FYI.

This story is over 5 years old.

Tech

Als je bloed geeft, wat doneer je dan nog meer?

Wat lift er allemaal met je bloed mee bij een bloedtransfusie? Kunnen je hormonen, alcohol, drugs of andere stoffen in je bloed meegaan?
Beeld: Popmech

Laatst vertelde een dokter mij dat in het bloed van een Nederlandse man een bacterie was aangetroffen uit een boa constrictor. Zelf was hij immuun, maar stel dat zijn bloed wordt gedoneerd? Gaat de bacterie dan mee?

Want wat lift er eigenlijk allemaal mee bij een bloedtransfusie? Wat als je het bloed krijgt van een alcoholist, of een van een vrouw die stijf staat van hormonen vanwege het premenstruele syndroom. Worden de PMS-verschijnselen dan overgebracht? Of hebben mensen met een pinda-allergie gewoon pech als ze het bloed krijgen van een pindaverslindende Duyvis-fanaat?

Advertentie

Om antwoord te krijgen op deze vragen sprak ik met de Dirk de Korte, biochemicus en manager van de Bloedbank R&D-afdeling, en Tanneke Marijt, stafarts Medische Donorzaken van Stichting Sanquin. Zo bleek dat vrouwelijk bloedplasma niet voor directe transfusie wordt gebruikt; alcohol in het bloed vooral een probleem is voor de donor zelf; en drugsgebruik wordt uitgesloten om een heel andere reden dan je zou denken.

Om te beginnen met PMS, legt De Korte uit waarom niemand daar last van zal krijgen door een bloedtransfusie. "Onze hormonen zijn alleen aanwezig in het bloedplasma." Als iemand veel bloed verliest dan worden er eerst alleen rode bloedcellen uit je bloed gegeven. Pas als iemand extreem veel bloed verliest komt daar ook bloedplasma bij. Hij vertelt dat bij een donatie van bloedplasma alleen mannelijk plasma wordt gebruikt.

Alle beelden van pngimg.com

Dit is niet per se omdat vrouwen soms hogere hormoonniveaus hebben of aan de pil zitten, maar omdat er bij vrouwen vaak meer antistoffen in hun bloedplasma zitten. Zwangere vrouwen maken bijvoorbeeld extra antistoffen aan en veel vrouwen zijn zonder dat ze het weten al zwanger geweest, maar is het bevruchte ei in een vroeg stadium afgestoten. Ondertussen zijn wel al die extra antistoffen aangemaakt en daarom is het veiliger om plasma van alle vrouwen niet te gebruiken voor transfusie aan patiënten. Maar vrouwelijk bloedplasma kan wel goed gebruikt worden om medicijnen van te maken. "Uit plasma worden ook bestanddelen gehaald die gebruikt kunnen worden voor medicijnen," vertelt De Korte.

Advertentie

Andersom krijgen vrouwen waarschijnlijk ook geen boost testosteron van mannelijk plasma. "Hier hebben we in ieder geval nog nooit klachten over ontvangen," zegt De Korte. Mogelijk zijn de hormonen ook al afgebroken voordat de patiënt het plasma ontvangt.

Drugsgebruik is wel gevaarlijk, maar in eerste instantie niet vanwege de effecten van de drugs zelf.

Ooit heeft iemand met een pinda-allergie de dikke pech gehad om bloed te krijgen van een donor die net een zak pinda's naar binnen had gewerkt. Toen bleek inderdaad dat de allergische reactie op die manier ook nog steeds kan optreden. Wel gaat het om een echte toevalstreffer en is het verder ook nooit meer voorgekomen.

Wanneer iemand overduidelijk dronken bij de bloedbank komt aanzetten, zal er in eerste instantie geen bloed afgetapt worden. Daarbij is het onwaarschijnlijk dat iemand die niet eens meer recht kan lopen een tripje naar de bloedbank maakt. "Maar als je een of twee glazen wijn hebt gedronken van tevoren, is dat niet zo erg – in elk geval niet voor de ontvanger," legt Marijt uit. Je tapt van een patiënt maar een halve liter bloed af, waarvan alleen de rode bloedcellen met een klein beetje plasma naar een patiënt gaat. Alcohol zit alleen in plasma, dus wanneer dat kleine beetje vermengd zou worden met het bloed van een patiënt, is het effect van alcohol niet meer zo te merken zijn. Het is vooral slecht voor de donor zelf om veel alcohol te drinken voor een bloeddonatie, omdat het vocht afdrijft uit je lichaam. Als je dan ook nog eens een halve liter bloed aftapt, raak je nog meer vocht kwijt. Daar kan je duizelig van worden of zelfs flauwvallen.

