Hoe de oprichters van The Next Web gaan voorkomen dat robots de media overnemen

FYI.

This story is over 5 years old.

Tech

Hoe de oprichters van The Next Web gaan voorkomen dat robots de media overnemen

Een gesprek met Boris Veldhuijzen van Zanten en Patrick de Laive over media, advertenties, Snapchat, verhalen en robots.

Het succesverhaal van het Nederlandse mediabedrijf The Next Web is al tientallen keren verteld, dus hier een tl;dr: In 2006 besloten oprichters Boris Veldhuijzen van Zanten en Patrick de Laive een site te beginnen om de verhalen die voorbijkomen op hun jaarlijks groeiende techconferentie het hele jaar te kunnen vertellen. Tien jaar later is thenextweb.com gigantisch – een van de grootste tech-sites op aarde, met elke maand meer dan 10 miljoen bezoekers. De conferentie, die dit jaar op 26 en 27 mei plaatsvindt, is ondertussen ook uitgegroeid tot een fenomeen met tienduizenden bezoekers.

Advertentie

Maar genoeg over het verleden. Ondanks "resultaten uit het verleden geven geen garantie voor de toekomst" was ik benieuwd naar hoe deze twee ondernemers – die min of meer per ongeluk begonnen met de site – de toekomst van media zien. Dus ik vroeg ze ernaar. En meer.

Motherboard: Jullie doen met The Next Web ontzettend veel dingen: jullie hebben een site, een conferentie en verschillende andere takken. Hoe zouden jullie The Next Web beschrijven als het in de verplichte startup-vorm "Uber van X" zou moeten?

Boris: [lacht] De VICE van technologie? Het valt best mee hoeveel we doen hoor. We hebben vier pilaren in het bedrijf: de nieuwskant, events, Index [een site met info over techbedrijven, red.] en TQ [een co-working initiatief, red]. De vier pilaren versterken elkaar.

Patrick: Het heeft overeenkomsten met [het mediabedrijf] Bloomberg, zij doen ook business intelligence, events en hebben een mediatak.

Dat lijkt inderdaad enigszins op wat wij doen. Het lijkt erop of mediabedrijven steeds vaker niet alleen mediabedrijven zijn, maar ook andere dingen erbij moeten doen omdat het steeds moeilijker wordt om geld te verdienen met alleen content.

Boris: Klopt. Wij zien uitgevers ook niet als onze peers. Onze competitieve voordeel is de technologie. Content, de artikelen die we publiceren, zijn daar een component van, niet het belangrijkste wat we doen. Traditionele uitgevers hebben een stem, een merk, maar niet veel meer dan dat. Wij hebben dat ook, en daar zijn we blij mee, maar er zit vooral een enorme kans in. De traffic die we op site krijgen, kan ingezet worden om de conferentie te promoten, en de informatie die we daar verzamelen kan weer gebruikt worden voor Index en andersom. Alles versterkt elkaar.

Advertentie

Patrick: Als je als site twintig miljoen mensen bereikt en je zet er dan een betaalde app naast die daar iets aan toevoegt, en die twintig miljoen mensen downloaden die app, dan kom je er ook.

Betekent dit dat traffic en technologie voor jullie belangrijker zijn dan de verhalen?

Boris: Nieuws is een commodity geworden. Iedereen brengt nieuws. Het zijn de bedrijven die een dag later komen met het nieuws dat overal is geweest, maar met een interessante mening of invalshoek die waarde creëren. Iedereen kan een verhaal vertellen, dus het zijn de uitzonderlijke verhalen die ertoe doen.

Maar dat is niet waarom jullie blog is begonnen: om het vertellen van bijzondere verhalen.

Boris: We zijn de blog ooit begonnen omdat we begonnen waren met de conferentie. We zaten ergens in een vertrekhal en Patrick had toen achterop een servetje uitgerekend wat een blog ongeveer zou kosten. Het kwam erop neer dat we 50 kaartjes extra zouden moeten verkopen om het te kunnen betalen. Zo niet ambitieus waren we in het begin.

