FYI.

This story is over 5 years old.

Tech

De nutteloze kant van het Internet of Things

Technologie integreren in spullen heeft meestal weinig toegevoegde waarde.

Het internet of things is niet altijd even slim en sommige apparaten zijn zelfs simpelweg dom. Voor elke energiebesparende thermostaat, of gewichtsregulerende fitnessband is er een vork die je kauwgedrag analyseert, of een eierdoos die je waarschuwt als de eieren bijna op zijn. Of wat dacht je van een cloud-verbonden boekenlegger, zodat je eindelijk, overal kan bijhouden waar je ook al weer gebleven was.

Advertentie

Hoewel het misschien niet de domste is van de bovenstaande ideeën, is de laatste in het rijtje een nepproduct. Het is een onderdeel van een project dat de draak steekt met zogenaamde 'smart devices' in het Internet of Useless Things-project. Een project dat geïnspireerd is op de wat minder slimme apparaten die op de markt te vinden zijn.

"Op een bepaalde manier zijn sommige van deze apparaten ongelofelijk zinloos," zegt Tom Le Bree, een partner bij RehabStudio, een designbureau en tech-adviesbedrijf dat het Useless-project in gang zette. Ze kwamen afgelopen januari op het idee, na een bezoek aan de 'over the top' technologiebeurs CES. "Spullen aan elkaar koppelen voegt weinig tot geen nieuwe waarde toe, en technologie toevoegen kan dingen zelfs minder waardevol maken."

Het analysebedrijf Gartner heeft voorspeld dat er dit jaar 4.9 miljard spullen aangesloten zullen worden aan het internet, en dat dit aantal zal groeien naar 25 miljard in 2020 – een industrie met een totale marktwaarde van 70 miljard dollar. Hier vallen slimme auto's en industriële toepassingen onder, maar ook volkomen nieuwe soorten apparaten worden aangesloten.

Lee Bree: "het is zo'n technologietrend waar iedereen een graantje van wil meepikken, in de veronderstelling dat technologie je leven altijd beter zal maken. Dit is een misvatting."

Zijn bedrijf is opgezet om de misstappen van het internet of things aan de kaak te stellen. De 'mock-ups' die ze produceerden zijn gebaseerd op echte producten, maar dan met een schepje erbovenop. Zo heb je bijvoorbeeld Neighbourly, een slim slot dat mensen in je straat in staat stelt om bij je naar binnen te gaan als je niet thuis bent. Of de FitSpoon, die gebruikt maakt van big data om je eet-snelheid te vergelijken met die van anderen. De gaten in de lepel worden groter als de lepel je consumptie wil vertragen.

Advertentie

De neppe FitSpoon klinkt misschien knullig, maar het product verschilt niet al te veel van de HAPIFork: een aan bluetooth gekoppelde vork die oplicht en vibreert als je te snel eet. Tevens meet het object hoe lang je gemiddeld eet en hoeveel tijd er tussen happen zit.

Hoewel een aantal apparaten nuttig kunnen lijken voor sommigen, zullen de meeste altijd een creatief experiment blijven in een nieuwe markt. Dit soort producten benadrukken het probleem met apparaten in het internet of things. Lee Bree voegt hieraan toe: ze lossen problemen op die eigenlijk niemand heeft.

Desondanks benadrukt Lee Bree dat niet alle objecten dom zijn, sommige hebben gewoon wat meer aandacht nodig voor hun design. Hij is bijvoorbeeld een fan van Nest's slimme thermostaat, en ook wees hij ons op het autoventiel dat je waarschuwt als je banden moeten worden opgeblazen. "M'n toilet hoeft me niks te vertellen, maar een slim ventiel kan wel van pas komen, het is klein en effectief."

"Met andere woorden: het is een product dat daadwerkelijk handig is."