FYI.

This story is over 5 years old.

Tech

Hoe je met de studie van kadaverinsecten een misdrijf kunt oplossen

Deel IV: op bezoek bij professor forensisch entomologie Hans Breeuwer.
Illustratie: Manuel de Jong

Als een lijk een tijdje in de buitenlucht ligt en de zon schijnt, wordt het een bedevaartsoord voor insecten. In de uitgestrektheid van Amerika gebeurt zoiets nogal eens en een stoffelijk overschot verandert daarmee in een soort kalender voor entomologen, maar in het kleine koude Nederland worden de meeste lijken eerder door mensen dan door insecten ontdekt. Een van de beroepsgroepen waarvan je - met alle respect - het verdwijnen toejuicht: forensisch entomologen, die met hun studie naar zogenaamde kadaverinsecten misdrijven helpen oplossen. Door te kijken welke insecten op het lijk aanwezig zijn en hoe lang al. Zo kunnen zij bijvoorbeeld bepalen wanneer iemand stierf, hoe lang een dode al in de bosjes ligt en of een lijk wellicht verplaatst is. Om kadaverinsecten en hun gedrag te begrijpen bezoek ik Hans Breeuwer, de bioloog die Forensic Entomology geeft aan de UvA.

Advertentie
  1. Kadaverinsecten.

In Nederland komen ongeveer 25.000 verschillende soorten insecten voor en enkele honderden daarvan worden gebruikt bij forensisch onderzoek. Deze kadaverinsecten arriveren standaard in een specifieke volgorde op het lijk: de successie. Als het warm is en het lijk nog 'vers', begint de successie met bromvliegen, die op hun beurt achtervolgd worden door parasieten zoals sluipwespen (die in plaats van op het lijk op de vliegen afkomen). Nadat het rottende, natte vlees zo veel mogelijk is weggewerkt en het lijk 'droog' is, komen de kevers en de motten.

Wanneer een lichaam goed dik wordt ingepakt of in een afgesloten ruimte ligt, kan de komst van insecten weliswaar helemaal uitblijven, maar buiten, op een zomerse dag, in het bos bijvoorbeeld, kan binnen een paar minuten al een flinke buzz zijn ontstaan en is de successie begonnen.

"Als je in de tuin zit met een wondje op je been, zit daar vaak direct een vlieg op." Dat is volgens Breeuwer de blaaskopvlieg, die er op lijken ook als eerste bij is, omdat hij het vlees nodig heeft om eitjes in te leggen. Iedereen kent die viezeriken met de mooie naam Calliphoridae wel, met hun metaalgroene of -blauwe rug. Als het niet te koud is, zullen ze vrijwel onmiddellijk aanvallen op het lichaam en in een warme zomer kan een 'bloot' lijk al binnen een week compleet ontdaan zijn van alle zachte delen. Omdat de metamorfose van deze vliegen abrupt verloopt, vormen de verschillende stadia in hun ontwikkeling (van ei naar larve naar pop naar volwassen insect) weer duidelijke aanknopingspunten voor de aftakeling van het lijk.

Advertentie
  1. Successie van opeenvolgende groepen insecten op een kadaver.

Op een geblindeerde etage in de stad trof de politie een paar jaar geleden bijvoorbeeld een dode bedolven onder de insecten aan. Buiten het hart van deze persoon klopte hier nog iets anders niet: de aanwezigheid van larven van de blaaskopvlieg. Die legt haar eitjes namelijk uitsluitend onder zonnige omstandigheden. Zo kon de entomoloog van dienst vertellen dat het slachtoffer op een andere plek dan in deze geblindeerde ruimte aan zijn einde was gekomen, en dus versleept was.

Als het wel zonnig is, hebben deze blaaskopvliegen hun eitjes echter al binnen enkele uren gelegd, in alle mogelijke lichaamsopeningen. Omdat ze zelf niet door de huid kunnen komen, moeten ze het hebben van de neus, de mond, de ogen, de geslachtsdelen of niet-natuurlijke openingen in het lichaam (snijwonden bijvoorbeeld, of kogelgaten) om zich toegang te verschaffen. Maar als ze dan eenmaal binnengedrongen zijn, scheuren ze gerust van binnenuit het vel open.

