FYI.

This story is over 5 years old.

Tech

Hoe met Facebook een manische depressie voorspeld kan worden

Een Australisch team onderzoekt het Facebook-gedrag van bipolaire deelnemers om ze voor een mogelijke terugval te waarschuwen.

Bestaat er zoiets als "normaal" Facebook-gebruik? Een onderzoek van het Pew Research Center schetste de gemiddelde Facebook-gebruiker: ze hebben 338 vrienden en checken Facebook elke dag.

Het is lastiger om cijfers te vinden over hoe vaak de normale gebruiker berichten op Facebook post, omdat 'normaal' voor elk individu anders is. De Pew statistieken hierover zijn behoorlijk verschillend: een rapport uit 2011 stelt dat 15 procent van de gebruikers elke dag hun status bijwerken en 16 procent dit helemaal nooit doet.

Advertentie

Daarnaast zijn er ook nog eens mensen die meer dan tien keer per dag iets posten, van zonsopgang tot in de kleine uurtjes, waarbij er duizenden woorden worden uitgespuugd.

Onlangs begon een vriend van mij overdreven veel te posten op Facebook, meestal tussen vijf en acht uur 's ochtends. Eén keer gebruikte ik wordcounter.net om het aantal woorden te tellen met als resultaat 9734 woorden in totaal. Een andere keer waren dit er weer 6288. Zijn pagina werd een archief van zijn voortrazende gedachten die zich manifesteerden in agressieve en verontrustende updates. Vrienden vonden dit nogal moeilijk om te lezen.

Lezers zullen zich vast iets soortgelijks kunnen herinneren, zoals de reeks zeer openlijke tweets die actrice Amanda Bynes plaatste in de aanloop naar haar uiteindelijke ziekenhuisopname. Dit is slechts één van de talloze voorbeelden in zowel in de publieke als de privésfeer.

Per jaar lijden   één op de vier mensen wel aan een psychisch probleem, en ongeveer een derde van de wereldbevolking maakt gebruik van Facebook. "FOMO" en "online verslaving" zijn populaire termen die hierop geplakt zouden kunnen worden, maar de overlap tussen geestelijke gezondheid en het gebruik van sociale media is een snel groeiend onderzoeksgebied.

Het onderzoek naar Facebook-gebruik bij stemmingsstoornissen (FAD) wordt momenteel uitgevoerd in Melbourne, Australië; het is een samenwerking tussen onderzoekers van het Monash Alfred psychiatrisch centrum en informatici van de faculteit voor intelligente systemen aan de RMIT Universiteit. Ze volgen de stemming en Facebook-activiteit van de deelnemers met een bipolaire stoornis en proberen op die manier te achterhalen wat 'normaal' voor hen is. Het doel hiervan is dat ze deelnemers kunnen waarschuwen wanneer ze afdwalen van hun gebruikelijke patroon en mogelijk op weg zijn naar een terugval.

Advertentie

Het onderzoek is in juni gestart en iedereen in Australië die gebruik maakt van Facebook en waarbij een bipolaire stoornis is vastgesteld kan deelnemen.

Een psychische aandoening is alleen niet zoals een bloedtest – je kan niet zeggen: 'Oh, hun Facebook niveau is 50 dus er komt nu een manische aanval aan.

Ik sprak met psychiater Rowan Miller, die begonnen is met het FAD-onderzoek nadat hij als geneeskundestudent een patiënt had ontmoet die hetzelfde probleem had als mijn vriend.

"We hadden het over hoe het is om een geestelijke ziekte te hebben als student," vertelde hij, "en ik vroeg me af of er geen manier was om te kunnen voorzien wanneer men op weg is naar een terugval. Hij zei: 'Ja, mijn Facebook. Wekenlang sturen mijn vrienden berichtjes met de vraag of het wel goed gaat, omdat ik zo veel op Facebook zit.'"

Voor mensen met een bipolaire stoornis komt een manische voorval samen met symptomen zoals agressie, euforie, voortrazende gedachten en op het ergste moment ontsnappingen uit de werkelijkheid. In combinatie met een verminderde behoefte aan slaap, is dit voor sommige mensen het moment om hun gedachten te luchten op Facebook. Miller vroeg de patiënt waarom hij niet naar buiten was gegaan om offline sociaal te gaan doen; "Hierop antwoorde hij dat als je wakker bent om drie uur 's ochtends en je voor je computer zit, dit de makkelijkste manier is om met andere mensen sociaal te doen."