Maar toen merkten we dat de content die we maakten, anders was dan anderen. Misschien kwam het omdat we uit Amsterdam kwamen en iets creatiever of liberaler waren. We zouden nog wel meer die toon erin willen hebben, die Amsterdam voice. Maar we generen ons niet voor dit begin. Alle succesvolle dingen op internet zijn zo begonnen.

Patrick de Laive

Al heb ik het gevoel dat dat idealisme door de grote hoeveelheid geld die nu in tech omgaat er een beetje uitgestampt is. Kijken jullie Silicon Valley?

Advertentie

Boris: Nee.

Patrick: Nee, staat het op Netflix?

Volgens mij niet.

Patrick: Gewoon downloaden dus.

Inderdaad. Maar het gaat dus over dat soort idealistische jongens die een internetbedrijf proberen op te zetten, maar elke keer tegengezeten worden door de wereld van het grote geld: durfinvesteerders, enorme corporaties, een raad van bestuur die de oprichter vervangt met een corporate CEO.

Boris: Je ziet wel dat het industriëler wordt. Je krijgt ook dingen als venture tourists, die goed kunnen praten en veel geld ophalen, maar eigenlijk niks kunnen. Of lifestyle-ondernemers die vooral getrokken worden door het imago van een hippe techentrepreneur. Maar liever dit dan crisis. Die hebben we ook meegemaakt. Dat mensen je raar aankijken als je zegt dat je ondernemer bent. Ik hou wel van die hype.

Patrick: Ook, en je kunt zeggen wat je maar denkt over ze, krijg je dingen als Rocket Internet. Ik heb respect voor die gasten, die pakken iets op en rammen er iets uit. Als het werkt dan werkt het en als het niet werkt dan niet. Ze zien gewoon heel veel mogelijkheden. Het is heel knap wat ze doen.

Grappig dat je dat zegt. Een van de redenen dat dingen als de producten van Rocket Internet zo snel populair kunnen worden, maar ook waarom publicaties als VICE of The Next Web zo kunnen groeien, is het bereik wat sociale media creëert. Sociale media die steeds meer het 'traditionele' op advertenties gebaseerd uitgeversmodel op internet onderuithalen. Ik heb het over Facebook. Zijn jullie ooit bang voor Facebook?

Advertentie

Boris: Wij zijn juist optimistisch omdat we zien dat iedereen bang is. Tech is een warm bad voor ons, terwijl veel bestaande uitgevers het heel eng vinden. Ik was een keer op een conferentie voor uitgevers waar ik vroeg of uitgevers op een knop zouden drukken waardoor het internet in een keer zou verdwijnen. Verbazingwekkend veel mensen zeiden meteen ja.

Wij hebben die traditionele geschiedenis niet, dus als Facebook met iets nieuws uitkomt dan denken we na over de mogelijkheden.

Patrick: Het maakt ook niet zo veel uit waar content leeft. Je moet vooral nadenken over welk type content op welk platform past. En natuurlijk is het makkelijker om geld te verdienen op je eigen site dan op Facebook, maar misschien betalen adverteerders straks wel meer geld voor advertenties die wij op Facebook zetten. Facebook is een enorme partij, je kan er niet omheen.

Boris: We zijn meer voor samenwerking dan voor verzet. Al kan ik me voorstellen dat je helemaal tegen bent als je afhankelijk bent van banners. AdBlockers, Facebook, automatische verkoop van banners, dat zijn allemaal dingen die prijzen naar beneden halen waardoor je minder kan verdienen.

Met het verminderen van de centrale rol van de homepage en de plaatsing van meer content op sociale media verandert ook de definitie van succes. Succes dat je deels gebruikt om te verkopen aan adverteerders om geld aan te verdienen. Hoe tel je bijvoorbeeld een half-afgekeken video op Snapchat ten opzichte van een like op Twitter? Hoe zien jullie dat in de toekomst gaan?

