pjimage (2)
Identiteit

De onverwachte dingen die er met je gebeuren als je testosteron-gel smeert

Testosteron smeren veroorzaakt veel soorten bijwerkingen: van een baard die in de weg zit tijdens de seks, tot een heftige emotionele reactie op Bambi of juist meer moeite met huilen.
Kris van der Voorn
Amsterdam, NL

De wereld werd de laatste weken een stuk waziger voor mij. Vorige week zat ik dus bij de optometrist, om mijn ogen te laten controleren en om een nieuwe bril aan te meten. Uit het onderzoek bleek opvallend genoeg dat mijn sterkte was afgenomen – ik had dus minder sterke brillenglazen nodig. De optometrist was in de war, en ging met me in discussie over de vraag hoe dit mogelijk was. Het eindoordeel? Testosteron.

Advertentie

Twee maanden smeer ik het spul nu. Op online fora las ik over veel mogelijke bijwerkingen: grotere spiermassa, korter lontje, lagere stem. Daar hield ik dus rekening mee, het zijn bekende bijwerkingen die bij het hormoon horen. Maar nu we twee maanden verder zijn leer ik ook bijwerkingen kennen die niet overal worden gedeeld: de structuur van mijn haar verandert, m’n voeten zijn gaan groeien, en nu blijken mijn ogen ook nog eens beter. 

Hormonen kunnen op ieder persoon een andere uitwerking hebben. Ik vind dat fascinerend. Daarom vroeg ik drie andere testosmeerders, Hans Verhoeven, Bappie Kortram en Pepijn Schoneveld, naar de opvallendste bijwerkingen die zij ervaren hebben sinds ze testosteron bijnemen. 

WhatsApp Image 2021-10-21 at 11.33.13 PM.jpeg

Hans Verhoeven (58) is eigenaar van Gays en Gadgets, zelfverklaard regenboogactivist en HIV-positief

In 1999 werd er HIV bij mij geconstateerd. In 2001 kreeg ik hier voor het eerst medicatie tegen. Tegenwoordig krijg je dit meteen, maar in die tijd kreeg je dit pas als de CD4-waarde van cellen beneden een bepaald niveau was. Na een aantal jaren medicatie slikken werd ik steeds sneller vermoeid. Dat begon met op vrijdagavond doodmoe thuiskomen en dan het hele weekend bijslapen, maar later was ik op woensdag al zo vermoeid dat ik me naar mijn werk toe moest slepen. Dat komt doordat die medicatie de energievoorziening op celniveau blokkeert. 

Ik had toen contacten in San Francisco, en iemand daar wees me op een onderzoek waarbij anabolen bij HIV-medicatie werd ingezet, om die vermoeidheid op te heffen. Anabolica wekt namelijk energie op. Mijn internist keurde dit goed, en sindsdien smeer ik dus testosteron. Dit doe ik in blokken van twaalf weken: eerst twaalf weken smeren, dan twaalf weken niet.

Advertentie

Die testosteron heeft ervoor gezorgd dat ik weer genoeg energie heb om dingen te doen. Wat me bovendien opviel toen ik begon met smeren, is dat ik heel voorzichtig moet zijn met mijn emoties. Bambi hoeft maar langs te komen op tv en dan gaan de tranen al over mijn wangen lopen. Ik ben gelukkig niet zo gevoelig voor depressie, maar ik kan me soms wel heel zielig voelen. Dan moet ik mezelf echt even een schop onder m’n kont geven. 

Testosteron is ook de reden dat ik mezelf niet al te boos moet maken: ik kan dan heel ongenuanceerd en grof uit de hoek komen. Als ik zacht begin te praten, dan ben ik echt boos. Dan moet ik mezelf in bedwang houden. In seksualiteit merk ik het ook. In de laatste twee weken zonder testosteron begin ik echt uit te kijken naar wanneer ik weer mag, want dan begint die vermoeidheid toe te slaan. 

Ik ben een van de weinige mensen in Nederland die testosteron voorgeschreven heeft gekregen voor de bijwerkingen van HIV-medicatie. Ik heb wel eens geprobeerd om andere mensen ook op die medicatie te krijgen, maar die krijgen het er niet doorheen. Die zijn dus altijd moe. Dat is voor hen vreselijk, maar het betekent ook iets voor de maatschappij. Ze zijn veel vaker ziek, kunnen misschien helemaal niet werken en hebben ook niet de energie voor een sociaal leven. Als het aan mij zou liggen, zouden alle HIV-positieve mensen moeten smeren.