"Soms zie je de huid gewoon golven door alle larven die eronder bezig zijn."

Die golvende massa larven is zich dan aan het voeden met het (rottende) lichaamsweefsel, tot ze volgroeid zijn en weer van het lijk wegkruipen om zich in de bodem te begraven. Daar verhardt hun huid en verkleurt doe van wit naar roodbruin. In dit laatste popstadium blaast de bijna volwassen vlieg een tijdelijk orgaan op haar kop op (de blaaskop!) om uit haar larvenhuid te ontsnappen. Precies 143 uur na het arriveren van de moeder, vliegt haar nageslacht alweer van hun rotte geboortegrond weg.

Advertentie
  1. De ontwikkelingsstadia van een blaaskopvlieg.

Aan de hand van deze ontwikkelingsstadia van vliegen kan dus ongeveer het moment van de dood (of in ieder geval de blootstelling voor insecten) bepaald worden.

Tegelijk kan het ontbreken van insecten ook een aanwijzing zijn. Op een doorsnee zomerse dag zijn bromvliegen - hou je vast - OVERAL en ze ruiken rottend vlees al van kilometers afstand. Eenmaal op hun geurspoor gaan ze recht op hun doel af, dus toen er op zo'n zomerse dag een ontbindend lijk werd aangetroffen dat níet krioelde van de vliegen, stond alvast buiten kijf dat het even daarvoor pas uitgepakt of gedumpt was. Toen twee getuigen bovendien verklaarden dat de verdachte rond dat tijdstip met een grote container op die plek was, kon het vonnis worden opgesteld.

Of het geval van een 28-jarige junk die werd gevonden op een grasstrookje naast een wandelpad. Op basis van een toxicologische analyse kon worden bepaald hoeveel uur na zijn laatste shot heroïne zijn hart was gestopt, maar met de vliegeneitjes die achter zijn oogleden zaten kon worden berekend dat hij nog helemaal niet zo lang naast dat wandelpad lag: de jongen moest elders zijn overleden. En inderdaad, hier bleek sprake te zijn van iets wat wel vaker gebeurt bij groepen heroïneverslaafde vrienden. Een dode valt niet zo op in hun kringfeestjes. Iedereen dacht dat hij gewoon lekker lang lag te spacen, maar toen de jongen toch echt niet meer wakker werd, raakte de groep in paniek. Uit angst voor vervelende vragen besloten ze om hun vriend maar in het park neer te leggen. Waar de vliegen hem dus vonden.

Advertentie

Omdat maden enorme hoeveelheden weefsel van een lijk verteren, krijgen zij ook de voedingsstoffen binnen die zich in dat dode lijf bevinden. Zit het zoals in bovenstaand geval vol drugs, dan komen die evengoed in de maden terecht, wat met behulp van entomotoxologie weer aangetoond kan worden. En net als bij mensen heeft elke drug weer een ander effect op insecten: die gaan keihard op de cocaïne bijvoorbeeld, en op een alcoholdoordrenkt lijf groeien ze juist buitengewoon traag. Zo worden er in de neus van een cokesnuiver vaak extreem grote maden aangetroffen, vele malen groter dan die in de rest van het lijf. Als je naast de erbarmelijke omstandigheden rond cocaïneproductie en -transport nou nóg een reden zocht om dat spul niet meer in je neus te stoppen, voilà.

Wanneer de vliegen ten slotte klaar zijn met de natste delen van het lijk, zijn de keverachtigen de volgende in de successie en zij komen om het drogere materiaal te verstouwen: het ingedroogde vlees, de haren en zelfs de botten. Deze groep wordt Dermestidae genoemd; afvaletende spekkevers. Zij vreten het lijk volledig kaal en zijn daar zó bedreven in, dat ze soms zelfs door mensen wordt ingezet om botmateriaal te reinigen. Na een paar dagen hebben spekkevers een droog kadaver namelijk compleet verzwolgen tot perfect schoon skelet.

"Net als mieren, als je een mooi wit schedeltje wilt: gewoon even een dood vogeltje op een mierenhoop leggen."