Advertentie

Patrick: Nu praten we over het bereik van de site. Maar wat nou als het bereik van de site 10% omlaag is, maar het bereik op sociale media 300% gestegen is. Hoe meet je dat? We zullen meetbare factoren moeten verzinnen die dat kunnen aangeven. Het gaat niet meer puur om het bereik van je website. Je zal dus meer moeten gaan samenwerken met platforms als Facebook en Snapchat om inzicht te krijgen in je publiek.

Boris Veldhuijzen van Zanten

Schuilt daarin dan niet het gevaar dat het internet dan nog minder transparant wordt? Als de platforms bepalen welke statistieken je als uitgever te zien krijgt, wordt het eigenlijk een beetje als tv. Snapchat kan gewoon een kijkcijfer noemen en jij hebt het maar aan te nemen, zoals met televisie nu. Dan bepalen zij een beetje wat je kan verdienen aan advertenties.

Boris: Het hoeft geen nadeel te zijn wat mij betreft. Bij een Vodafone-billboard dat op straat hangt, weet ook niemand hoeveel mensen het precies zien. En er is ook niemand die dat ziet en naar de winkel rent. Het staat er zodat mensen het vaker zien en het uiteindelijk uitbetaalt. Daarom denk ik ook dat banners nog steeds waardevol kunnen zijn – als ze maar mooi zijn.

Maar die worden steeds minder waard.

Boris: Dat komt door een soort vicieuze cirkel. De kosten gaan omlaag, dus makers van banners besteden minder geld aan het maken ervan. Daardoor worden ze lelijker en schreeuweriger, waardoor minder mensen erop klikken. Daar worden ze nog minder waard door, en dus ook nog lelijker en schreeuweriger. Het is een race to the bottom.

Advertentie

Bijna om moe van te worden. Worden jullie na tien jaar in het techcircus ooit moe?

Boris: Ik heb het gevoel dat we nog maar aan het begin staan. Toen ik in 1995 voor het eerst online ging dacht ik eigenlijk al dat ik te laat was geboren omdat het gouden computertijdperk al geweest was. Daarna begon internet op te komen en dacht ik dat ik weer te laat was! Maar uiteindelijk blijkt dat we prima op tijd waren. De uitdaging ligt meer bij relevant blijven.

Vinden jullie dat moeilijk?

Boris: Niet moeilijk, vooral heel erg leuk. Ik begreep bijvoorbeeld Snapchat niet, dus ik vroeg aan mijn dochters hoe het werkt. Ik begreep het nog steeds niet helemaal, maar het was wel iets nieuws, iets waarvan ik vlinders in mijn buik kreeg. En dat is iets wat de komende dertig jaar nog steeds kan. Je zou dit gevoel elke maand kunnen hebben, dat 'Holy shit moet je nou kijken wat er kan!'

Patrick: En dat gaat alleen maar versnellen de komende tien jaar.

Meer dan de afgelopen tien jaar?

Allebei in koor: Denk het wel.

Sorry voor de clichévraag, maar waar zien jullie jezelf over tien jaar?

Boris: Dat is verdomd moeilijk te zeggen. Maar we hebben de flexibiliteit om de dingen die we niet kunnen voorspellen snel op te pikken. Dat is ook een van de redenen dat ik dit nog doe met plezier. Je weet nooit precies wat er gaat gebeuren.

Patrick: Bovendien gaat het vooral om de impact van tech op ons leven. Kijk naar het Internet of Things. De voorbeelden zijn nu nog best wel kut, maar dat gaat in de komende tien jaar veranderen. En dan kan je niet meer zonder. Het leven gaat zo enorm veranderen en het lijkt me heel cool om daar middenin te zitten.

Alles wat we moeten doen is de robots voorblijven zodat ze ons werk niet overnemen.

Boris: Daar heb je een mooie quote over van Alvin Toffler. Iets met 'learn, unlearn and relearn.' Het gaat over creatief problemen kunnen oplossen. Daar kom je uiteindelijk het verste mee. Daar draait het bij The Next Web ook om, dat je als mens voorbereid moet zijn op verandering.

De 11de jaarlijkse The Next Web Conference vind op 26 en 27 mei aanstaande plaats in Amsterdam