FYI.

This story is over 5 years old.

Tech

Misdaad bestrijden door pollen te onderzoeken

Deel I: Op bezoek bij een Forensisch botanicus Henk van Haaster.
Illustratie door Manuel de Jong

In onze nieuwe serie CSI: Nederland gaat archeoloog Laura van der Haar op bezoek bij verschillende forensisch specialisten en spreekt ze met hen over de intrigerende kanten van dit spannende vakgebied.

"Je moet de borden voor North Sea Venue volgen. Van die Dominatorfestivals weet je wel," zegt Henk van Haaster. "Daar zitten wij naast."

Van Haaster is mede-eigenaar van BIAX, een biologisch archeologisch onderzoeksbureau. Als ik arriveer staat hij voor de deur, in de zon. Zijn blouse heeft de aanstekelijke tinten van een tropisch eiland en als je ooit nog eens een hoofd doormidden moet zagen of precies wilt weten waar een plasje kots uit bestaat, is hij de man. Verderop ligt de Hemkade, waar "hardrockfestivals en housefeesten" plaatsvinden, maar los van een sporadische zeecontainer Red Bull op de stoep merken ze daar bij BIAX weinig van.

Advertentie

Van Haaster is gespecialiseerd in forensische botanie. Watwatwat? Ja! Forensische botanie! Het oplossen van misdrijven met behulp van plantenresten zoals stuifmeel, schimmelsporen, takjes, zaadjes, blaadjes, hout en vezels. Daarmee is hij onderdeel van een grote groep forensisch specialisten. Forensisch accountants, etnisch specialisten, entomologen, biometristen, ballistici, dactyloscopen, jeweetwel. En één botanicus dus.

Zijn taak bestaat uit het linken van personen aan voertuigen, voorwerpen of locaties, en het reconstrueren van menselijke activiteiten en milieuomstandigheden. Waar is de fiets van een vermist meisje geweest? Wanneer ademde een lijk voor het laatst? Wat at een dode bij het ontbijt? Doodgewoon botanisch onderzoek kortom (monsters nemen, pollen en zaadjes bestuderen), maar dan in een forensische setting. Een belangrijk specialisme overigens, want stuifmeel is O-VE-RAL.

"Je ziet het niet, maar het hangt in de lucht, het zit op deze muren, in je auto; jouw hele blouseje zit er vol mee. Onzichtbaar bewijsmateriaal dus, dat je bovendien onmogelijk kunt vernietigen."

"Ook niet als je je wast met allesreiniger?"

"Zeker weten vind ik het dan nog."

"Hoe kun je het dan van je lichaam krijgen?"

"Hahaha, dat ga ik niet zeggen natuurlijk!" Direct vertelt hij over een vrouw die op onthutsend brute wijze haar kind vermoordde, waardoor het voor de bewijslast nodig was onder haar nagels te kijken.

Advertentie

"Dan denk je: simpel, we halen sporen van het slachtoffer en checken dat met de nagels van de moeder, maar je mag niet zomaar iemands nagels knippen."

"Ook niet bij zo'n weerzinwekkende moord?"
"Nee, niet zonder toestemming. Toestemming verkrijgen kost tijd, en nu had de vrouw ondertussen al haar nagels verwijderd en vervolgens haar vingers in een pot pindakaas gedoopt. Gelukkig hebben we zelfs toen nog stuifmeelkorrels gevonden."

1-0 voor de vingerafdrukken van planten.

  1. Onverwoestbare stuifmeelkorrels

"We zijn net verhuisd," zegt Van Haaster als hij me een rondleiding door het gloednieuwe lab geeft. Spoelbakken, zeefinstallaties, vergelijkingscollecties, pincetten, microscopen, microscopen, microscopen, microscopen; alles zo aanlokkelijk schoon en geordend dat je gelijk zin krijgt om aan de slag te gaan.

