FYI.

This story is over 5 years old.

Tech

Jij zou je net als de EU druk moeten maken over die standaard Google-apps

Als je een telefoon met Android koopt, staan daar standaard apps van Google op – en dat zou wel eens concurrentievervalsing en machtsmisbruik kunnen zijn door Google.
Beeld: Gil C/Shutterstock

Als je een telefoon koopt met Android, staan Gmail, Chrome, Google Maps en andere standaardapps van Google er automatisch op. Superchill, zou je denken, want die apps wil je ook op je telefoon hebben – in ieder geval als je Gmail hebt of gewend bent aan Chrome als browser. Maar hoe chill dit ook mag zijn, het is ook verontrustend, want dit is het soort subtiele oneerlijke concurrentie dat innovatie belemmert en zo op de lange termijn de toekomst van software en internetdiensten beïnvloedt.

Advertentie

Want zeg nou zelf: hoe eerlijk is het eigenlijk dat je, als je een telefoon koopt met Android daarop, ook meteen de standaard Google apps krijgt, in plaats van andere apps met vergelijkbare functies? En als je dit niet oneerlijk vindt: waarom eigenlijk niet?

De Eurocommissaris voor mededinging, Margrethe Vestager, denkt in ieder geval dat er oneerlijke concurrentie aan de gang is. Begin deze maand is ze dan ook een formeel onderzoek gestart naar de vraag of het voorinstalleren van Google-apps een vorm van concurrentievervalsing is. In navolging hiervan heeft de Commissie vandaag formeel een klacht ingediend.

Dat deze apps automatisch op de meeste telefoons staan is het gevolg van de contracten die Google als eigenaar van Android sluit met telefoonfabrikanten. Door fabrikanten niet volledig zelf apps te laten kiezen, vindt Vestager dat het bedrijf "consumenten weerhoudt van een bredere keus aan apps en diensten, en dat het innovatie door andere bedrijven in de weg staat," aldus het persbericht op de website van de Europese Commissie.

Statement of Objections to Google: It seems like you are abusing your dominant position by imposing restrictions on Andriod device makers.
— Margrethe Vestager (@vestager) 20 april 2016

In een wereld waarin Google dit soort eisen niet aan telefoonfabrikanten zou stellen, zouden de fabrikanten zelf volledige vrijheid hebben bij het kiezen van de apps ze voorinstalleren op hun telefoons. Dit zouden apps kunnen zijn die nog niet heel bekend zijn, maar wel de potentie hebben om met apps van Google te concurreren.

Advertentie

Een woordvoerder van Google reageerde met het argument dat consumenten altijd het laatste woord hebben over welke apps ze op hun apparaat willen hebben. Maar dat of consumenten wel of niet het laatste woord hebben is niet het probleem hier. Hoewel mensen inderdaad zelf kunnen kiezen welke apps ze gebruiken, is het bijzonder veel gedoe om voorgeïnstalleerde apps te verwijderen. Nog belangrijker is dat het voorinstalleren van een app ervoor kan zorgen dat consumenten deze app ook gaan gebruiken en niet een andere.

Nu haal je wellicht je schouders op en denk je dat dit allemaal zwaar overdreven is – en dat is nu precies wat er zo verontrustend is. Want dat sommige (of misschien wel de meeste) mensen de urgentie van deze zaak niet inzien, is deels te wijten aan het feit dat het gebruik van Google-apps voor sommigen zo vanzelfsprekend is dat het gebruiken van andere, gelijksoortige apps niet eens bij hen opkomt. Hierdoor voelt de automatische, alomtegenwoordige aanwezigheid van Googlediensten niet verkeerd, terwijl het dat soms wel kan zijn.

Het is bij lange na niet de eerste keer dat grote techbedrijven beschuldigd worden van concurrentievervalsing.

Dat Google populair is, is op zich natuurlijk geen probleem en een teken dat ze gewoon goede diensten leveren. Maar dit maakt het nog niet oké dat het bedrijf haar macht als populaire dienst gebruikt om de kansen van concurrenten te verkleinen, hoe onschuldig dit specifieke voorbeeld in eerste instantie ook lijkt. Dat Google ook nog eens zo'n ontzettend groot bedrijf is maakt het nog een stukje erger. Er zijn namelijk zo'n 1,4 miljard Android-gebruikers (meer dan 80 procent van de markt), dus het gaat hier om een enorme hoeveelheid gebruikers en een grote diversiteit aan telefoons, waarbij zoveel mogelijk vrijheid voor concurrentie gewenst is.

Advertentie

Het is ook bij lange na niet de eerste keer dat grote techbedrijven beschuldigd worden van concurrentievervalsing. Zo werd Microsoft in 2007 aangeklaagd voor misbruik van haar dominante positie, mede omdat haar eigen mediaspeler voorgeïnstalleerd werd op computers met het besturingssysteem Windows, waarna het bedrijf onder andere vele miljoenen euro's boete moest betalen en een speciale versie van Windows uit moest brengen zonder de mediaspeler. Als je het vergelijkt met wat Google nu doet, is het meeleveren van Windows Media Player relatief onschuldig, maar toch was het genoeg reden voor een veroordeling.

