FYI.

This story is over 5 years old.

Stuff

SPRINGEN VANUIT DE RUIMTE VOORDAT HET COOL WAS

Joe Kittinger deed het al in 1960. Zijn sponsor was de Amerikaanse luchtmacht, en het project was strikt geheim. We spraken hem.

Zondag sprong een Oostenrijker genaamd Felix Baumgartner vanaf de rand van de ruimte richting aarde. Tijdens de (overigens opvallend gemakkelijk ogende) aanraking met de grond verbrak hij het record dat tien jaar voor zijn geboorte werd gevestigd: dat van de hoogste sprong ooit. Dat record stond op naam van testpiloot Joe Kittinger, die eenzelfde sprong vanuit de stratosfeer maakte. Zijn sponsor was de Amerikaanse luchtmacht, en het project was strikt geheim. Het was 1960.

Advertentie

Het kostte Kittinger ongeveer veertien minuten om terug te keren naar de aarde. Met niets anders dan een prototype ruimtepak aan slaagde hij erin om een groot aantal records te breken, alles om het communisme te verslaan: de hoogst opgestegen ballon, de meeste G-krachten gevoeld door menselijke ledematen (22 maal de zwaartekracht), en met de snelste vaart door de atmosfeer gaan, bijna 1.000 kilometer per uur. Wij spraken met de eerste man in de ruimte, die gisteren als adviseur van Baumgartner stond te juichen toen zijn eigen records werden verpulverd.

VICE: Hoe raakte u betrokken bij het project?
Col. Joe Kittinger: Ik werd naar de luchtmachtbasis in New Mexico gestuurd. Ik begon daar met speciale projecten, waaronder een programma om mensen en astronauten op grote hoogte uit hun stoel te laten schieten. Het systeem is ontworpen in 1959/1960 en wordt vandaag de dag nog steeds gebruikt. Elke schietstoel ter wereld, Amerikaanse, Canadese of Russische, welke dan ook, heeft een stabilisatieparachute zoals die ontwikkeld is door dat programma. Een van de geneeskundigen vertelde me over het project en ik meldde me direct aan als vrijwilliger. Ik was de gelukkige persoon die de sprong mocht maken. Toen je daarboven was, was je toen bang?
Nou, ik was al een testpiloot. Ik was gewend om dingen te doen met vliegtuigen. Ik voelde me redelijk op mijn gemak, terwijl de cabine heel klein en beperkt was. Kort na de start had ik een probleem met mijn radio en kon ik niets doorgeven. Toen moest ik overschakelen op Morse; dat is erg traag en moeizaam te gebruiken. Ik heb veel tijd verspild aan het doorgeven van de code in plaats van te genieten van alles wat er gaande was. Daarna ontdekte ik dat er een klep andersom geïnstalleerd was. Ik was de zuurstof aan het gebruiken die ik nodig had voor de luchtdrukregeling. Ik ontluchtte op een zeer snel tempo, dus vanaf dat moment moest ik heel voorzichtig zijn met de resterende zuurstof om de druk in de capsule te beheren. Toen ik eindelijk op hoogte was, 97.000 voet, keek ik omhoog en zag ik alleen maar een zwarte hemel. Ik was nog nooit zo hoog geweest en het was echt een schokkende gebeurtenis om te aanschouwen. Elke piloot en astronaut die op die hoogte is geweest maakt hetzelfde wonder van de zwarte hemel mee.   Ik moest van alles doen, maar het was allemaal spannend en ik was eigenlijk best vrolijk. Ik probeerde al een uur lang om de ballon naar beneden te krijgen, maar door de zon bleef de ballon maar stijgen. Een van de artsen beneden werd een beetje bezorgd. De man ging maar door: “Je moet nu naar beneden komen.” Ik ergerde me zo aan hem dat ik “c-o-m-e u-p a-n-d g-e-t m-e” typte. Ik was niet bezorgd om mijn veiligheid; ik dacht dat ik voor mezelf kon zorgen. Ik had de noodsystemen nog, ik had vertrouwen in de apparatuur en in het team. Dat werkte. En toen moest je natuurlijk nog hoger.
Ja, de voorbereidingen voor de volgende sprong duurden anderhalf jaar. Op de dag van de lancering ging alles volgens schema. De ballon deed het uitstekend, totdat ik ongeveer 75.000 voet bereikte. Ik moest eruit springen maar het lukte niet om op te staan. Door een waterfles die was uitgezet zat ik vast in de stoel. Toen ik mezelf eindelijk had losgemaakt raakte ik per ongeluk een timer die ik eigenlijk pas had moeten indrukken als ik daadwerkelijk ging springen. In plaats van de zeventien seconden die ik had voordat de parachute openging, knalde na twee seconden de chute eruit. Hij kwam vast te zitten om mijn nek en ik wist meteen dat ik als een van dummy’s naar beneden zou vallen. Toen de vrije val begon deed ik het eigenlijk best goed. Ik draaide wat en het tollen stopte; ik had mijn lichaam onder controle. Maar ineens was er een heftige zwaai naar links en kon ik mijn armen niet meer bewegen. De centripetale kracht was zo groot dat ik het bewustzijn verloor en de noodparachute even later geopend werd. Eenmaal beneden was ik opgelucht dat ik nog in leven was, maar teleurgesteld dat een procedureel probleem in de capsule me bijna fataal was geworden. Ik wilde het onmiddellijk nog een keer proberen; ik wist dat het systeem wel goed was. Een maand later ging ik weer naar boven en deze keer deed ik het vanaf 76.000 voet. Het probleem dat we hadden op de eerste vlucht hadden we nu niet en de sprong was perfect.

Toen dacht je: dan spring ik ook wel even vanaf 103.000 voet?
Er zit een significant verschil tussen de sprongen. Bij 75.000 voet wist ik dat ik het zou overleven als mijn helm zou vallen of de parachute kapot zou gaan. Bij 100.000 voet is er een dusdanig lage druk op je hersenen dat er een kans was dat ik zou sterven. Maar ik had nog steeds vertrouwen in de apparatuur en het team, dus ik sprong. Het bleek een heerlijke val van vier en een halve minuut. Des te verder ik viel des te gelukkiger ik was, omdat ik terugging naar een vriendelijke omgeving. En die eerste stap buiten de capsule. Kun je die beschrijven?
Het was gewoon een stap. Zoals ik al zei, ik werkte er anderhalf jaar naartoe. Het was simpelweg de snelste weg naar beneden.

Kittinger en Felix Baumgartner net voor een Red Bull Stratos-test in november 2011.

Hoe denk je over de huidige stand van de lucht- en ruimtevaart?
Ik denk dat we te lang met de spaceshuttles bezig zijn geweest. We hadden veel meer vluchten moeten maken naar de maan. Ik denk dat we heel veel van onze nationale schat hebben besteed aan spaceshuttles die niet zoveel bijdragen aan de wetenschap. Nu lijden we onder de economie en waarschijnlijk zal er drastisch worden bezuinigd op het hele ruimteprogramma. Waarschijnlijk zal het weer een tijdje duren voordat we de middelen hebben om opnieuw een stukje ruimte te veroveren.