Helemaal rechts achterin staan de koelkasten voor forensisch onderzoek.

"Die moeten gescheiden blijven."
"Vanwege sporenbesmetting?" weet ik van Dexter.

"Ja zoiets ja. Monsters van dader en slachtoffer mogen nooit in één ruimte, dan breekt een advocaat je rapport genadeloos af." Hij opent wat kasten vol monsterpotjes, zipzakjes, mondkapjes, handschoenen. Op een kartonnen doos staat met dikke stift 'ROERSTAAFJES NFI'.

"Ook maar goed dat het gescheiden is," vervolgt Van Haaster, "want niet iedereen wil ermee geconfronteerd worden."

Hoe bedoelt hij dat?

"Nou, veel bewijsmateriaal wordt als vies ervaren. De maag van een moordslachtoffer bijvoorbeeld, dat vindt men goor. Of de broek van iemand die verdacht wordt van verkrachting."

Advertentie

Hij heeft aan zo'n honderd forensische zaken gewerkt, waaronder verschillende van nationaal belang.

"WELKE?!?!?"

Ja dat blijft geheim, vanwege de privacy van de nabestaanden. Meestal weet hij het zelf niet eens, maar soms spreekt de datum op het bewijsmateriaal wel boekdelen.

"WELKE DATUM?!?!"

Hij gaat me zwijgend voor naar boven.

Er is daar één ruimte zonder ramen, daar hebben ze maar de bibliotheek gemaakt. Op de vloer ligt een funky paarswitte vloerbedekking.

"Van het Casino dat hier eerst zat, of nee wat was het? Een gokautomatenfabrikant!"

"Een gokautomatenreparatiefabrikant," verbetert een passerende collega-botanicus.

In de kasten staat alles wat je mogelijkerwijs over pitten en zaden en stuifmeel zou kunnen lezen.

"Die stuifmeelkorrels, wacht ik laat je er even wat zien… [computerscherm floept aan, een prachtig ingekleurd mijnenveld verschijnt] … ja kijk dit zijn ze."

Hun oppervlaktestructuur zit vol stekels en gleufjes en gaatjes, waardoor ze overal aan hechten. Autobanden, televisies, huid, longen: alles is ermee besmet én het is onverwoestbaar. Een zandmonster uit een lijk bijvoorbeeld (ja, dat gebeurt) wordt overgoten met superagressieve chemicaliën om de zandkorrels weg te smelten - zelfs een glazen pot overleeft dat niet - maar het pollen blijft onaangetast. En met die pollenspectra begint het fascinerende werk van Henk van Haaster.

  1. Stuifmeelkorrels in de vrolijke kleuren van een tropisch eiland

Zoals linken dus.

"Bijvoorbeeld een rugzak aan een spijkerbroek - dit is gruwelijk hoor - het slachtoffer was verkracht met haar rugzak nog om en in de broek van de verdachte zaten moddervlekken bij zijn knieën. Van het tuinieren, beweerde hij."

Advertentie

Die had even buiten onze botanicus gerekend: al het pollen op de knieën matchete tot op het laatste bestanddeel met de rugzak. Op één plant na: brandnetels. Hup naar de plaats delict dus, en daar bleek een enorm brandnetelstruweel liggen. De dader had die berm blijkbaar uitgekozen als vluchtroute, weg van het dode meisje, en onderwijl heeft zijn natte broek daar brandnetelpollen verzameld. Bingo.

Als botanicus moet je vanzelfsprekend compleet op de hoogte zijn van plantengedrag. Dennen bijvoorbeeld zijn hyperactieve windverstuivers, zo heftig dat er soms mistwolken in de wouden lijken te hangen. Dan zijn ze aan het voortplanten, en die voortplantsels krijg je onherroepelijk op je.

"Je kent het wel: die geelbruine waas op slootjes. Of dat zogenaamde Saharastof op auto's?"