Daarnaast zijn er ook meerdere manieren waarop Google zichzelf lijkt voor te trekken binnen haar eigen diensten. Zo wordt bijvoorbeeld vermoed dat het bedrijf zijn eigen diensten sneller bovenaan de zoekresultaten in Google Search laat verschijnen – iets waar de Europese Commissie het bedrijf al voor op de vingers heeft getikt. Daarnaast heeft uitgever News Corp. een klacht ingediend bij de Commissie over welke artikelen in de zoekresultaten van Google Search verschijnen. Volgens News Corp geeft Google namelijk prioriteit aan artikelen van uitgevers die Google toestemming hebben gegeven om hun teksten te kopiëren – iets dat News Corp niet wil doen omdat er dan minder lezers naar hun eigen webpagina's gaan.

Het is natuurlijk nog niet bepaald dat de voor geïnstalleerde Google-apps op Android ook daadwerkelijk oneerlijke concurrentie zijn volgens de Europese wet, maar als je kijkt naar voorbeelden van vergelijkbare zaken lijkt het er sterk op dat deze praktijken niet recht te praten zullen zijn.

Advertentie

Als je een bedrijf zo dominant is en zo veel aan elkaar gerelateerde producten heeft, kunnen zelfs de meest subtiele vormen van concurrentiebestrijding enorme gevolgen hebben op de lange termijn.

Nu zou je kunnen vinden dat deze hele zaak nog steeds onzin is, omdat het voor de populariteit van Google-producten waarschijnlijk weinig verschil maakt of er voorgeïnstalleerde apps bestaan of niet. Dat iets automatisch aanwezig is, wil namelijk niet zeggen dat meer mensen het gebruiken dan anders het geval zou zijn geweest. Er is hier geen beter voorbeeld voor dan Internet Explorer. Hoewel deze browser geïntegreerd is in Windows is er bijna niemand meer die Internet Explorer gebruikt, gewoon omdat ze liever een andere browser gebruiken.

Alleen zou je dit argument net zo goed om kunnen draaien. Juist omdat het misschien weinig verschil maakt voor de populariteit van Google-producten, kun je er net zo goed mee ophouden om de schijn van machtsmisbruik te voorkomen. Want wil je als bedrijf echt geassocieerd worden met machtsmisbruik – al helemaal als je het meest waardevolle bedrijf van de wereld bent, en dus een van de meest machtige?

Als je een bedrijf zo dominant is – ongeacht hoeveel concurrentie er ook is in bepaalde markten waarin dit bedrijf actief is – en zo veel aan elkaar gerelateerde producten heeft, kunnen zelfs de meest subtiele vormen van concurrentiebestrijding enorme gevolgen hebben op de lange termijn, door innovatie te belemmeren. Voor bedrijven als Google is het ontzettend makkelijk om zichzelf te promoten of te bevoorrechten, omdat de producten gemaakt worden om in combinatie met elkaar te gebruiken. Dit komt omdat het bedrijf zowel hardware als software maakt, en zowel platforms voor ontwikkeling aanbiedt als internetdiensten. Zo heeft het bedrijf een heel machtig ecosysteem opgebouwd, dat mensen gebruiken voor een heel groot deel van de dingen die ze doen op het internet.

Google is natuurlijk niet het enige bedrijf dat een soort raamwerk voor (een deel van) het web is geworden. Net zoals Google Search pagina's op het internet voor je filtert en je door de combinatie van Gmail en Google Docs heel gemakkelijk je gehele professionele leven op het internet via Google kunt laten verlopen, is Facebook een klein internet op zichzelf waarmee je zowel met mensen kunt communiceren als toegang hebt tot nieuws en entertainment. Deze bedrijven vervullen daarmee in behoeften, maar proberen zichzelf ook in toenemende mate synoniem te stellen aan deze behoefte. Zeggen dat je iets gaat Googelen als je een zoekmachine gebruikt is namelijk een beetje als zeggen dat je behoefte hebt aan een kraan als je zin hebt in water.

Het is niet gek dat Google haar producten op elkaar laat aansluiten, en geen enkele private dienst of product dat je gebruikt is honderd procent neutraal, maar het is onwenselijk dat een bedrijf zichzelf als standaard voor bepaalde behoeften als email presenteert. Oneerlijke concurrentie lijkt misschien een ver-van-je-bed-show, maar is uiteindelijk is het iets dat je als consument gaat raken. Voor je het weet, staat namelijk elke Android-telefoon die je koopt standaard vol met alleen nog maar apps van Google. Of nog erger: je kunt je niet eens meer voorstellen dat er nog een alternatief zou kunnen bestaan voor Google Search, Maps en Gmail.