FYI.

This story is over 5 years old.

Tech

Smeltende gletsjers verwoesten dit slijkstadje in het hoge noorden

Dit is deel II van onze kanotocht naar de noordpool.

Dit is het tweede deel in een serie reisberichten van onze tocht naar de noordpool. Lees hier deel één

Op het eind van zijn loop is de Mackenzie een vieze rivier. Maar zo begint het niet. De oorsprong van de rivier is helder, groen tot in de diepte en schoon genoeg om te drinken.

Eind juni, na mijn eerste week peddelen, zat ik helemaal onder het stof en het zweet, maar ik was daar nog niet helemaal aan gewend. Ik had nog steeds een New Yorkse (want daar woon ik) standaard. Toen ik aankwam bij een eiland met een stukje strand ging ik baden in de rivier. Het was net alsof ik naar de sauna was geweest, zo schoon en gerimpeld kwam ik het water weer uit.

Advertentie

Een paar dagen later was dat al niet meer mogelijk.

Zo'n 300 kilometer ten zuiden van het Great Slave Lake, voegt de Liard rivier zich bij de Mackenzie vanuit het westen. Die rivier zit helemaal vol met slib van de smeltende gletsjers in het noorden van Brits-Columbia. Waar de grote rivieren elkaar treffen, bij het kleine plaatsje Fort Simpson, wordt Mackenzie tweezijdig: schoon en groen aan de oostkant, bruin en vies aan de westkant. Het vieze water is niet toxisch of vervuild, maar gewoon vies. Het zit vol drab. Je ziet je vingers niet meer als je hand tot aan de pols in het water hangt.

Voor honderden kilometers blijven de stromen van de Liard en de Mackenzie verbazingwekkend mooi gescheiden. De linker rivierwal bestaat uit stapels stenen, drijfhout van dennenbomen en donker slib dat mijn voeten naar beneden zuigt bij iedere stap. Het rechter deel blijft relatief schoon, met hier en daar een bleke klei, maar het is een verloren strijd. Na de Liard sluiten er nog een tiental andere rivieren aan.

Aan het einde van de stroom waar de delta en de Arctische Oceaan elkaar treffen, heeft het water geen poolblauwe kleur, zoals ik het verwachtte, maar de kleur van een oude, veelgebruikte koffiemok. Bruingrijs tot aan de noordelijke horizon.

Mijn stalen ros op drabbig slib. Beeld door de auteur.

De oever vlakbij Fort Simpson was plat en zag er uitnodigend uit. Maar toen ik mijn kano naar de kant peddelde kwam mijn boot niet tot stilstand zoals bij grind of zand, maar ik boorde me steeds diepe het drab in. Toen ik uitstapte zakte ik weg to boven mijn knieën.

Advertentie

"Wij noemen dit ons strand!" roept een blanke man met een lange sik. Dean Harvey zo als hij zich voorstelde, zou mijn lokale gids worden. "Welkom bij de laatste halte van de beschaving," zegt Harvey, terwijl hij me meeneemt in zijn enorme pick-up truck.

Fort Simpson is geen metropool – het heeft een benzinestation, een hotel, een slijterij en een Chinees restaurant, Pandaville. Het is aan het eind van de snelweg. De volgende 1100 kilometer richting het noorden zijn de kleine lokale gemeenschappen alleen te bereiken per boot of vliegtuig te bereiken. Harvey woonde ooit in zo'n dorp, als verdwaalde Albertaan die tientallen jaren als onderwijzer in het verre noorden werkte. Zijn laatste opdracht was in het noorden van Nunavut, het grootste Canadese gebied dat helemaal tot aan Groenland reikt.

"Dit is voor mij het zuiden," lacht Harvey.

Een wandelpad langs de kust. Beeld: Fort Simpson Chamber of Commerce/Flickr

Voorbij het minuscule centrum, keren we terug naar de Mackenzie.

"Die mensen hebben geen oprit meer," zegt Harvey, terwijl hij wijst naar een rij huizen met prachtig uitzicht, maar de oprit was voor een groot deel verdwenen in de rivier. Landverschuivingen door smeltend ijs vreten aan het grindoppervlak langs het water.

Fort Simpson staat op een eilandje van slib, het moeras dat is gevormd wanneer het heldere kanaal de drabbige bergrivier treft. Het is een staartje land dat steeds smaller wordt naarmate je noordelijker met de stroom meegaat. De Mackenzie en de Liard werken samen – de een werpt steeds een wal, de ander schraapt hem weg.

Advertentie

Zo is het eilandje van slib steeds in beweging.

Het dorp is staat op dat slib, maar niet voor lang meer. Want het is eigenlijk een indirect effect van klimaatverandering. De drijvende kracht is het smeltende ijs. En de snelheid waarmee het smelt is het probleem. Het eiland waar Fort Simpson op is gebouwd is altijd in beweging geweest, maar de opwarming van de aarde heeft het systeem uit balans gebracht.

Het samenkomen van de Liard en de Mackenzie rivieren. Beeld: David Adamec/Wikimedia Commons

De gletsjers van Brits-Columbia met enorme snelheid aan het smelten. Vorig jaar voorspelden Canadese wetenschappers dat in 2100, 90 procent van de gletsjers waar de Liard uit ontstaat zijn verdwenen.

Het vieze smeltende ijs stroomt onder de schone witte ijslaag van de Mackenzie. De drabbige rivier begint te stromen en schraapt het dikke pak ijs langs de kust van Fort Simpson weg, terwijl de Mackenzie stevig bevroren blijft. Er wordt steeds meer geschraapt en steeds minder opgebouwd, en het eiland waar het stadje op is gebouwd zal langzaam verdwijnen, seizoen voor seizoen.