Advertentie

Als forensisch entomoloog kijk je dus altijd goed naar de omgeving van een plaats delict. Veel insectgroepen die in de bodem onder een stoffelijk overschot leven, sterven namelijk af door de stoffen die uit dat lichaam lekken, dus als je onder een lijk nog een levendige insectengemeenschap aantreft, ligt het daar nog niet al te lang. Of wanneer je veel vliegenpoppen op een verdachte plek aantreft, dan weet je dat er in de buurt een dode (of in ieder geval een stuk rottend vlees) heeft gelegen, want larven kruipen altijd weg van hun eitjes, op zoek naar een droge plek om te kunnen ontpoppen.

"Buiten is dat meestal een paar meter rondom het lijk in de bodem, en als een lijk binnenshuis ligt, kun je maar beter even goed onder de vloerbedekking kijken: goede kans dat het daar bezaaid ligt."

Zo werd er eens een man vermist vlak nadat zijn appartement compleet gerenoveerd was. Zijn huis was leeg en brandschoon, alle muren waren opnieuw gewit en de buren vonden het vreemd dat het er plots stikte van de vliegen, er was toch immers niets meer in dat huis? Met één blik onder de vloerdelen wisten de forensisch entomologen echter genoeg. Alle larven waren van het lijk dat hier moest hebben gelegen weggekropen en waren onder de vloer massaal ontpopt. De flat bleek niet voor niets opnieuw geverfd, zeg maar.

Breeuwer vertelt dat hij op zijn vorige faculteit blaaskopvliegeneitjes had gekweekt in het lab en dat die larven per ongeluk allemaal onder de labdeuren door naar buiten waren gekropen, op zoek naar een betere plek om te ontpoppen. De gebouwbeheerder kwam naar de afdeling gestormd met een larve tussen duim en wijsvinger: het zit hier helemaal vol met deze dingen!

Advertentie

"Meters hadden de larven afgelegd, tot aan de snoepautomaten bij de kantine. Nooit gedacht dat ze zó ver konden komen."

Hier op het Science Park kweekt hij mijten, piepkleine geleedpotigen die iedereen in huis en zelfs in zijn huid heeft. Op je kamerplant kun je de mijten als je goede ogen hebt over de blaadjes zien kruipen, de mijten in je blote huid - Demodex - zijn niet met het blote oog waar te nemen.

"Maar als je een dekglaasje secondelijm tegen je voorhoofd drukt en dat onder de loep legt, kun je ze bewonderen."

Mocht je behoefte hebben te weten wat er in je gezicht krioelt; dit is de manier. Van die achtpotigen in je poriën (met ACHT poten IN je poriën) merk je niets, tenzij je er allergisch voor bent. Iedereen kent wel iemand met zo'n dieppaarse neus: als die persoon niet alcoholistisch is, kun je hem best eens over de beestjes in zijn hoofd vertellen, want beestjes in je lijf zijn blijkbaar niet voorbehouden aan dode mensen.

"Wil je er een paar zien?"

Maar natuurlijk!

  1. De daglichtkamer waar mijten gekweekt worden.

Achter twee stevige sluisdeuren staat het vol komkommers, sperziebonen en paprika's. Niet om de gewassen, maar voor de mijten op de blaadjes van die gewassen.

"Kijk hier zie je ze gaan."

Ik heb niet eens een microscoop nodig, het blad krioelt van de zachtgetinte beestjes.

"En hier zijn ze een beetje uit de hand gelopen."
In de naastgelegen kamer - ook afgesloten met een luchtdichte deur en vol daglichtlampen - zien de planten er inderdaad een stuk droeviger uit.

Advertentie

"Deze zit helemaal onder de spinseldraden."

De blaadjes van de sperzieboon hangen droef naar beneden en zitten onder de bruine vlekken. Mijten all over the place.

"Nu moet je maar eventjes geen andere planten meer aanraken."

Op weg naar de uitgang lopen we langs een poster van een uitvergrote Demodex, de mijt die ik dus net als alle levende mensen in mijn voorhoofd heb.

"Mooi he? Het is net het beerdiertje eigenlijk, maar dan zonder anus. Hij heeft gewoon één grote darm, zie je wel?"

Ok, weg hier.

  1. Het beerdiertje.