FYI.

This story is over 5 years old.

Tech

​Het eerste Nederlandse scifiboek uit 1777 langs de meetlat van de realiteit

Net als Mercier schetst Wolff een utopie waar alles koek en ei is: geen oorlog meer, weinig criminaliteit, eenvoud als grootste deugd, enzovoorts.
Beeld: een grafure van Betje Wolff

In 1777 schreef de Vlissingse Betje Wolff wat volgens Wikipedia het eerste Nederlandse sciencefictionboek is – of eigenlijk de eerste 'toekomstroman'. Holland in 't jaar MMCCCCXL heet het, oftewel Holland in het jaar 2440. Je raadt ongetwijfeld al waar het over gaat, maar toch moesten we het lezen. Bol.com bood bijzonder snel uitkomst.

Wolff "was ongetwijfeld een der voornaamste exponenten van de Nederlandse Verlichting," volgens het voorwoord van letterkundige dr. G. W. Huygens. Ze schreef onder meer samen met Aagje Deken Sara Burgerhart, een briefroman die wordt gezien als de eerste Nederlandse roman.

Advertentie

Holland in het jaar 2440 is in feite een lange brief, waarin van verschillende onderdelen van de maatschappij voorspeld wordt hoe ze zullen zijn in 2440. Het is daarmee geen systematische voorspelling. In de woorden van dr. Huygens: "De schrijfster snijdt te hooi en te gras wat onderwerpen aan."

Wolff haalde de inspiratie voor haar voorspellingen voornamelijk uit de roman l'An deux mille quatre cent quarante van Fransman Louis-Sébastien Mercier. Daarin wordt een Fransman uit de 18e eeuw plots wakker in het jaar 2440 – dat opmerkelijk veel lijkt op hun huidige tijd, alleen dan zonder onrecht, oorlog, slavernij, etcetera. Wolff giet daar in haar voorspellingen een Nederlands sausje overheen.

Net als Mercier schetst Wolff een utopie waar alles koek en ei is: geen oorlog meer, weinig criminaliteit, eenvoud als grootste deugd, enzovoorts. Maar "dat het haar aan verbeeldingskracht ontbrak om een denkbeeldige toekomstwereld te scheppen hindert nauwelijks, omdat het haar meer te doen was om kritiek op het heden," schrijft Huygens.

En zo lijkt wat Wolff in die tijd heeft geschreven eigenlijk precies op de beste sciencefiction van onze tijd en eigenlijk alle tijden: de toekomst wordt gebruikt als een loep om problemen uit de huidige tijd uit te vergroten.

In 2016 zijn we pakweg op een derde van de weg naar het jaar 2440, en aangezien we nu een sciencefictionweek hebben, leek het me geinig om haar voorspellingen tegen de lat der huidige realiteit te leggen. Dan weten we tenminste wat we allemaal nog moeten doen voordat het zover is.

Advertentie

FASH

"Wat meent gy dat in die gelukkige eeuw al zal verandert wezen? Geen petit maitre, geen pedant en geen naarvolger," schrijft Betje aan het begin van het boek, gruwelijk de plank misslaand. Zij ging ervan uit dat er in 2440 geen dandy's, geen verwaande fashionpeeps en geen trendvolgers zouden zijn. Ai. Dan moet er nog een hoop gebeuren.

Wat ze wel goed voorspelde was dat er "als een stuk van kleding ook geen degen" zou zijn. Wat we verder zullen dragen voor A/W 2440 is een bolhoedje zonder rand, een linnen kraagje, een ruim jak tot aan de knieën en een ruime jurk. Zonder goud of zilver. Prima streetwear.

TRANSPORT

"Prachtige koetsen ziet men niet, en men maakt geen gebruik van voitures, buiten noodzakelykheid." Dit zou nog best wel eens kunnen kloppen. Als het goed is gaan we richting een wereld waarin we inderdaad de auto minder gaan gebruiken. Of deze prachtig zijn of niet, dat valt nog te bezien, maar we hebben nog genoeg tijd om het design van onze voitures zo aan te passen dat ze afzichtelijk zijn.

