Door neural interfacing vergroei je met je telefoon en dat is goed

FYI.

This story is over 5 years old.

Tech

Door neural interfacing vergroei je met je telefoon en dat is goed

“De dystopische versie lijkt een beetje op de Borg.”

De zogeheten Singulariteit – het samensmelten van mens en machine – komt steeds dichterbij. In april kondigde Facebook aan dat er 60 mensen bezig zijn aan een draagbaar apparaat dat jouw gedachten omzet in statusupdates. En dan heb je ook nog Neuralink van Elon Musk dat een implantaat wil ontwikkelen om je gedachten te kunnen delen met andere opgevoerde hersens.

Deze hippe technologie heet "neurale interfacing." Het idee is dat je je brein verbetert door het te verbinden met objecten buiten het menselijk lichaam. Recent onderzoek heeft al aangetoond dat we helemaal verslingerd zijn aan onze telefoons (we checken ze gemiddeld eens per 15 minuten). Wetenschappers zijn daarom ook bang dat we straks helemaal geen aandachtsspanne overhouden als we onze telefoons niet eens vast hoeven te houden. In een toekomst met neurale interfacing worden we letterlijk één met onze apparaten – en zelfs met elkaar, als we de angst kunnen overwinnen dat we daardoor een hackbare hivemind creëren.

Advertentie

Maar voordat we ons zorgen hoeven te maken over hoe we ons brein tegen andere breinen verdedigen, kunnen we straks onze thermostaat hoger of lager zetten en auto's besturen door er alleen maar aan te denken. Dat denken sommige experts in ieder geval, die ervan overtuigd zijn dat dit een evolutionair keerpunt is.

We hebben sowieso soms al een hele rare band met spullen. Denk aan dat t-shirt van je ex dat nog steeds in je kast hangt en soms aandoet als je in een emotionele bui bent. Daarom sprak ik met Aaron Ahuvia, een hoogleraar marketing aan de University of Michigan die bestudeert waarom mensen een emotionele band krijgen met spullen. Ahuvia noemt dit soort bezittingen "liefdesobjecten" en neurologisch gezien zijn die heel gek.

Ahuvia legt uit dat het menselijk brein erop geprogrammeerd is om op andere mensen te reageren. Er is zelfs een heel deel van ons brein – de neocortex – dat gedeeltelijk bedoeld is om banden met andere mensen te vormen, in plaats van met objecten. Maar soms gebeurt dat wel met objecten. Wanneer je te veel waarde aan een bezitting hecht om het weg te gooien, "behandel je het met het mensengedeelte van het brein," zei Ahuvia.

Als we een object bedienen met ons zenuwstelsel in plaats van onze handen, vermoedt Ahuvia dat het letterlijk een deel van onze identiteit wordt. Hij noemt dit het "prothetische zelf." De grenzen tussen object en menselijke identiteit verdwijnen dan definitief.

Advertentie

"Ik denk dat de interactie tussen mens en machine ons allemaal vooruit gaat brengen."

Maar zit er wat in die theorie? Ik belde met Dustin Tyler van de Case Western Reserve University. Tyler is de afgelopen jaren bezig geweest met het perfectioneren van bionische ledematen met een neurale interface. Hij zei dat iets kunnen besturen maar één onderdeel is van het vormen van een prothetisch zelf.

Tyler vermoedt dat we een sterkere band hebben met objecten die we fysiek belichamen – dingen die we niet alleen besturen, maar die ook informatie terugsturen naar onze hersens.

Het lab van Tyler maakte onlangs een prothetische hand die gevoelsimpulsen naar de zenuwen stuurt, waardoor mensen die ervan gebruik maken ermee kunnen voelen. Hij zei dat zijn patiënten de machine meteen gaan zien als een onderdeel van henzelf. In tegenstelling tot traditionele protheses, die voor hun dragers aanvoelen als onhandige apparaten, zeiden de patiënten van Tyler dat de cyborghand natuurlijk aanvoelt. Alsof hij van vlees en bloed is, in plaats van plastic en bedrading.

Tyler is ervan overtuigd dat het uitbreiden van de mogelijkheden van protheses "revolutionair zullen zijn" voor communicatie, vergelijkbaar met de uitvinding van radio en televisie. "Het gaat de manier waarop we met objecten omgaan compleet veranderen," zei Tyler. "We hebben alle reden om aan te nemen dat dit een derde revolutie gaat vormen. Het is niet alleen 'hey, ik kan mijn hand voelen', het verandert echt onze hele interactie met het object."

Advertentie

Ik sprak ook met James Hughes, bio-ethicus en cyborgexpert aan de University of Massachusetts Boston. Hij is een van de meest prominenten transhumanisten ter wereld. Toen ik hem vertelde over de theorie van Ahuvia, gaf hij geen kik. "Ik denk ook dat dat gaat gebeuren," zei hij.

Hughes wees me erop dat we nu al bepaalde objecten behandelen als onderdeel van een "verlengd zelf", zoals trouwringen, of je glimmende Pokémonkaart van Charizard. Dus waar het aankomt op met gedachten bestuurde auto's of robots "zit daar wel een bepaalde continuïteit in," zei hij.

Neurale interfacing kan "net als mediteren of het nemen van bepaalde drugs het idee van lichaamsgrenzen onderdrukken, waardoor je een gevoel van kosmische eenheid kan krijgen," zei hij.

Maar er is nog een belangrijkere vraag volgens Hughes. Die gaat niet om het koppelen van het brein aan liefdesobjecten, maar aan de hersens, gedachten en herinneringen van anderen, zoals Musk van plan is met Neuralink.

"Het optimistische verhaal is dat we er met de juiste firewalls en toestemmingen langzaam aan kunnen wennen, zodat we alleen de dingen delen die we willen en niet onze individuele persoonlijkheid verliezen," zei Hughes. "De dystopische versie lijkt een beetje op de Borg uit Star Trek: het dwangmatig onderdrukken van de eigen identiteit en de creatie van een groepsidentiteit."

En wie weet, zei hij. "Misschien komen we daar per ongeluk wel terecht."