FYI.

This story is over 5 years old.

Tech

iPhone-fans lijden aan het stockholmsyndroom

Knipper twee keer met je ogen als je dit onder dwang doet.

Apple was vorig jaar zo vriendelijk om iedereen een koptelefoon ingang te ontnemen onder het mom van innovatie. Er was werkelijk geen plek meer in de dunne behuizing. Wel frappant dat het een gast in een schuurtje wel gelukt is. Natuurlijk kochten mensen dat ding massaal en ook de nieuwste iPhone X heeft geen koptelefooningang.

Ik ben nooit echt fan geweest van Apple, maar besloot toch een iPhone te proberen nadat mijn Samsung werd gestolen. Een jaar later ben ik er nog steeds niet weg van, in tegenstelling tot mijn vrienden en huisgenoten die als ware Apple-fanaten door het leven gaan. Features waar ik mij dagelijks aan erger wimpelen zij met gemak af.

Advertentie

Aan mij de taak als niet-psycholoog om een compleet ongefundeerde diagnose te stellen

Dit fenomeen is door onderzoekers van Strand Consult bestempeld als het iPhonesyndroom. Ze hebben deze term gebaseerd op het stockholmsyndroom, een psychische aandoening die haar naam dankt aan een drama dat zich in 1973 in een bank in Stockholm afspeelde. De bank werd overvallen en de aanwezige mensen werden zes dagen lang gegijzeld. Toen de politie hen uiteindelijk wilde bevrijden, waren de gegijzelde mensen zo in de war dat zij sympathiseerden met de overvallers en de agenten van zich afduwden. Het stockholmsyndroom is later een overkoepelende term geworden voor gijzelaars die een band opbouwen met hun gijzelnemers.

Strand Consult schreef dat Apple prachtige telefoons maakt, maar dat de iPhone wel veel "technische tekortkomingen" heeft. iPhone-gebruikers hebben die tekortkomingen echter geaccepteerd en op alle mogelijke manieren verdedigd. Dit paste volgens de onderzoekers precies binnen het stockholmsyndroom, en zo ontstond de term iPhonesyndroom.

Het is dus mogelijk dat de iPhone-gebruikers in mijn omgeving aan een ernstige psychische aandoening lijden. Aan mij de taak als niet-psycholoog om een compleet ongefundeerde diagnose te stellen. Ik sprak de patiënten – mijn vrienden en huisgenoten – in hun natuurlijke omgeving en vergeleek hun reacties met symptomen van het stockholmsyndroom.

Symptoom 1: Het goedpraten van de redenering en het gedrag van de gijzelnemer.
Situatie: Ik vertel patiënt M over de waarschijnlijke specificaties van de iPhone 7.

Advertentie

Ik: "De iPhone 7 verruilt waarschijnlijk de normale koptelefoonaansluiting voor hun eigen soort plug, dus je kan je normale oordopjes niet meer zomaar gebruiken. Wat vind je daarvan?"
Patiënt Maaike: "Maar je krijgt er toch vast oordopjes bij, dus dat maakt niet uit."
Ik: "Je kan de nieuwe iPhone waarschijnlijk draadloos opladen, maar je kan 'm dan ondertussen niet gebruiken."
Patiënt Maaike: "Maar je laadt toch meestal je telefoon 's nachts op, dus dat maakt dan niet zoveel uit. En waarschijnlijk laadt 'ie dan de hele nacht op en gaat de batterij dan de hele dag mee"

(Let op: over deze laatste twee argumenten had ik niks gezegd) Symptoom 2: Een ongelijke machtsrelatie, waarin de gijzelnemer bepaalt wat de gegijzelde wel of niet kan doen.
Situatie: Je kan niet alle apps en programma's op een iPhone gebruiken.

Patiënten Tap en Susan: "Het is echt stom dat er bijna niks in de iCloud past. Na twee liedjes zit-ie al vol. Het schijnt dat Android-gebruikers Google Drive kunnen gebruiken als opslagruimte ofzo?"
Ik: "Ja, of gewoon een grotere SD-kaart in hun telefoon stoppen."

Geen reactie (heel verdacht). Symptoom 3: Negatieve gevoelens van het slachtoffer naar anderen die hen uit de gevangen situatie proberen te redden.
Situatie: De iPhone van patiënt L is kapot en heeft een vervangend Android-toestel van haar vader gekregen.

Patiënt Loes: "Ik had dus twee weken een Android-telefoon en ik vond het echt verschrikkelijk. Ik kon er helemaal niks mee. Ik heb echt zo snel mogelijk weer een iPhone gekocht."
Ik: Je had dus een gratis telefoon en toen heb je toch een nieuwe gekocht? Symptoom 4: Niet in staat zijn zichzelf te bevrijden van hun gijzelnemers
Situatie: Niet iedereen was even blij met alle bestaande iPhone-functies.

Ik: "Zouden jullie hierna dan een andere telefoon nemen?"
Patiënten (unaniem): "Sowieso nog steeds een iPhone, maar misschien niet de nieuwste."
Patiënt Phebe: "Apple kan echt alles flikken. Mensen kopen het toch wel."
Patiënten Tap en Loes: "Ik ben zo gewend aan mijn iPhone, ik wil geen andere telefoon meer."
Patiënt Susan: "Mijn iPhone is met mijn macbook gesynced, echt heel handig! Maar nu kan ik eigenlijk nooit meer een andere telefoon nemen, want dan raak je al je bestanden kwijt."

Ik ben geen psycholoog, dus een echte diagnose kan ik niet stellen. Maar het lijkt er op dat al mijn vrienden in een zekere mate aan het iPhone-syndroom lijden – en dat ik als enige de dans ben ontsprongen. Ze kopen trouw iPhone na iPhone, en accepteren Apple's (veel te lange) voorwaarden blindelings. Je bijna kunnen zeggen dat het een soort religieuze ervaring is. En voor sommigen is het dat ook.

Ik mag dan geen fan zijn van de producten van Apple, maar ik moet toegeven dat hun marketing ontzettend goed werkt.