FYI.

This story is over 5 years old.

Tech

Sociale natuurkunde legt de wetten van sociale interacties vast

Met big data en 'reality mining' kunnen de onderliggende regels van sociale omgang ontrafeld worden. En misbruikt om mensen te beïnvloeden.

Er wordt steeds meer data op de digitale stapel gegooid, maar wat moeten we er mee? Alex Pentland, legt in zijn nieuwe boek Social Physics: How Good Ideas Spread - Lessons From a New Science uit dat deze digitale stapel binnenkort zeer bruikbaar zal worden. Sociale natuurkunde is de tegenhanger van de bekendere fysieke natuurkunde, maar volgens Pentland is de eerste in een opmars. Hij beargumenteert dat er bepaalde wetten en regels toepasbaar zijn op het gedrag van de mens in grotere groepen en denkt dat grote hoeveelheden data zal helpen om die wetten te formuleren. Dit alles om vervolgens menselijk gedrag te kunnen beïnvloeden.

Advertentie

Dit komt niet geheel uit de lucht vallen, want de geschiedenis van de mens draait voor een groot deel, als niet helemaal, om het beïnvloeden en mobiliseren van mensen. Het liefst zo veel mogelijk mensen. Volgens Pentland zijn er “statistische regelmatigheden binnen menselijke verplaatsing en communicatie” en wanneer we deze begrijpen kunnen we “de belangrijkste mechanismen van sociale interacties” achterhalen. Op die manier kan men dus beter de invloeden op ons sociale gedrag in kaart brengen. Dit kan dan weer gebruikt worden om bijvoorbeeld de reistijd voor forensen met 10% te reduceren door een kleine aanpassing in het schema te maken. Dat je door kleine aanpassingen een grote impact kan hebben is natuurlijk fantastisch.

Bij een mierenhoop, een vergelijking die de zanger Peter Gabriel naar aanleiding van het boek maakte, is het moeilijk te achterhalen hoe die grote zooi aan individuele organismen samen werken. Maar als je van alle individuen data zou verzamelen, een proces dat Pentland “reality mining” noemt, zou je iets over de gehele groep en de sociale interacties daarbinnen kunnen zeggen. Daarbij moeten er wel modellen gebruikt worden om precies datgene naar voren te halen waar je meer over wilt weten en vervolgens wilt beïnvloeden.

Voorbeelden hiervan zijn het simpelweg aanpassen van de koffie-pauze’s om zo de productiviteit te verhogen van de medewerkers van een bank. Om tot deze drastische maatregel te komen gebruikten Pentland en anderen een reeks experimenten waarbij mensen een “sociometrische badge” om hun nek droegen die weer met andere badges van collega’s communiceerden. De badges meetten vervolgens de “persoonlijke energie levels” en eigenschappen zoals “extraversie en empathie.” Het is mij echter onduidelijk hoe bijvoorbeeld empathie statistisch vast gelegd kan worden. Echter hebben Pentland en zijn kameraden er door de onderzoeksresultaten voor kunnen zorgen, waarschijnlijk door de energie levels te verbinden met productiviteit en caffeïne-intake. Door een nieuwe planning te maken kon de caffeïne dus efficiënter ingezet worden en ging de productiviteit omhoog.

Advertentie

Pentland gaat er vanuit dat de resultaten en bevindingen die met zijn modellen en methodes gevonden zullen worden alleen maar positieve uitwerkingen zullen hebben. Deze naïeve positiviteit heeft een kanttekening nodig, omdat het niet realistisch is. Pentland stelt bijvoorbeeld dat: “door te focussen op de leefgenoten van een individu, kan sociale druk het gewenste effect vergroten.” Door iemands sociale omgeving te conditioneren kan je iemand beïnvloeden en een bepaalde kant op sturen, maar deze methodes kunnen voor goede of slechte doeleinden gebruikt worden.

Het behouden van je reputatie kan een belangrijke beweegreden zijn om iets te ondernemen. Het is zelfs een betere motivatie om tot actie over te gaan dan het verdienen van keiharde knaken. Dit geeft goed aan dat Pentland's bevindingen geen natte-vinger werk is en dat wanneer je een individu wilt beïnvloeden je je vooral moet richten op zijn of haar sociale omgeving.

Een manier waarop Pentland's bevindingen aan het werk worden gezet is via bepaalde algoritmes die moeten voorspellen of iemand ziek gaat worden - of niet - aan de hand van zijn of haar sociale gedrag. Dit is allemaal nog voordat je zelf ook maar ergens een pijntje of iets dergelijks gevoeld. Ik voel altijd goed aan of ik verkouden of grieperig aan het worden ben, maar ik zou het interessant vinden als dat al duidelijk wordt nog voordat ik het zelf voel.

Misschien doet dit je denken aan Google Flu Trends en hoe dat volgens sommigen volledig is mislukt, omdat het niet succesvol de griep wist te voorspellen. Flu Trends was echter een inititatief uit 2008, toen niemand ooit een woord had gerept over Big Data. Maar het is niet zeker of iemand wel of geen griep heeft op het moment dat diegene er naar zoekt. Het feit dat iemand zich ziekjes voelt, betekent namelijk nog niet dat het om griep gaat. De patiënten en de dokters, diegene die een ziektebeeld vaststellen, worden door deze analyse één en dezelfde persoon, waardoor er onbetrouwbare resultaten naar voren komen.

Flu Trends levert wel een belangrijk inzicht op in de valkuilen die er bestaan bij het analyseren van grote hoeveelheden data. De inhoud van data speelt namelijk een erg grote rol en bepaald of een methode wel of niet werkt. Misschien is het dan toch niet echt mogelijk om er voor te zorgen dat je met veel internet-activiteit ziektes kan voorkomen. Wel jammer hoor.

Zouden we een pop-up kunnen creëren die je waarschuwt als je iets idioots van plan bent, of je van andere stommiteiten weerhoudt? Misschien had dat wel de hele heisa rond dat meisje uit Rotterdam kunnen voorkomen. Het kan namelijk drastischer, wanneer een algoritme doorheeft dat jouw tweet er voor zal zorgen dat je opgepakt zal worden, kunnen we deze misschien filteren. Handig toch? Kunnen de vliegtuigjes lekker de lucht in en hoef je niet naar de gevangenis.

De formulering van sociale wetten en de toepassing ervan is een onvermijdelijke vorm van vooruitgang waar we niet onderuit komen. De mierenhoop waarin we leven is een ongeconstrueerde hoop bagger en we helpen onze omgeving in een ontzettend rap tempo naar de kloten. We moeten kritisch zijn over onze leefomgeving, maar aan de andere kant moeten we er voor zorgen dat het niet verpietert omdat we niet bewust willen ingrijpen. Het kan geen kwaad om bewuster naar de hoop te kijken en bepaalde dingen zo te sturen dat we er voor kunnen zorgen dat we het nog iets langer kunnen uitzingen op onze aarde. Global warming en de explosieve bevolkingsgroei van de afgelopen honderd jaar presenteert ons met een heel lijst aan uitdagingen en moeilijkheden en wellicht dat sociale natuurkunde ons kan helpen deze te overwinnen.