Waarom programmeren ook politiek is
Alb bij Eyebeams's Annual Artist Showcase, 2013. Beeld: Ramsey Nasser.

FYI.

This story is over 5 years old.

Tech

Waarom programmeren ook politiek is

Code is geen neutraal, universeel medium, zoals programmeertalen als TrumpScript en transCoder laten zien.

Er bestaat zoiets als TrumpScript: een op Python gebaseerde programmeertaal die geïnspireerd is op de omstreden front-runner voor de Republikeinse kandidatuur voor de Amerikaanse presidentsverkiezingen. De code heeft regels als "alle programma's moeten eindigen met de zin 'Amerika is fantastisch'" en "alle getallen moeten groter zijn dan een miljoen", en is bedoeld om "Python weer groots te maken" – een variant op Trump's bekende slogan: "Laten we Amerika weer groots maken". Dat er veel geprogrammeerd zal worden met deze taal is onwaarschijnlijk ("Trump praat niet graag over fouten, dus de code zal heel vaak niet werken zonder dat je daar bericht van krijgt"), maar het is een leuk voorbeeld van hoe programmeertalen politiek kunnen zijn.

Advertentie

Er bestaat een lange geschiedenis van kunstenaars en computerwetenschappers die door middel het ontwikkelen van een programmeertaal een politieke boodschap willen brengen. Door te spelen met syntaxis, grammatica en regels kunnen programmeertalen niet alleen een humoristische lading krijgen (Arnold C is mijn favoriet), maar ook serieuze cultuurkritische boodschappen bevatten.

Neem bijvoorbeeld قلب, een programmeertaal die volledig in het Arabisch is. Deze taal, die in 2013 geschreven is door de uit Libanon afkomstige computerwetenschapper Ramsay Nasser, is een variant op de programmeertaal Scheme en bekritiseert de Anglocentrische aard van de computerwetenschappen en de digitale wereld als geheel. Alle belangrijke programmeertalen, zelfs degene die buiten het Engelse taalgebied ontwikkeld zijn, zijn geschreven in het Amerikaanse Engels, wat het onmogelijk maakt om met قلب ('Alb' in gesproken Arabisch) functionele software te maken. Iets kleins als een simpel spelletje is mogelijk, maar omdat verschillende talen met elkaar moeten samenwerken om softwareapplicaties te laten werken, is Alb op zichzelf vrij nutteloos. De taal laat dan ook niet alleen zien hoe een alternatief voor Engelse programmeertalen eruit zou kunnen zien, maar ook hoe onwaarschijnlijk het is dat een dergelijke taal ooit functioneel wordt.

Nasser, die in New York woont, vertelde me dat hij met zijn taal voornamelijk een dialoog wilde openen. "Er zijn zo veel programmeurs die tegen me hebben gezegd: wauw, ik heb hier nooit eerder over nagedacht. Ik had niet verwacht dat er helemaal geen grote programmeertalen bestaan die niet in het Engels zijn'. Het is een gesprek dat ontzettend nodig gevoerd moet worden."

Advertentie

Ook het raakvlak tussen programmeren en seksualiteit is door middel van code onder de aandacht gebracht. Zo heeft de Amerikaanse digitale kunstenaar Zach Blas in 2008 een programmeertaal ontwikkeld genaamd transCoder: een conceptuele "queer anti-language" die bestaat uit een verzameling .txt bestanden. Bij het schrijven van de taal heeft Blas zich laten inspireren door het typische anti-conventionele taalgebruik binnen de queergemeenschap en de zogenaamde 'hanky codes' van de jaren 60 en 70: signalen die leden van de LHBT-gemeenschap gebruikten om bepaalde seksuele voorkeuren uit te dragen.

In de geest van deze communicatiesystemen maakte Blas voor transCoder gebruik van functies die de binaire logica van traditionele software overstijgen, om zo kritiek te uiten op het denken over gender en seksuele identiteit in binaire termen. De functie 'metametazoan' bijvoorbeeld, verwijdert alle talige symbolen die binaire waarden representeren, en de functie 'iDo', die verwijst naar het huwelijk, laat de computer zichzelf vernietigen.

Blas vertelde me dat hij het als een belangrijk project ziet om software en queercultuur met elkaar te laten interacteren door de hele logica van programmeren opnieuw uit te vinden. De oplossing voor een politiek probleem kan namelijk nooit geheel technologisch zijn, zei hij, verwijzend naar de een uitspraak van de mediawetenschapper Wendy Hui Kyong Chun: "Als er nooit een puur technologische oplossing kan zijn voor een politiek probleem, moet je de technologie afbreken en op zo'n manier opnieuw opbouwen dat het bijdraagt aan de oplossing voor dat probleem."

Advertentie

"Programmeren moet absoluut niet gezien worden als een objectieve activiteit."

Het idee van het afbreken van de conventionele logica van programmeertalen is ook in feministische kringen opgekomen. In 2013 bijvoorbeeld bedacht de Amerikaanse promovenda Ari Schlesinger van Georgia Tech een concept voor een programmeertaal die is gebaseerd op feministische ideologieën, dat ze openbaar maakte in een blogpost. Volgens haar bestaan programmeertalen bij de gratie van systemen van overheersing: er is de speler die commando's geeft (de programmeur) en de speler die commando's ontvangt (de computer), en die commando's worden in principe altijd uitgevoerd, zonder tegenspraak. Een feministische programmeertaal daarentegen zou niet gebaseerd zijn op overheersing, maar op samenwerking: een relatie van wederzijdse invloed tussen mens en computer.

Er bestaan al een aantal initiatieven met een dergelijke benadering, zoals het project Distributed Open Collaborative Course (DOCC), een alternatief voor bestaande Massive Open Online Courses (platforms voor de verspreiding van niet-locatiegebonden studiematerialen) dat draait om discussie en kleinschaligheid; en Heartmob, een platform tegen pesten, discriminatie en intimidatie online. De bestaande initiatieven zijn echter nog niet fundamenteel genoeg volgens Schlesinger: "Bij een project als dit moet je eerst de achterliggende filosofie uitwerken, voor je daadwerkelijk kunt beginnen met ontwikkelen – en deze filosofie is nog verre van voltooid."

Net zoals de meeste politiek-maatschappelijke activisten, hebben Nasser, Blas en Schlesinger veel verzet en tegenslagen ervaren. Nasser ontvangt elke e-mails van enthousiaste Arabische programmeurs die willen programmeren zonder Engels te hoeven leren, en iedere keer moet hij hen teleurstellen en uitleggen dat dat niet mogelijk is. Blas is al maanden bezig met het herstellen van zijn website, die aangevallen werd door homofobe hackers. In reactie op Schlenger's blogpost, creëerde een aantal leden van de website 4Chan een antifeministische programmeertaal genaamd C+=, die functies bevat als "CheckPrivilege()" en "yell(RAPE RAPE RAPE RAPE!!!!!')."

Als deze aanvallen en kritieken iets laten zien, is het wel dat code niet neutraal is, en programmeertalen verre van apolitiek zijn. "Dat iets technologisch is, betekent niet dat het geen sociale en politieke invloed heeft. Programmeren moet absoluut niet gezien worden als een objectieve activiteit. Wie en waar je bent en welke keuzes je maakt, maken programmeren subjectief," zei Blas – een opmerking die Nasser beaamde: "Je ziet dat steeds meer mensen twijfelen aan de universaliteit van code als medium, en dat is precies waar ik op hoopte."