Advertentie

In het onderzoek verlenen de deelnemers vrijwillig toegang tot hun Facebook-metadata. Hierdoor zijn Miller en zijn team in staat om de frequentie (niet de inhoud) van hun Facebook-berichten te analyseren. Het team ontwikkelde een algoritme dat het gedrag analyseert en waarmee de frequentie van de reguliere Facebook-berichten van de gebruikers konden worden gevolgd. Het algoritme waarschuwt hen vervolgens wanneer er een inconsistentie in de frequentie van de berichten zit.

"Meer dan de helft van onze deelnemers hebben hun terugval eerder op Facebook gehad," zei Miller. "We zijn dus in staat om de machine te trainen en te laten begrijpen hoe die moeten reageren wanneer iemand een terugval heeft. Een psychische aandoening is alleen niet zoals een bloedtest – je kan niet zeggen: 'Oh, hun Facebook-niveau is 50 dus er komt nu een manische aanval aan.' Er is absoluut geen standaard. Maar we maken het onderzoek op maat voor hen."

Het team bouwde een app als onderdeel van het onderzoek, welke gratis beschikbaar zal zin in Australië. Wanneer het algoritme een manische aanval voorspelt, dan zal het eerst naar de gebruikers een waarschuwing sturen. Daarna stuurt het een waarschuwing naar een vooraf aangewezen vriend, familielid of zorgverlener.

"Iemand waarvan zij het gevoel hebben dat het oké is dat wij contact met diegene opnemen," zegt Miller. "Het uiteindelijke doel van onze boodschap is van, 'Hé kijk, door één van onze algoritmen maken we ons zorgen over deze persoon. Zou je het erg vinden om even te kijken hoe het er met hen voorstaat? Zorg ervoor dat hij/zij goed slaapt en zijn/haar medicijnen inneemt."

Advertentie

Het FAD-onderzoek roept ethische vragen op over onze relatie met sociale media en in hoe we bereid zijn om onze geest en lichaam hierdoor te laten beïnvloeden. Onderzoeken die uitgevoerd zijn door Facebook, maar ook door andere onderzoekers, bevestigen de potentie van de dienst om stemmingspatronen te beïnvloeden. Maar moet de website dan ook een zekere verantwoordelijkheid afdragen naar de geestelijke gemoedstoestand van zijn gebruikers?

Eerdere pogingen om de geestelijke gezondheid te beïnvloeden doormiddel van sociale media werden afgedaan als hardhandig of opdringerig. De Samaritans Radar app, een dienst uit Groot Brittannië die gericht is op het voorkomen van zelfmoord door bepaalde woorden bij te houden op Twitter, kwam onder vuur te liggen door dat het alleen maar woorden als "dood", "help" en "alleen" zonder enige vorm van sarcasme analyseerde. Daarnaast zou het aandacht richten op mensen die zich misschien al heel kwetsbaar en bekeken voelen. De app werd kort nadat de privacyzorgen aan bod kwamen opgedoekt.

Miller is ervan overtuigd dat zijn onderzoek zich onderscheidt op het vlak dat het gezondheidszorg integreert met diensten die we dagelijks gebruiken.

Miller sprak ook over het idee om een vorm van zelfcensuur in de app in te bouwen – een soort van geestelijke gezondheidszorg tegenhanger van Google Goggles. Dit was een e-mail app waarbij gebruikers twee keer moesten nadenken voordat ze dronken op vrijdagavond een e-mail zouden versturen. Lange Reddit discussies gaan over de wroeging die mensen voelen wanneer ze weer stabiel zijn en hun oude Facebook berichten teruglezen.

"Het is niet alleen dat deze mensen depressief worden," zegt Miller. "Het is dat ze dan reflecteren op de dingen die ze deden toen ze manisch waren, en daar vervolgens veel spijt van hebben. Op Facebook staat het er gewoon, net als een muurschildering, een letterlijke tijdlijn."

Ik vroeg Miller of sociale mediabedrijven hun eigen gebruikers in de gaten zou moeten houden.

"Ik denk dat de samenleving an sich de plicht heeft om voor mensen met een psychische aandoening te zorgen, " antwoordde hij. "Er zijn zoveel mensen die ik ken die naar een spoedeisende hulp afdeling zijn gebracht, omdat iemand op straat merkte dat er iets niet helemaal klopte en de autoriteiten heeft gewaarschuwd. Ik hoop dat de online gemeenschap zich niet op een andere manier gedraagt."