ONDERWIJS

"We willen niet dat onze kinderen grammatici worden: 't is ons genoeg als ze natuurlyk en beschaaft spreken en schryven." Wolff ligt hiermee duidelijk op één lijn met Maurice de Hond, die onlangs ook pleitte voor het afschaffen van moeilijke dingen als 'au' en 'ij'. De jeugd moet vooral leren deugdzaam te zijn, en "men stemt zeer veel nut toe in de natuurkunde." Bijzonder treffend is dat ze voorspelde dat "de jeugd door telescoop en microscoop de wonderen van 't heelal beschouwen," wat nu gewoon al klopt!

Advertentie

OORLOG

"… nu was alles voor altyd rust en vrede." Conflict moet opgelost worden door middel van brieven. We hebben nog wel even voor 2440 aanbreekt, maar om oorlog te vervangen door "briefstyl" moet er ook een hoop gebeuren. Tenzij je geavanceerde militaire hacks ziet als "briefstyl", dan had Wolff nog redelijk gelijk.

VROUWEN

Wolff was misschien niet revolutionair als voorvechter van vrouwenrechten, maar ze voorspelde wel dat "vrouwen zyn boven alle lof." Ze lezen misschien wel minder "dan de mans", maar "we beschouwen haar tenminste als ons gelyk" – al zegt ze daarna wel dat "moeder te zyn is haar grootste genoegen." :/

GELD

"In alle winkels wordt comptant betaalt," is het enige wat Wolff schrijft over geld. Ze doelde volgens het voorwoord erop dat er niet meer iets zou bestaan als krediet of schulden, en dat iedereen alleen zou kopen wat ze kunnen betalen. Hoe ernaast kan een mens zitten, helaas.

RECHT

Wolff voorspelde dat "de misdaden allengs minder zyn geworden" dankzij de toenemende hoeveelheid filosofen: "hoe verbazend is hy in getal vermeerdert!" Dit zou betekenen dat de trend in het opdoeken van filosofieopleidingen nu gekeerd moet worden, want anders komen we niet van misdaad af.

Mocht er wel iets aan de hand zijn, dan wordt dit "den rechter kort en klaar voorgedragen, en de gelukkige burgers, wel voldaan, doen de zorgvuldige voorspraken met blydschap ongehouden vereering." Oftewel, burgers leggen zich loyaal en voldaan neer bij de uitspraak. Een mooie demonstratie van wat in de filosofie ook wel 'slavenmoraal' wordt genoemd.

Advertentie

VOEDSEL

"De levensmiddelen, het noodige en verkwiklyke van spys en drank, 't is alles, onvervalscht, tot een redelyken prys op de markten en winkels te bekomen." Wolff lijkt hiermee degene te zijn die als eerste de 'eerlijk en puur'-trend in voedselwaren voorspelde, chapeau.

Het ontstaan van de techindustrie had ze helaas niet zien aankomen: "Men kent geen monopolisten, geen ryken die door kracht van geld, den minder vermogenden medeburger er iets van ontfutselen."

In 2440 bestaan er geen stropers of jagers meer, maar wordt onze behoefte aan vlees "gedient door slagers: die tevens ter jacht gaan." Erg aardig is ze niet voor die slagers, ze noemt ze onder andere "halve wilden" en "gevoellooze wezens" die als ze zich misdragen naar Rusland gestuurd moeten worden om "allengs beter en nuttig" te worden.

BOEKEN

Wolff hield nogal van lezen, en haar toekomstbeeld reflecteert dit dan ook. Ze voorspelt het bestaan van openbare bibliotheken in elk dorp en ook dat "ieder heeft een kleine voorraad van meestgeliefde Boeken."

Van boeken die we nutteloos of niet deugdzaam vinden, "hebben we een soort van brandstof weten te fabriceren, daar we voor eenige eeuwen genoegen aan zullen hebben." Of ze hiermee een extreem originele oplossing voor het opraken van fossiele brandstoffen heeft gevonden, zal tegen 2440 duidelijk worden.

"REGERING, ENZ"

Het utopische beeld wat Wolff in gedachten had, blijkt uit hoe ze de regering in 2440 omschrijft: "Ieder een is zoo wel overtuigt van het lofwaardige onzer regeringsvorm, en dat de ampten door de beste en wyste mannen vervult worden, dat mens van het hof niet of met een algemeene achting hoort spreken." Hm. Misschien dat we daar ooit nog kunnen komen, maar gezien de geschiedenis lijkt het onwaarschijnlijk. Mensen moeten toch iemand de schuld kunnen geven van hun misère?