FYI.

This story is over 5 years old.

Tech

​Inside, amper gerecenseerd

De game Inside is zo goed dat je het niet eens zelf hoeft te spelen.

Welkom in onze nieuwe game-rubriek 'amper gerecenseerd' waarin we oprecht een poging doen om games te bespreken op een zo min mogelijk saaie manier.

De omschrijving klinkt als de zoveelste indie platform/puzzelgame: 2.5D, sfeervol belicht, redelijk duister, zonder al te veel verhaallijn. Maar Inside is zo veel meer. Zo veel raarder, duisterder en mooier. De game is ontwikkeld door gamestudio Playdead, die in 2010 al het zeer goed ontvangen Limbo uitbracht, en net als in Limbo speel je als een jongetje die door allerlei potentieel dodelijke situaties moet rennen, springen en denken.

Advertentie

Mijn nieuwsgierigheid werd gewekt door de grote hoeveelheid absurd hoge cijfers die de game kreeg op allerlei verschillende gamesites – het gemiddelde van 41 reviews is een 9.2. Maar omdat ik geen gamer ben, geen Xbox One bezit en te laat bij het feestje was om een reviewexemplaar aan te vragen, heb ik de game maar in zijn geheel op YouTube gekeken. Wat hier volgt is dus niet echt een review van de game, maar van de ervaring die ik kreeg als kijker. En geloof me, die was goed genoeg om de hele game door te willen kijken – wat waarschijnlijk ook betekent dat het leuk is om te spelen.

Hoewel het verhaal – met opzet – onduidelijk is, weet je als speler het volgende: je bestuurt een jongetje dat ergens naartoe moet, er zijn mensen die niet willen dat je daar naartoe gaat en er zijn soort van zombies die bestuurd kunnen worden met speciale helmen die op sommige plekken in de game hangen.

Naar mate je verder speelt, wordt er eigenlijk niet heel veel meer duidelijk. Je bent een soort enorm complex aan het binnendringen, waar experimenten worden uitgevoerd op willoze mensen die door een externe macht worden aangestuurd. De sfeer is vanaf het begin op een onderdrukkende manier duister – niet alleen omdat er weinig licht en kleur bestaat in de wereld, maar ook vanwege het vrijwel ontbreken van muziek, waardoor de kleine geluiden van een nachtelijk bos in het begin je extra gespannen maken. Een beetje alsof je een zeer vooruitstrevende horrorfilm aan het kijken bent – waarin de gruwelijke manieren waarop het hoofdpersonage kan sterven totaal niet uit de weg worden gegaan.

Advertentie

Ik heb het dus alleen op YouTube gekeken, maar hoe het eruitziet is echt adembenemend mooi. De belichting, die meestal komt van felle zoeklichten en schemerlicht dat door ramen naar binnen valt is simpelweg prachtig. De wereld lijkt ondanks een gestileerde, bijna tekenfilmachtige vormgeving ontzettend realistisch. En hoewel de speler altijd over hetzelfde vlak in de ruimte loopt (het is als platformgame een soort geavanceerde versie van Mario), voelen de ruimtes waar doorheen gelopen wordt nooit vlak – er zit echt een gevoel van diepte in.

Naast de schitterende beelden is er nog een element dat extreem veel bijdraagt aan de sfeer van de game: het geluid wordt subliem gebruikt. Alles in de game – het ademen van het jongetje, zijn voetstappen, de geluidseffecten als objecten tegen elkaar aan botsen, de spaarzaam gebruikte muziek, de hartslag die je hoort op spannende momenten, de galmende leegte van grote ruimtes – klinkt compleet natuurlijk en draagt bij aan de sfeer.

In een interview met Develop vertelt audio-ontwerper Martin Stig Andersen dat hij veel nauwer samenwerkte met het ontwikkelingsteam dan normaal is bij games. En omdat hij zo betrokken was bij beslissingen in de gameplay, voelt het geluid niet als iets wat eraan is geplakt om sfeer te creëren, maar als een integraal en belangrijk onderdeel van de game. Het geluid geeft objecten gewicht, het zorgt voor spanningsopbouw en omdat de muziek getimed is met de actie, geeft het een extra reden om door te willen spelen.

Advertentie

De schedel waar het geluid van werd opgenomen. Beeld via Develop

Stig Andersen vertelt in datzelfde interview ook dat hij voor de muziek inspiratie haalde uit horrorfilms uit de jaren tachtig – oude synthesizers en zo – maar dat hij de muziek eerst via een contactspeaker afspeelde op een echte menselijke schedel. Dat geluid nam hij weer op met een contactmicrofoon om een speciaal, enigszins somber effect te creëren.

Over het verhaal wil ik niet te veel vertellen, niet alleen omdat er niet zoveel over te zeggen is, omdat het spel niks uitlegt, maar ook omdat het ondanks de vaagheid de moeite waard is om tot je te nemen. Je hebt eigenlijk de hele game lang geen idee waar het heen gaat, waardoor het vreemde einde – dat echt ultiem bizar is – des te vreemder wordt.

Inside is een game die je in drie uur uit kan spelen of, zoals ik, kan kijken. De game zit goed genoeg in elkaar voor het tweede, maar ik zou het eerste sowieso niet laten. Al is het maar om niet gefrustreerd te raken als degene die de playthrough doet dommer is dan jij en een puzzel niet kan oplossen waar jij al lang de uitkomst van ziet. Eigenlijk was dat mijn enige negatieve ervaring aan deze game: dat ik 'm zelf niet speelde.

De game kost maar twintig euro, wat een betere besteding van je geld is dan bijvoorbeeld naar Independence Day 2 gaan in de bioscoop. Inside is nu beschikbaar voor Xbox One en komt ergens deze week ook uit voor PC.

Mocht je nou zelf ideeën hebben voor boeiende manieren om nieuwe games te bespreken zonder de woorden 'graphics' en 'gameplay' te gebruiken, of een nieuwe game hebben om amper te recenseren, mail die dan alejandro.tauber@vice.com