Bappie.jpg

Bappie Kortram (30) is transman en co-founder en host van Kutmannen

Ik smeer nu zo’n zeven jaar testosteron. Het veld van trans-zijn was toen nog heel anders, bij de genderpolikliniek van de VU werd het toen van me verwacht dat ik testosteron zou gaan smeren. Ik dacht: sure, ik doe het wel. Tien jaar geleden was het heel belangrijk dat je als transman zoveel mogelijk mannelijkheid kon nabootsen. Nu voelt dat toch anders voor me. Ja, ik ben aan de T en dat is chill: ik word gelukkig niet meer ongesteld, want daar kon ik echt niet mee leven, m’n stem is laag, mijn baard vind ik cool – maar dat alles heeft niet meer per se met mannelijkheid te maken. Ik zou nu nog steeds wel gaan smeren, maar het is geen must voor mannelijkheid. 

De eerste zes maanden smeren is het net alsof je weer twaalf bent. Alles is kut, je gaat weer luisteren naar die emomuziek van vroeger. Je gaat een tweede pubertijd in, met stemmingswisselingen, altijd honger en altijd zin in seks. Ik werd wel eens ‘s nachts wakker en maakte dan mijn vriendin wakker, zo van ‘yo, ik heb nu zin’. Dan stuurde ze me naar de bank om het zelf op te lossen. Mijn vetdistributie is ook heel anders, het is bij mijn heupen en ass helemaal weg en allemaal naar mijn buik toe gegaan. En ik word dus vrijwel niet meer ongesteld, dat is heel chill. 

Advertentie

Fysiek heb ik echt de genetische loterij gewonnen, elke man die voor masculiniteit gaat zou mijn baard willen hebben. Dat ging bij mij ook heel snel, ik was na een jaar al flink behaard. Ik heb er wel aan moeten wennen. Eten is een uitdaging. Ik kan geen yoghurt meer eten, soep zit voor eeuwig in m’n baard, net als croutons of toast. Het is ook een dure grap trouwens, met die baardolie enzo. Voor de rest vindt mijn vriendin die baard wel fijn, maar ik heb wel m’n orale seks moeten aanpassen. Niemand vertelt trans mensen dat oraal een nieuwe uitdaging wordt als je een baard groeit.

Pepijn.jpeg

Foto: Jethro Reesink

Pepijn Schoneveld (36) is acteur, cabaretier en podcastmaker. Hij maakt door de ziekte van Kallmann zelf geen testosteron aan

Op mijn zestiende zag ik eruit als iemand van twaalf, ik kwam niet in de pubertijd. Ik had mannelijke genitaliën, maar ik kreeg geen secundaire geslachtskenmerken, zoals de baard in de keel.  Na een aantal testjes bij de dokter bleek ik de ziekte van Kallmann te hebben: het stofje dat helpt bij de aanmaak van testosteron komt in mijn lichaam niet voor.

Toen werd ik dus aan de testosteron gezet. Dit begon eerst als injecties, maar dat ging veel te snel, dus later werd dat gel. In twee maanden tijd had ik bijvoorbeeld een lage stem. Die injecties waren best wel moeilijk, want na zo’n dosis kreeg ik een enorme piek. Ik nam ze altijd op vrijdag, omdat ik op zaterdag moest voetballen en ik dan echt veel sneller en sterker was. De begeleiding bij de injecties was niet goed. Ik kan me herinneren dat de kinderarts me vroeg of ik mijn eerste zaadlozing al had gehad, waar mijn pa bij was. Dat wil je als puber echt niet zo vertellen.

De testosteron bracht me al die secundaire geslachtskenmerken: mijn stem zakte, ik kreeg beharing, m’n penis begon te groeien. Ik nog dat de jongens bij voetbal met z’n allen op mijn piemel reageerden toen die begon te groeien. Ergens was dat ontroerend: je hoort ineens bij de groep. Dat is soms zo belangrijk. 

Nog niet zo lang geleden moest ik van mijn internist mijn dosis testosteron verlagen. Ik reageerde echt als een verslaafde: “Oh nee, maar ik kan nu zo goed mee met de boys in de sportschool!” Ik wilde die hoogmoed niet kwijt. Ze reageerde gelukkig heel begripvol en verzekerde me dat ik nog steeds mee zou kunnen komen met de boys.

Ik heb veel nagedacht over wat mannelijkheid is. Bepaalt je geslacht wel wat je bent? Ik heb veel vriendinnen gevraagd wanneer zij zich vrouwelijk voelen. Ik kan niet goed zeggen wanneer ik me een man voel, veel kenmerken zijn onderdeel van bedachte systemen. Ik huil wel veel minder met testosteron. Daar vertelde Maxim Februari ook een keer over, dat hij dat nu minder kan. Heel veel verschillen hebben dus met de hormonen te maken, maar hoe de maatschappij daarop reageert heeft met de maatschappij te maken. Dat ik minder kan huilen, betekent niet dat ik dat minder mag.