Daar heeft Van Haaster natuurlijk weleens een vinger doorheen gehaald, om te testen op het lab.

"Gewoon dennenpollen."

Weten dat rogge haast manisch verstuift is noodzakelijk, evenals dat tarwe bijvoorbeeld helemaal niet verstuift. Pollen van rogge op de jas van een vermist kind zegt dus vrij weinig, maar als je tarwepollen vindt weet je: direct contact. Dan kun je het OM vertellen dat ze op zoek moeten naar een tarweveld. Of een molenaar.

  1. Seksend dennenbos
  1. Zogenaamd Saharastof

In het geval van een dode heeft Van Haaster maar een minuscuul pollenmonster nodig om te weten wanneer die voor het laatst ademde. Dankzij hooikoortspatiënten. Op de daken van Nederlandse ziekenhuizen wordt tegenwoordig namelijk al het pollen geregistreerd, en dat bestand biedt een compleet overzicht van wat er op een bewuste datum in de lucht zat. Pollen in de neusholtes van een dode hoeft alleen nog maar even met die pollenkalender te worden gecheckt om te weten wanneer hij precies een dode werd. Iets om bij stil te staan bij je volgende nies!

Advertentie

Bij een normaal lijk bepaal je trouwens aan de hand van de bloedsamenstelling of anders de aanwezige insecten vrij nauwkeurig het tijdstip van overlijden: insecten benaderen een lijk namelijk volgens een vast tijdspad. Sommige zijn er als de kippen bij en smikkelen er direct van, terwijl andere kruipend komen en wat later zijn. Of de vliegeneitjes die op lijken gelegd worden: die poppen na 143 uur. Niet na 142 of 144 uur, nee. Precies 143. Betrouwbare clous.

Maar als er alleen nog skelet resteert, heb je een fysisch antropoloog, of Van Haaster nodig. Die zaagt dan de bovenkant van het hoofd weg en peutert zo van bovenaf pollen uit de neusholte: de laatste adem. Liever onderzoekt hij echter de longen - mits die er nog zijn natuurlijk: "Vaak heeft een slachtoffer gerend bij een achtervolging, of heeft er een worsteling plaatsgevonden. Dan adem je echt niet meer door je neus. Bij opwinding gaat men door de mond ademen."

Gelukkig hoeft hij niet hele dagen door een pollenmicroscoop te kijken; soms wordt Van Haaster ook naar buiten gestuurd om clandestiene graven op te sporen.

"Wanneer je in het veld een ovale plek ziet met alleen jonge plantjes, dan zou ik er maar gauw een hond bij halen. Of een prikstok." Van Haaster ramt een denkbeeldige stok in de paarse vloerbedekking. "Een begraving, daar zak je gelijk doorheen. Als je dan ook nog even aan het puntje van die stok ruikt, weet je het meestal wel zeker."

Advertentie
  1. Een clandestien graf

Om dergelijke methoden te verifiëren en verfijnen, heeft een speciale politieafdeling eens een lading dode varkens begraven: in stukken gehakt, in tapijt gerold, in beton gegoten, in metalen omhulsels, met of zonder moordwapen.

Om jaren later op te sporen.

"Dit is eenn van de slachtoffers." Van Haaster toont een foto van een bruinzwart varkentje, twee keer door de kop geschoten (het eerste schot per ongeluk door het oog). Die varkensschedel is meegenomen naar het lab om te bemonsteren. De bovenkant eraf gezaagd dus, en er bleek vooral berkenpollen in de neus te zitten. Op een zonnige dag eind april vermoord.

  1. Varkentje met twee kogelgaten en geopende neusholte

Nu lijkt zijn werk voornamelijk om lijken te draaien, maar Van Haaster zit vaak ook diep in de poep. Dat heeft te maken met mestfraude, wat tegenwoordig op grote schaal gaande is. Nederland kent namelijk een strenge mestwet, waardoor je alleen in bepaalde seizoenen mag mesten. Dat wordt door handhavers gecontroleerd en het verwerken van dierlijk afval is duur, dus: illegaal dumpen wat de klok slaat. "Zat plekken waar je rustig de mestwagen kunt laten leeglopen."

