over weten. En de enige manier om antwoorden te krijgen was om dit zelf uit te zoeken door een aantal van mijn naasten een test over mij te laten invullen. En een psycholoog spreken, dat ook.

Advertentie

Het onderzoek in kwestie werd uitgevoerd door onderzoekers van Cambridge en Stanford en werd vorige maand gepubliceerd in ​het journal PNAS. 86.220 deelnemers vulden hiervoor een persoonlijkheidstest in, bestaande uit 100 stuks vragen, en gaven toegang tot hun likes. De onderzoekers correleerden vervolgens de likes aan de resultaten van de persoonlijkheidstest.

Vervolgens werd uit deze resultaten een database gedestilleerd die likes koppelde aan bepaalde persoonlijkheidstrekken. Zo zou het liken van 'de Bijbel' ​samenhangen met een persoon die graag samenwerkt. Of het liken van Minecraft met een verlegen en teruggetrokken mens – no shit, Sherlock, maar in dit geval was het een computer die deze conclusie trok, wat redelijk indrukwekkend is.

"Er valt wel iets te zeggen over hoe je je zult gedragen aan de hand van de belangrijkste persoonlijkheidsdimensies"

Als laatste lieten de onderzoekers vrienden, partners en familieleden van de proefpersonen dezelfde vragenlijst invullen over de proefpersonen. Deze resultaten vergeleken ze met de resultaten die de computer over de proefpersonen gaf, en concludeerden dat de computer na een bepaald aantal likes beter in staat was om de zelfgerapporteerde persoonlijkheid van de proefpersoon vast te stellen. Ergo, een computer met genoeg data kent je beter dan je geliefde en familie en vrienden.

En zo komen we aan bij kanttekening nummer één: overal waar ik hierboven het woord 'persoonlijkheid' gebruik, bedoel ik eigenlijk de mate waarin iemand extravert, mild, ordelijk, emotioneel stabiel en intellectueel autonoom is. Of het tegenovergestelde daarvan. Deze vijf karaktertrekken worden de Big Five persoonlijkheidsdimensies genoemd, en vloeien voort uit een onderzoek dat probeerde om alle bijvoeglijk naamwoorden die voor menselijke persoonlijkheid gebruikt kunnen worden te vatten in een meer behapbaar getal. Het eerste onderzoek resulteerde in vijf persoonlijkheidsdimensies, en dus vijf getallen die je persoonlijkheid kunnen weergeven.

Advertentie

Ik betwijfelde enigzins dit feit, dat mijn persoonlijkheid uit te drukken was in vijf getallen, en dus belde ik met persoonlijkheidspsycholoog Dr. Reinout de Vries over de validiteit van dit soort typeringen. "Als het hebt over externe validiteit, dus hoe goed zo'n test werkt, dan heb je twee dingen die dat bevestigen. De eerste is intersubjectiviteit - over het algemeen is er een redelijke mate van overeenstemming tussen mensen die elkaar goed kennen. En daarnaast de vraag: kunnen we daar dingen mee voorspellen? En dan bedoel ik dingen als werkprestatie, carrière maken, gezondheid, zelfs mortaliteit, en de mate waarin je bepaalde gedragingen vertoont. Dat is over het algemeen het geval. Niet enkele gedragingen, dus of je de eerstvolgende afspraak te laat komt, maar over het algemeen, dus over tien of honderd afspraken, valt er wel iets te zeggen over hoe je je zult gedragen aan de hand van de belangrijkste persoonlijkheidsdimensies."

Dat is echter wel afhankelijk van welke persoonlijkheidstest je gebruikt. Er zijn namelijk minder goede (​Myer-Briggs Type Indicator - MBTI) en betere, die bij verschillende culturen op blijken te gaan en werken met zes dimensies in plaats van vijf. Voor dit onderzoek gebruikten de wetenschappers de ​IPIP questionnaire, die "mits goed gebruikt" voldoende betrouwbaar is.

Goed, nu vastgesteld was dat mijn 'zijn' in vijf getallen samengevat kan worden (waar ook nog eens uit voorspeld kan worden dat ik vaak te laat kom!), kon ik zelf aan de slag met het reproduceren van het onderzoek. Het mooie is namelijk dat de onderzoekers het algoritme dat ze gebruikten om mensen en hun Facebook-profielen te analyseren, ​gewoon online staat. Ook vind je daar de vragenlijst die ze gebruikten om mensen hun eigen persoonlijkheid vast te laten stellen.

Advertentie

Daarnaast heb ik familie, vrienden en een vriendin die ik allemaal kan vragen om dezelfde vragenlijst over mij in te vullen!

"In deze context zou mens-computer interactie die nu nog in sciencefictionfilms zoals Her te zien zijn, binnen ons bereik liggen"

Volgens de Cambridge-onderzoekers kan hun algoritme na 10 likes al een betere persoonlijkheidsanalyse maken dan een collega, met meer dan 70 likes is 'ie beter dan een vriend of huisgenoot, na 150 beter dan een familielid en na 300 beter dan je vriendin. Dit komt trouwens overeen met andere psychologische onderzoeken naar hoe goed verschillende kennissen iemand kunnen beoordelen. Je collega's kennen je over het algemeen bijzonder slecht.

Een gemiddeld mens heeft zo'n 227 likes, wat betekent dat ik met 190 likes minder dan gemiddeld geïnteresseerd ben in dingen en dat de onderzoekers met hun algoritme de gemiddelde Facebook-gebruiker beter kunnen karakteriseren dan hun ouders, broers of zussen.