Advertentie

Drugsgebruik is wel gevaarlijk, maar in eerste instantie niet vanwege de effecten van de drugs zelf. Mensen die samen snuiven of spuiten, en elkaars spullen gebruiken, brengen namelijk eerder bloedoverdraagbare virussen over. Coke snuiven kan je neusvlies beschadigen, waardoor je kleine bloedingen krijgt en je deze virussen dus gemakkelijk via een rietje of een sleutelpunt overbrengt. Daarom wordt er aan de donoren gevraagd of ze in de laatste twaalf maanden drugs hebt gesnoven. Voor deze termijn is gekozen, omdat ze dan zeker weten dat gevaarlijke virussen door de testen worden opgemerkt

Wat betreft gevaarlijke bacteriën of virussen, neemt de bloedbank allerlei maatregelen om te voorkomen dat een patiënt daarmee wordt besmet. "Soms kunnen er bacteriën in het bloed van een donor voorkomen," legt De Korte uit. "Daarom vragen we in de vragenlijst of iemand op dat moment last heeft van een wond of infectie. Ook moet je geen bloed geven vlak nadat je naar de tandarts bent geweest." In je mond zitten veel bacteriën en, zo legt hij uit, als de tandarts in je tandvlees heeft zitten porren kunnen die in je bloed terechtkomen. Ook kunnen er bacteriën of virussen in het bloed zitten wanneer iemand ziek is, of bijvoorbeeld door een huisdier. Honden, katten of vogels zijn niet zo riskant, maar mensen halen wel vreemdere wezens in huis.

Zo was er iemand met een boa constrictor. Die slang droeg een bacterie bij zich, en omdat het monster zijn baasje zo vaak beet kwam de bacterie steeds in zijn bloed. Zelf had de man nergens last van omdat hij intussen immuun was geworden. Niemand had kunnen weten dat hij de bacterie in zijn bloed had. "We vragen normaal gesproken ook niet aan donoren of zij toevallig een boa constrictor als huisdier hebben," zegt De Korte.

Advertentie

Onderzoekers [proberen] rode bloedcellen te maken uit geprogrammeerde lichaamscellen en stamcellen.

Gevaarlijke bloedoverdraagbare virussen zoals hiv, verschillende geelzuchtvirussen (hepatitis B en C) en syfilis kunnen ook in het bloed komen, maar daar wordt uitgebreid op getest. In Nederland is het bloed heel veilig.

Verder is het voor een succesvolle bloedtransfusie vooral belangrijk dat de kenmerken van het bloed van de donor en dat van de patiënt goed samengaan. "Er zijn wel 30 bloedgroepsystemen bekend en we onderscheiden meer dan 250 bloedgroepen," vertelt De Korte. De bloedgroepen verschillen vooral in de antigenen die op de bloedcellen zitten. Wanneer een donor andere antigenen heeft dan de patiënt, gaat de patiënt daar antistoffen tegen aanmaken en de onbekende bloedcellen aanvallen.

Stamcelonderzoek zou dit probleem kunnen oplossen. De Korte vertelt dat onderzoekers rode bloedcellen proberen te maken uit geprogrammeerde lichaamscellen en stamcellen. Het voordeel hiervan zou zijn dat je die aan iedereen zou kunnen geven, zonder dat er antistoffen aangemaakt worden. Ook hoef je je dan minder druk te maken om al die bacteriën en virussen, maar het is erg duur en is het onderzoek nog lang niet zover dat we bloed kunnen tappen uit de kweekreactor. Wanneer we in de toekomst eventueel kunstmatig bloed gaan gebruiken, zou het waarschijnlijk alleen gegeven worden in speciale gevallen. Voorlopig zijn donoren dus nog nodig, en om de veiligheid van een bloedtransfusie hoog te houden, moeten we blijven letten op alles wat er met het bloed kan meeliften.