Astronomen hebben voor het eerst complexe organische moleculen ontdekt in een pasgeboren zonnestelsel. Organische moleculen zijn scheikundige verbindingen die de basis vormen voor het leven, en de vondst hiervan is nieuw bewijs dat ingrediënten voor het leven over het universum verspreid liggen. Methylcyanide (CH3CN) is een koolstofrijk molecuul dat bijdraagt aan de vorming van aminozuren, een belangrijke bouwsteen van leven. De stof werd ontdekt rondom de miljoen jaar oude babyster MWC 480 (ter vergelijking: onze zon is 4,5 miljard jaar oud). Het systeem bevindt zich nog in de ontwikkelingsfase. Het stelsel is pas kort geleden gecondenseerd uit de nevel, bevindt zich nu in een protoplanetaire staat en bestaat alleen nog maar uit gas, maar uiteindelijk zal het uitgroeien tot een heus stelsel met planeten."Het is de eerste keer dat we zulke complexe organische materialen in een pasgeboren stelsel tegenkomen," zegt Karin Öberg, een astronoom bij het Harvard-Smithsonian Center for Astrophysics, in een interview per e-mail met Motherboard. "Dit soort materialen hebben we namelijk nog nooit in volwassen exoplanetaire stelsels gevonden."Öberg is de hoofdauteur van het nieuwe, in Nature gepubliceerde paper genaamd: The comet-like composition of a protoplanetary disk as revealed by complex cyanides.De onderzoekers schatten dat er voldoende methylcyanide in het jonge stelsel zit om alle oceanen op aarde te vullen. Daarnaast werden er andere organische moleculen gevonden, zoals waterstofcyanide.Dit is interessant omdat het aantoont dat complexe koolstofverbindingen - die de ruggengraat voor het leven vormen - de barre omstandigheden rond een jonge ster kunnen overleven. Het moge duidelijk zijn dat zulke verbindingen in ons eigen zonnestelsel kunnen overleven, maar dit nieuwe onderzoek bewijst dat deze situatie zich dus vaker dan één keer kan voordoen."Dit kan erop wijzen dat complexe organische scheikunde al vroeg in het bestaan van ons zonnestelsel aanwezig was. En als we de komeetmetingen moeten geloven, is het ook aanwezig in andere planetaire stelsels," vertelt Öberg. "Dezelfde scheikunde die het zaadje voor leven op aarde plantte, is waarschijnlijk ook aanwezig op steenachtige planeten in andere delen van het universum.""Of dit automatisch tot het ontstaan van leven leidt, weten we niet," voegt ze hier aan toe, "maar het is in ieder geval één invloedrijke factor."Öberg en haar collega's werken in de ALMA-faciliteit (kort voor: Atacama Large Millimeter/submillimeter Array) in Chili om de energieschijf van de MWC 480 te onderzoeken, die 455 lichtjaren van ons verwijderd is.Naast methylcyanide stuitte ALMA ook op minder complexe organische moleculen, zoals waterstofcyanide. Deze inkijk in de moleculaire samenstelling van het jonge stelsel roept de vraag op of er meer van deze levensvatbare stoffen zijn in a galaxy, far far away."Gebaseerd op de komeetdichtheid en andere factoren hebben we een lijst van andere stoffen opgesteld die we gaan proberen te vinden," zegt Öberg. "We zullen daarom een overzicht maken van alle complexe verbindingen, om vast te stellen of de aanwezigheid van methylcyanide uniek is, of dat het één van de vele complexe materialen is die in andere nabijgelegen stelsels te vinden zijn."Wat de uitkomst ook mag zijn; dit onderzoek heeft het aloude vermoeden bevestigd dat de scheikundige bouwstenen voor het leven niet alleen in ons hoekje van de Melkweg bestaan.
Advertentie
Advertentie