Tijd voor kanttekening nummer 2: het is niet Facebook dat je beter kent dan je familie of geliefden, het is het algoritme van deze onderzoekers, dat gekoppeld is aan hun database. Het zou natuurlijk kunnen dat Facebook soortgelijk onderzoek doet (met toegang tot veel meer data dan alleen je likes), maar in dit geval is het een groep die wetenschappelijk onderzoek doet en niet een enorm bedrijf dat uit is op totale internetoverheersing.

Ik voerde dus mijn data aan het algoritme, dat trouwens niet alleen je persoonlijkheid, maar ook je tevredenheid, intelligentie, leeftijd, geslacht, seksuele voorkeur, politieke voorkeur, interesse in vakgebieden, religie en relatiestatus checkt aan de hand van je likes. Ook vulde ik zelf de vragenlijst in, en vroeg ik mijn vriendin, mijn broertje en mijn beste vriend om dezelfde lijst over mij in te vullen.

Advertentie

Het resultaat:

Alejandro aldus (van linksboven met de klok mee) Alejandro, vriendin, broertje, beste vriend

Conclusies:

  • De resultaten van het algoritme met mijn likes lijkt zo op het eerste oog het meest op die van mijn beste vriend
  • Mijn broertje en beste vriend beoordelen mij (vast onbedoeld, <3) als neurotischer dan ikzelf
  • Die van mijn broertje lijkt het meest op de mijne, geloof ik
  • Verder iedereen ongeveer 3/4 of zo

Zoals jullie misschien uit mijn conclusies hierboven zien, ben ik eigenlijk geen steek verder. Ik ben helaas geen wetenschapper. En ik heb geen toegang tot de ruwe data, waardoor ik ook geen statistische analyse kan uitvoeren (en al had ik wel toegang, zou ik het nog niet kunnen, want ik weet niks). Wel kan ik zien dat de resultaten niet radicaal verschillen van mijn eigen resultaten.

Mijn hypothese toen ik begon aan dit artikel was dat de resultaten van Facebook dichter mijn zelfgerapporteerde persoonlijkheid zou liggen dan de resultaten van de mensen om me heen, omdat het allebei expressies van mijn zelfbeeld zijn. Ik like tenslotte op Facebook de dingen waarvan ik vind dat ze bij me passen, en vul de vragenlijst in aan de hand van hoe ik mezelf zie. Wat volgens Dr. de Vries best wel zou kunnen: "Mensen lijken hun ideaalbeeld ook te laten afhangen van wie ze zijn. Het lijkt er eerder op dat je zelfbeeld je ideaalbeeld bepaald dan andersom."

Met andere woorden: het komt erop neer dat ik mijn broertje, mijn vriendin en mijn vriend een halfuur werk had kunnen besparen door eerst met Dr. de Vries te bellen. Sorry guys.

Advertentie

Hoewel ik sceptisch was, blijkt het best goed mogelijk is dat Facebook ons op een gegeven moment goed kent. "Als je voldoende gegevens hebt van de Facebook dan zou dat goed mogelijk zijn." Al zegt de Vries wel dat het bij dit onderzoek nog te betwijfelen is vanwege de manier waarop likes achteraf met persoonlijkheidsdimensies gecorreleerd zijn.

Maar dat terzijde, wat betekent het dat Facebook – als ze zelf dit soort onderzoek zouden doen – dit over ons weet?

"De mogelijkheid om persoonlijkheid te beoordelen is een essentieel component van sociaal leven – van dagelijkse discussies tot langetermijnplannen zoals met wie je trouwt, vertrouwd, aanneemt, of verkiest als president," aldus co-auteur Dr. David Stillwell in ​een statement. "Het resultaat van zulke data-analyse kan erg nuttig zijn om mensen beslissingen te helpen maken."

Facebook zou in dat geval dus kunnen helpen (en sturen), in het zoeken naar werknemers of werkgevers, studies of mogelijke partners. Best wel waardevolle dingen in het leven. Je zou dan als universiteit met teruglopende inschrijfcijfers precies kunnen targeten op mensen die het meest geschikt zijn. Of andersom, mensen weigeren die niet voldoen aan het juiste persoonlijkheidsprofiel.

En dat laatste is ook waar de onderzoekers voor waarschuwen. "We hopen dat consumenten, technologie-ontwikkelaars en beleidsmakers deze uitdagingen tijdig zullen aanpakken door privacy-wetten te steunen, en mensen volledige controle over hun digitale leven te geven," volgens Stanford-onderzoeker Dr. Michal Kosinski.

Verder zou het volgens de onderzoekers ook mogelijk kunnen zijn om de interactie van computer af te stemmen op de persoonlijkheid van de gebruiker. "In de toekomst zullen computers onze persoonlijkheid kunnen afleiden en daar naar handelen, wat leidt tot de totstandkoming van emotioneel intelligente en sociaal vaardige machines," vertelt hoofdauteur WU Youyou. "In deze context zou mens-computer interactie die nu nog in sciencefictionfilms zoals Her te zien zijn, binnen ons bereik liggen."

En als die machines dan in bezit zijn van bedrijven zoals Facebook, die er belang bij hebben dat je bepaalde keuzes maakt die hun verdienmodel ondersteunen, snap je ineens wel waarom mensen hier zo panisch voor zijn. Zeker als gespecialiseerde psychologen zich hierin kunnen vinden. Gelukkig duurt het nog wel even voordat machines je sneller beter leren kennen dan iemand waarmee je het bed deelt, maar met dit soort experimenten ligt die toekomst dichterbij dan ik in eerste instantie dacht.