Ook worden veel compostbedrijven omgekocht om stiekem dierlijke resten weg te moffelen. "Dan geef je de opzichter een paar duizend euro om je lading net zo lang te laten rotten tussen het compost tot er ogenschijnlijk enkel tuinaarde over is. Maar, geef Van Haaster daarvan een handjevol en je krijgt de complete lijst met (al dan niet illegale) bestanddelen retour.

Advertentie
  1. Een handje tuinaarde, of illegaal dierlijk afval?

En van poep is het slechts een klein stapje terug naar de darmen en de maag. Maaltijden reconstrueert hij om een timeline op te stellen: wat gebeurde er tussen de vermissing en de vondst van het lichaam? Daarvoor krijgt Van Haaster soms complete darmstelsels opgestuurd; dikke darm, dunne darm, maag, oftewel: ontbijt, lunch en diner.

"Daarmee kunnen alibi's gecheckt worden: ja klopt, hij zat inderdaad in de snackbar."

Inmiddels heb ik honger gekregen en bij het woord snackbar grijp ik automatisch naar een boterham, precies op het moment dat Van Haaster een foto openklikt.

"Ook een laatste avondmaal."

Op het scherm een plas brokkelige kots op grijze stoeptegels.

Ik leg het boterhammetje weer terug en laat me alles vertellen over hoe melk of vergane kaas hier het zicht op de zaak (de maaginhoud) vertroebelt.

  1. Het laatste avondmaal in een petrischaaltje

Zo'n maaginhoud wordt uitgesplitst naar ingrediënten, in een bakje zoals waar ze in Afrika mankala mee spelen (maar dan steriel).

"Wortelblokjes zoals in Unox-soep, zie je? Tomaat, peper, selderij, ui."

Herkent hij ook weleens iets niet?

Jazeker, dan gaat hij toko's af om exotischer spul te bekijken.

"Deze maag zat tjokvol dadels bijvoorbeeld."

Maar, als hij bijvoorbeeld alfalfa, komkommer, paprika, sla en granen aantreft, mag hij niet opschrijven: deze jongen at een broodje gezond! De advocaat zou dan direct vragen of Dr. Van Haaster soms culinair specialist is. Nee? Rapport afgekeurd.

Bij zo'n vermoeden, of wanneer hij voornamelijk ingrediënten uit bijvoorbeeld de Surinaamse keuken herkent, mag hij dat hoogstens in een begeleidend mailtje opperen.

Advertentie
  1. Maaginhoud uitgesplitst in een mankala-achtig bakje. Blokjes wortel, paprikavelletjes, stukjes tomaat, ui, graanzemelen en stukjes selderij. Nu mag je dus niet zeggen dat het slachtoffer groentensoep en een volkorenbroodje heeft gegeten. (Maar dat is waarschijnlijk wel zo.)

Laatst kreeg hij als test trouwens een nepmaaginhoud doorgestuurd.

"Nepkots? Hoe maken ze dat in godsnaam?"
"Gewoon, in een pannetje. Hadden ze een potje provinciale kruidenmix doorheen gegooid."

Vindt hij het echt niet vies, zo met een pincet in de kots?

"Nee, maaginhouden zijn superleuk speurwerk!" Van Haasters vrolijke blik matcht perfect met zijn blouse.

We gaan maar even een kop muntthee drinken. In de vergaderruimte annex kantine staat een schaal kruisbessen, ernaast ligt een vliegenmepper.

"Daar zit het afvalpunt," een collega wijst door het raam, "dus het stikt hier van de strontvliegen. Komen die bessen bij jou uit de tuin Henk?"

"Nee, ik had ze nog iets langer laten hangen."